Pagina 1
Handleiding voor de hardware en software Compaq notebookcomputers Artikelnummer: 375341-331 Maart 2005 In deze handleiding vindt u een beschrijving van de meeste hardware- en softwarevoorzieningen die beschikbaar zijn op de notebookcomputer, waaronder optionele voorzieningen voor draadloze communicatie, en aanwijzingen voor het gebruik daarvan.
Pagina 2
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties die voor HP producten en diensten worden gegeven, worden uiteengezet in de uitdrukkelijke garantievoorwaarden bij de desbetreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Onderdelen herkennen Onderdelen aan de bovenkant ..... 1–1 Lampjes van toetsenbord en Geluid uit ... 1–1 Lampjes voor aan/uit/standby, draadloze communicatie en geheugenkaartlezer .
Pagina 4
Inhoudsopgave 2 Energiebeheer Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes ..2–1 Voedingsbronnen ....... 2–3 Voedingsbron selecteren .
Pagina 5
Inhoudsopgave 3 Toetsenbord Touchpad ........3–1 Touchpad gebruiken .
Pagina 6
Inhoudsopgave 5 Schijfeenheden Onderhoud van schijfeenheden ....5–1 Lampje van de IDE-schijf ......5–2 Primaire vaste schijf.
Pagina 7
Inhoudsopgave 8 Geheugenmodules Wat is een geheugenmodule?..... . 8–1 Slot voor primaire geheugenmodule ....8–1 Slot voor geheugenuitbreidingsmodule .
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de bovenkant Lampjes van toetsenbord en Geluid uit Onderdeel Beschrijving Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. Lampje voor het Aan: het geluid is uitgeschakeld. uitschakelen van het geluid Num lock-lampje Aan: num lock is actief of het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld.
Onderdelen herkennen Lampjes voor aan/uit/standby, draadloze communicatie en geheugenkaartlezer Onderdeel Beschrijving Lampje voor draadloze Aan: een of meer optionele geïntegreerde communicatie (alleen apparaten voor draadloze communicatie, zoals bepaalde modellen) een 802.11-apparaat voor draadloze communicatie en/of een Bluetooth®-apparaat, zijn ingeschakeld. (Dit lampje geeft niet aan of er een draadloze verbinding tot stand is gebracht.)* †...
Onderdelen herkennen Touchpad Onderdeel Beschrijving Touchpadlampje Aan: het touchpad is ingeschakeld. Touchpad* Hiermee verplaatst u de aanwijzer. Horizontale schuifzone van Hiermee schuift u de inhoud van het het touchpad* actieve venster naar links of naar rechts. Linker- en rechterknop van Deze knoppen hebben dezelfde het touchpad* functie als de linker- en...
Onderdelen herkennen Aan/uit-voorzieningen Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop* Deze knop werkt als volgt: ■ Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om de notebookcomputer in te schakelen. ■ Als de notebookcomputer is ingeschakeld, drukt u kort op deze knop om de hibernationstand te activeren. ■...
Onderdelen herkennen Knoppen voor draadloze communicatie en volume Onderdeel Beschrijving Knop voor draadloze Met deze knop kunt u de apparatuur voor communicatie (alleen draadloze communicatie in- en uitschakelen, bepaalde modellen) maar geen draadloze verbinding tot stand brengen. ✎ Als u een draadloze verbinding tot stand wilt brengen, moet er al een draadloos netwerk zijn ingesteld.
Onderdelen herkennen Toetsen Onderdeel Beschrijving Functietoetsen (12) Hiermee kunt u systeem- en applicatietaken uitvoeren. Als u de toets fn gebruikt in combinatie met de functietoetsen, kunt u de functietoetsen als hotkeys gebruiken om extra taken uit te voeren. Toetsen van geïntegreerd Deze toetsen kunt u laten werken als numeriek toetsenblok (15) de toetsen op een extern numeriek...
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de voorkant Onderdeel Beschrijving Aan/uit/standby-lampje* Aan: de notebookcomputer staat aan. Knipperend: de notebookcomputer staat in de standbystand. Uit: de notebookcomputer staat uit. Acculampje Aan: de accu wordt opgeladen. Knipperend: de notebookcomputer werkt op accuvoeding, maar er is te weinig accuvoeding beschikbaar om de †...
