Reserveafdruk De machine drukt een afschrift af van alle faxen die
in het geheugen werden ontvangen. Dit is voor alle zekerheid,
zodat u geen berichten verliest als de stroom zou uitvallen.
Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Zie
ook: Standaard, Fijn, Superfijn en Foto.
Resterende taken U kunt controleren welke opdrachten nog in het
geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk
annuleren.
Scannen Dit betekent dat een elektronisch beeld van een papieren
document in uw computer wordt ingelezen.
Snelkieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen
in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in
numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiezen Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt
kiezen. U moet op
tweecijferige code indrukken om het kiezen te starten.
Standaardresolutie 203 x 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst van
normaal formaat en biedt de snelste transmissie.
Stationsnummer De opgeslagen informatie die bovenaan gefaxte
pagina's verschijnt. Deze inforegel bevat de naam van de
verzender en het faxnummer.
Superfijne resolutie 392 x 203 dpi. Ideaal voor zeer kleine druk en
lijntekeningen.
Taak annuleren Annuleert een geprogrammeerde taak, zoals
Uitgestelde Fax of Polling.
Tijdelijke instellingen Voor elke faxtransmissie en kopie kunnen
bepaalde instellingen worden gemaakt die alleen voor die
transmissie gelden en die geen invloed hebben op de
standaardinstellingen.
Toegangscode Uw eigen viercijferige code (---
machine kunt bellen en vanaf een ander toestel toegang tot de
machine kunt krijgen.
Toon Een kiesmethode die gebruikt wordt bij toetstelefoons.
Transmissie Het vanaf de machine over de telefoonlijn verzenden
van documenten naar een andere faxmachine.
Zoeken/Snelkiezen
VERKLARENDE WOORDENLIJST V - 5
#
en op
drukken en de
) waarmee u de