Inhoudsopgave
Advertenties
Kabelinvoeren
BELANGRIJK (OPMERKING)
– Monteer geschikte kabelwartels voor wand- of
leidingsmontage volgens de IP66/NEMA4X norm.
Dicht ongebruikte gaten af met de bij de recorder
bijgeleverde afdichtingspluggen en -klemmen.
– Optionele kabelwartels zijn beschikbaar en zijn
geschikt voor gebruik met kabels Ø 5 tot 9 mm
(0,20 tot 0,35 in.). De alternatieve
kabelwartelinvoeren met twee openingen zijn
geschikt voor gebruik met kabels Ø 5 mm (0.20 in.).
De ethernetkabelwartel is geschikt voor gebruik met
kabel Ø 4,8 tot 6,3 mm (0,19 tot 0,25 in.).
Zie Afb. 6:
1. Voer de kabels via de vier gaten A aan de onderzijde van de
behuizing in.
2. Kabeldoorvoerpunten B zijn voorzien aan de achterzijde van
de recorderbehuizing als een alternatieve manier van
kabelinvoer. Om een
plaatst u de achterzijde van de recorder op een stevige,
vlakke ondergrond, opent u de deur en de binnenste
afdekking en verwijdert u voorzichtig het kabeldoorvoerpunt
door de punt van een kleine platkopschroevendraaier in het
voorgeperforeerde kabeldoorvoerpunt te plaatsen en
voorzichtig met een hamer op de schroevendraaier te tikken.
3. Gebruik kabelingangopening of kabeldoorvoerpunt C als de
optionele ethernetmodule is gemonteerd.
4. Sluit de ethernetkabel D aan en zorg ervoor dat als de
optionele invoermodules in posities B en C zijn aangebracht,
de kabel tussen hun aansluitklemmen geleid wordt zoals
weergegeven.
5. Sluit de kabelafschermingen enkel aan op de klemmen E.
A
E
Afb. 6 Kabeldoorvoerpunten, ethernetkabelrouting
en kabelafschermingaansluitingen
8
kabeldoorvoerpunt te verwijderen,
C
B
D
CI/SM500F–NL Rev C
Advertenties
Inhoudsopgave
