2
Specificatie CM400-module
2.5
Systeemintegratie van de CM400
2.5.1
Regeling bij CM400-cascadesystemen
De CM400-module stuurt de cv-toestellen aan volgens
een door een regelaar berekende warmtebehoefte. Hier-
voor is het dus noodzakelijk, dat de CM400-module altijd
in combinatie met een regelaar (
men H, I of J) geïnstalleerd wordt. Afhankelijk van de toe-
gepaste regelaar zijn er vier systeemvarianten mogelijk
(
tab. 5).
Houd er rekening mee, dat voor een correcte
werking slechts één regelaar/gebouwbe-
heersysteem (GBS) aangesloten mag zijn.
Door één CM400-module kunnen maximaal vier cv-toe-
stellen worden aangestuurd. Door een koppeling van
maximaal vier CM400-modules kunnen maximaal 16 cv-
toestellen in één cascade worden geschakeld
(
afbeelding 13). Daarbij neemt één CM400-module de
besturing over van de cascade (CM400-master).
De verschillende systeemvarianten vereisen
de aansluiting van bepaalde toebehoren
(aanvoersensor en buitentemperatuursensor,
circulatiepomp en regelaar) (
De CM400-module regelt het complete warmteopwek-
kingscircuit (primaire zijde inclusief open verdeler). Alle
overige componenten van de cv-installatie (secundaire
zijde van de open verdeler zoals bijv. cv-groepen, ww-
groepen) kunnen door een weersafhankelijke regelaar
met 2-draads BUS-aansluiting en andere modules (Ver-
delermodule WM10, Mengklepmodule MM10) worden
aangestuurd. Neem contact op met de leverancier voor
meer informatie. Zie voor het adres de achterzijde van dit
document.
In de cascadeschakeling kunnen cv-toestellen met een
willekeurig vermogen worden aangesloten.
Nefit B.V.
6
afbeelding 13, klem-
tab. 5).
2.5.2
Bereiding van warm water bij CM400-casca-
desystemen
Boilers kunnen hydraulisch en elektrisch direct op een
cv-toestel (boileruitvoering) worden aangesloten.
De besturing voor de bereiding van warm water wordt
overgenomen door het cv-toestel. Wanneer de bereiding
van warm water actief is, wordt dit cv-toestel niet door de
CM400-module aangestuurd. In geval van een cv-warm-
tevraag wordt eventueel een volgende cv-toestel inge-
schakeld.
– Indien in dit geval de warmwaterbereiding volgens een
klokprogramma moet verlopen, dan moet worden geko-
zen voor systeemvariant 1. Sluit hierbij de 2-draads
BUS van het cv-toestel aan op de klemmen 17 en 18
van de CM400-module (CM400-master).
2.5.3
Interne vorstbeveiligingsfunctie
De CM400-module is uitgevoerd met een interne vorstbe-
veiligingsfunctie: daalt de aanvoertemperatuur tot onder
7 °C dan wordt een cv-toestel gestart en draait net zo
lang tot een aanvoertemperatuur van 15 °C is bereikt. De
eventueel op de CM400-module aangesloten cv-pomp
draait dan eveneens (
hoofdstuk 2.5.5)
V Systeemaanvoervoeler op de CM400-module
(CM400-master) aansluiten als de interne vorstbeveili-
gingsfunctie moet worden toegepast.
Een uitgebreidere vorstbeveiliging van de cv-
installatie kan worden gerealiseerd door het
toepassen van een regelaar met 2-draads
BUS-aansluiting. Daarvoor is de aansluiting
van een buitentemperatuursensor noodzake-
lijk.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie-instructie • CM400 • (07/2008)