1. Introductie
Om uw aandacht te vestigen op een
bepaalde gebeurtenis brandt de rode
ring om de navigatietoets.
In een systeem met niveaus tonen de
vier LED's rechts van de programmeer-
toetsen of het systeem wel of niet is
ingeschakeld: de linker LED brandt als
het systeem volledig is ingeschakeld, de
overige LED's branden respectievelijk bij
het ingeschakelde niveau.
In een systeem met partities is het
gebruik van de LED's afhankelijk van het
controlepaneel:
i-on40, -30EX, -30EXD: De LED's tonen
de status van de afzonderlijke partities.
Een LED per partitie.
i-on50EX, -50EXD, 160EX: De LED's
worden niet gebruikt.
Blz. 113 geeft info hoe u kunt zien welk
systeem u hebt.
N.B.: De installateur kan de LED's hebben uitgeschakeld zodat de
status van het systeem niet zichtbaar is. Dit kan verplicht zijn om
aan EN50131 te voldoen. Bovendien, conform klasse 2, kan de
installateur de LED's geprogrammeerd hebben om bij inschakeling
30 seconden te branden om daarna uit te gaan.
Detectoren of zones?
In gesprekken over beveiligingssystemen hebben mensen de
neiging om de woorden 'detectoren' en 'zones' door elkaar te
gebruiken. In de meeste gevallen is het niet belangrijk, maar
soms kan het tot misverstanden leiden. In deze handleiding is een
'detector' een fysiek apparaat dat een gebeurtenis meldt. Een
'zone' geeft aan hoe het bedieningspaneel de locatie van een
detector rapporteert.
Blz. 10
i-on40 & i-onEX-serie