Pagina 18
Onderdelen herkennen Beeldscherm- Hiermee opent u de notebookcomputer. ontgrendelingsknop Stereoluidsprekers (2) Deze luidsprekers zorgen voor stereogeluid. *De notebookcomputer heeft twee aan/uit/standby-lampjes. Het aan/uit/ standby-lampje aan de bovenkant van de notebookcomputer is alleen zichtbaar wanneer de notebookcomputer open is; het aan/uit/standby-lampje aan de voorkant van de notebookcomputer is ook zichtbaar wanneer de notebook- computer dicht is.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de achterkant Onderdeel Beschrijving Netvoedingsconnector Hierop sluit u de netvoedingsadapterkabel aan. Ventilatieopeningen (2)* Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal...
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de rechterkant Poorten Onderdeel Beschrijving 1394-poort (alleen Hierop sluit u een optioneel 1394a-apparaat bepaalde modellen) aan, zoals een scanner, een digitale camera of een digitale camcorder. USB-poort* Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan. † Dockingpoort 2 Hiermee sluit u de notebookcomputer aan op een optioneel dockingapparaat.
Onderdelen herkennen Ingangen, uitgangen en ventilatieopeningen Onderdeel Beschrijving Audio-uitgang Hierop sluit u een optionele hoofdtelefoon of (hoofdtelefoonuitgang) stereoluidsprekers met versterking aan. U kunt hierop ook de audiofunctie van een audio/video-apparaat zoals een televisie of videorecorder aansluiten. Audio-ingang Hierop sluit u een optionele monomicrofoon (microfooningang) (één geluidskanaal) aan.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de linkerkant Voorzieningen voor externe kaarten Onderdeel Beschrijving ExpressCard-slot (alleen Hierin kunt u een optionele bepaalde modellen) ExpressCard plaatsen. Geheugenkaartlezer (alleen Hierin kunt u een optionele bepaalde modellen) digitale geheugenkaart plaatsen.* Lampje van Aan: er wordt geschreven naar of geheugenkaartlezer (alleen gelezen van een optionele bepaalde modellen)
Onderdelen herkennen Aansluitpunt voor beveiligingskabel, poorten en ruimtes Onderdeel Beschrijving Aansluitpunt voor Hiermee bevestigt u de notebookcomputer aan beveiligingskabel een optionele beveiligingskabel. ✎ Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze ontmoedigingsmaatregelen kunnen niet voorkomen dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Onderdelen herkennen Onderdelen aan de onderkant Ruimtes en ventilatieopeningen Onderdeel Beschrijving Accuruimte Hierin kunt u een accu plaatsen.* Ventilatieopeningen (5) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. Ä Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een...
Onderdelen herkennen Compartiment van geheugenuitbreidingsmodule Onderdeel Beschrijving Compartiment van De notebookcomputer bevat één slot voor geheugenuitbreidingsmodule een geheugenuitbreidingsmodule. Bij levering van de notebookcomputer kan het slot leeg zijn of een verwisselbare geheugenmodule bevatten.* *De notebookcomputer bevat twee geheugenmoduleslots. Raadpleeg hoofdstuk 8, "Geheugenmodules", voor meer informatie over geheugen.
Onderdelen herkennen Antennes voor draadloze communicatie Onderdeel Beschrijving Antennes (2)* Hiermee worden signalen van apparatuur voor draadloze communicatie verzonden en ontvangen. Å Blootstelling aan radiofrequente straling. Het uitgestraalde vermogen van dit apparaat ligt onder de limieten voor blootstelling aan radiofrequente straling die de Amerikaanse overheidsorganisatie FCC heeft gesteld.
Onderdelen herkennen Extra hardwareonderdelen Afhankelijk van de regio, het land, het model van de notebook- computer en de optionele hardware die u heeft aangeschaft, worden verschillende onderdelen bij de notebookcomputer geleverd. In de volgende gedeelten worden de externe onderdelen beschreven waarvan de meeste notebookmodellen zijn voorzien. Handleiding voor de hardware en software 1–17...
Onderdelen herkennen Hardware voor de voeding en het modem Onderdeel Beschrijving Netvoedingsadapter* Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Netsnoer* Hiermee sluit u een netvoedingsadapter aan op een stopcontact. Accu* Hiermee kunt u de notebookcomputer op accuvoeding laten werken als de notebook- computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
Onderdelen herkennen Optische schijven Bij alle notebookmodellen wordt software meegeleverd op optische schijven, zoals cd's of dvd's. ■ De schijven in de verpakking "Required for Setup" (Benodigd voor installatie) bevatten software die niet vooraf is geïnstalleerd op de notebookcomputer. Al naar gelang de manier waarop u de notebookcomputer wilt gebruiken, kunt u sommige of alle applicaties installeren.
