3.2
Looprichting controleren en bevestigen
Opgelet: De stappen 3.2.1 en 3.2.2 moeten direct na elkaar worden uitgevoerd
om technische defecten te vermijden.
3.2.1 Druk op de linker pijltoets om de looprichting te controleren.
3.2.2 A) Wanneer het systeem naar boven beweegt, klopt de looprichting niet.
Druk onmiddellijk op de STOP-toets en herhaal de stappen 3.1.1 tot 3.1.3.
B) Wanneer het systeem naar beneden beweegt, klopt de looprichting.
Druk op de STOP-toets en ga verder met stap 4.1.4.
De productafbeeldingen zijn symbooltekeningen die van het origineel kunnen afwijken.
PowerView® | Programmeerhandleiding
58
3.2.1
3.2.2 A
✘
3.2.2 B
✔