■ Na het indrukken van de toets Sélect. (Selectie), de toets IJkgas
indrukken om haar waarde in te geven door middel van de toetsen
↑↓. Bevestigen met Enter.
Nota: Enkel de analoge detectoren niet uitgerust met een lokale
weergave kunnen gekalibreerd worden vanaf de centrale MX43.
Voor de andere detectoren, laat het menu "Sel. detector" enkel
toe deze in modus kalibratie te plaatsen opdat deze geen alarm
zou uitlokken tijdens de manuele kalibratie.
■ Druk op Echap. (Verlaten) om de registratieprocedure van de
waarden voor de te ijken detectoren te starten. Vervolg in paragraaf
"2 Registratie".
E.
Duidt alle curven aan van de geregistreerde waarden bij de injectie van
zuivere lucht en ijkgas.
Afbeelding 45: voorbeeld scherm "Sel. detectoren".
2 Registratie
■ Ja: start de registratie van de monstermetingen van de geselecteerde
detectoren. Vanaf dit moment worden alle monstermetingen geregistreerd
voor deze detectoren. "Starten registratie" wordt nu weergegeven. Het
ijken van de detectoren met behulp van het ijkgas kan beginnen.
Voor een detector waarvan de cel vervangen werd, is het belangrijk de
detector plaatselijk in te stellen om 4-20 mA aan de uitgang te bereiken, wat
overeenstemt met het bereik van de detector.
Voor de detectoren die aangesloten zijn op de module van de analoge
ingangen, de instellingen direct op de module (zie pagina 28) uitvoeren
Opgelet: tijdens de kalibratie dient het ijkgas gedurende minstens dertig
seconden geïnjecteerd te worden.
■ Neen: verlaat de registratieprocedure.
3 Einde van de registratie
■ Ja: Wanneer de monsternemingen van de detectoren beëindigd zijn,
valideer het einde van de registratie van de ijkwaarden van de voordien
geselecteerde detectoren. Vanaf dit moment wordt geen enkele
ijkmaatmeting meer geregistreerd. "Stoppen registratie" wordt aangeduid.
■ Neen: verlaat de procedure van het bevestigen van de registratie.
A
B
D
E
C
Inhoudsopgave
ECR_14