2 Alarmmeldingen
1.
Controleer of het veilig is
om het beveiligde gebied
binnen te gaan.
2.
OF: Toets uw toegangscode.
OF: presenteer uw tag.
De onderste regel van het
display toont de eerste zone
die de alarmmelding
veroorzaakte.
3.
Met of gaat u naar de
naam van de zone (als de
installateur die heeft
geprogrammeerd), bijv.:
4.
Met herstelt u het systeem.
Het systeem keert terug naar
standby en is gereed om weer
ingeschakeld te worden. (Op
de bovenste regel kan de
naam van de installateur
staan.)
Opm.:
1.
Het centrale controlepaneel slaat de alarminformatie op in
het logboek. U kunt het systeem herstellen (stap 4)
zonder informatie betreffende de oorzaak van het alarm te
verliezen. Zie blz. 61 voor instructies om het logboek in te
zien.
2.
Het beveiligingssysteem kan aangesloten zijn op een
communicatienetwerk en alarmmeldingen naar een of
meer meldkamers. Als een alarm per ongeluk afgaat bel
dan meteen de meldkamer.
Blz. 18
i-on40 & i-onEX-serie