3
Elektrische aansluitingen
WAARSCHUWING - Lichamelijk letsel
– De recorder is niet uitgerust met een schakelaar.
Daarom moet in overeenstemming met de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften in de
uiteindelijke installatie een onderbrekingsinrichting
zoals een schakelaar of stroomonderbreker worden
aangebracht. Deze voorziening moet worden
aangebracht in de buurt van de recorder en
gemakkelijk toegankelijk zijn voor de gebruiker en
bovendien moet deze duidelijk worden gemarkeerd
als de stroomonderbreker voor het instrument. Een
zekering moet gemonteerd worden in
overeenstemming met Afb. 10.
– Onderbreek de stroomtoevoer naar de voeding, het
relais, enige andere onder spanning staande
regelcircuits en de high common mode-spanning
voordat u aansluitingen aanraakt of tot stand
brengt.
– Gebruik de juiste kabel voor de stroomsterktes: een
3-aderige kabel die minimaal geschikt is voor 3 A en
90 °C (194 °F) en die voldoet aan de vereisten van
IEC 60227 of IEC 60245. De terminals zijn geschikt
voor kabels van 0,8 tot 2,5 mm
– De recorder valt onder installatiecategorie II van IEC
61010.
– Alle aansluitingen met secundaire circuits moeten
zijn voorzien van isolatie.
– Na installatie mogen onder spanning staande
onderdelen zoals terminals niet langer toegankelijk
zijn.
– Terminals voor externe circuits zijn alleen bedoeld
voor gebruik met apparatuur zonder onder spanning
staande onderdelen die toegankelijk zijn.
– Als de recorder wordt gebruikt op een manier die
niet door de onderneming is beschreven, kan dit
afbreuk doen aan de beschermende werking van de
apparatuur.
– Alle apparatuur die wordt aangesloten op de
terminals van de recorder moet voldoen aan de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften (IEC 60950,
EN61010-1).
CI/SM500F–NL Rev C
2
(18 tot 14 AWG).
BELANGRIJK (OPMERKING)
– Houd signaalkabels en stroomkabels altijd
gescheiden, bij voorkeur in een geaarde metalen
kabelgoot.
– Gebruik een afgeschermde kabel voor
ingangssignalen en relaisaansluitingen.
– Het vervangen van de interne batterij (Varta type
CR2025 3V lithiumcel) moet worden gedaan door
een daartoe bevoegde monteur.
Enkel voor Verenigde Staten en Canada
– De meegeleverde kabelwartels zijn enkel bedoeld
voor de aansluiting van de kabels voor
signaalingang en ethernetcommunicatie.
– In de Verenigde Staten en Canada zijn het gebruik
van de meegeleverde kabelwartels en het gebruik
van een kabel/flexibel snoer voor de aansluiting van
de terminals voor netspanningsingang en
relaiscontactuitgang op het spanningsnet verboden.
– Voor aansluiting op netspanningsingang en
relaiscontactuitgangen mogen uitsluitend geschikte
geïsoleerde koperen stroomdraden worden gebruikt
met een nominaal vermogen van min. 300 V, 14
AWG, 90C. Leid de draden door geschikte
goedgekeurde flexibele buizen en fittingen.
7