Installatie
3
Installatievoorschriften
3.3
Installatievoorschriften
Montage-
aanwijzingen,
warmteafvoer
Gescheiden
kabelgoten
Doorsneden
Apparaatingang
Apparaatuitgang
10
Let tijdens de installatie altijd op de veiligheidsaanwijzingen!
•
Bouw voor een juiste koeling het apparaat zo in dat de natuurlijke convectie in de
richting van de koelribben gaat. Controleer of de ongehinderde toevoer van koellucht
naar het apparaat alsook de afvoer van warme lucht van het apparaat via de koel-
ribben wordt gewaarborgd. Let voor de omgevingstemperatuur op de informatie in
het hoofdstuk "Technische gegevens".
•
Leg vermogenskabels en elektronicakabels in gescheiden kabelgoten.
•
Kabel overdrachtskop: kabeldoorsnede aan ingangsstroom I
f
aanpassen.
E
•
Wisselrichtervoedingskabel: doorsnede overeenkomstig uitgangsstroom I
•
Elektronicakabels: 0,20...1,5 mm
•
Sluit alleen door SEW-EURODRIVE goedgekeurde overdrachtskoppen aan.
•
Sluit alleen toegestane apparaten, bijvoorbeeld wisselrichters, aan (let op de pola-
riteit).
•
Gebruik de geprefabriceerde hybride kabel van SEW-EURODRIVE (Æ hoofdstuk
"Aansluiting via hybride kabel")
•
Als een laagohmige kortsluiting optreedt bij aanwezige uitgangspanning, resulteert
dit in zeer hoge ontlaadstromen die het apparaat kunnen beschadigen. Als het appa-
raat wordt aangesloten op een systeem dat al een kortsluiting heeft, wordt de stroom
beperkt tot een waarde van < 15 A.
2
(AWG 24...16)
Technische handleiding – MOVITRANS
en ingangsfrequentie
E
.
Z
®
TPM12B-gelijkrichter