Als u de gegevens van het servicelabel wilt weergeven op het beeldscherm, selecteert u Start > Help en ondersteuning > Deze Compaq computer. ■ Certificaat van echtheid van Microsoft: bevat het Microsoft® Windows®-productidentificatienummer. U kunt het...
Pagina 31
Onderdelen herkennen ■ Labels met keurmerken voor apparatuur voor draadloze communicatie: bepaalde notebookmodellen zijn uitgerust met een optioneel 802.11-apparaat voor draadloze communicatie, een optioneel Bluetooth -apparaat of beide. Als uw ® notebookmodel is uitgerust met een of meer apparaten voor draadloze communicatie, is de notebookcomputer voorzien van een keurmerk met informatie over de voorschriften voor elk apparaat en goedkeuringen voor bepaalde landen waarin...
Energiebeheer Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding dient als overzicht van de locaties van de voedingsknoppen en voedingslampjes op de notebookcomputer. Handleiding voor de hardware en software 2–1...
Pagina 33
Energiebeheer De werking van deze knoppen en lampjes wordt beschreven in hoofdstuk 1, "Onderdelen herkennen". Instructies voor het gebruik van deze onderdelen staan in dit hoofdstuk. 1 Aan/uit/standby-lampjes (2) 4 Aan/uit-knop 2 Hotkey 5 Beeldschermschakelaar fn+f5 3 Acculampje ✎ De notebookcomputer heeft twee aan/uit/standby-lampjes. Het aan/uit/standby-lampje aan de bovenkant van de notebook- computer is alleen zichtbaar wanneer de notebookcomputer open is.
Energiebeheer Voedingsbronnen Voedingsbron selecteren De notebookcomputer kan werken op de accuvoeding van een geplaatste accu of op externe voeding die wordt geleverd via een netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. Bij het werken in de meeste applicaties kunt u gebruikmaken van elk van deze voedingsbronnen.
Energiebeheer Externe voeding of accuvoeding gebruiken Wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is voor de notebookcomputer, werkt deze op externe voeding. Hierdoor wordt een eventueel geplaatste accu gespaard. Omdat de notebookcomputer schakelt tussen accuvoeding en externe voeding op basis van de beschikbaarheid van een externe voedingsbron, geldt het volgende: ■...
Energiebeheer Standbystand en hibernationstand Standbystand Met de standbystand wordt er minder stroom geleverd aan systeemonderdelen die niet worden gebruikt. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en knipperen de aan/uit/standby-lampjes. Het is meestal niet noodzakelijk om uw werk op te slaan voordat u de standbystand activeert, maar u wordt aangeraden dit uit voorzorg toch te doen.
Energiebeheer Hibernationstand VOORZICHTIG: Als u de configuratie van de notebookcomputer wijzigt Ä wanneer de hibernationstand is geactiveerd, kan de hibernationstand mogelijk niet meer worden beëindigd. Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer de hibernationstand is geactiveerd: ■ Installeer of verwijder geen geheugenmodule. ■...
Pagina 38
Energiebeheer Als de notebookcomputer op accuvoeding werkt, activeert het systeem de hibernationstand automatisch wanneer de notebook- computer 30 minuten niet is gebruikt of wanneer het ladingsniveau van de accu kritiek laag is geworden. U kunt de periode zonder activiteit voordat de hibernationstand wordt geactiveerd, wijzigen.
Energiebeheer Standbystand of hibernationstand activeren of notebookcomputer afsluiten De volgende drie gedeelten bevatten informatie over het gebruik van de standbystand, de hibernationstand en afsluitprocedures in verschillende situaties. Raadpleeg "Standaardinstellingen voor energiebeheer", verderop in dit hoofdstuk voor informatie over de manier waarop u de standbystand en de hibernationstand activeert en beëindigt en de manier waarop u de notebookcomputer in- en uitschakelt.
Energiebeheer Wanneer u niet zeker bent van de betrouwbaarheid van de voedingsbron Als het niet zeker is of de externe voedingsbron betrouwbaar is: activeer de hibernationstand of schakel de notebookcomputer uit. De betrouwbaarheid van de voedingsbron kan onzeker worden bij situaties als onweer of een bijna volledig lege accu.
Energiebeheer Notebookcomputer of beeldscherm in- en uitschakelen Activiteit Procedure Resultaat ■ De aan/uit/standby- De notebook- Druk op de aan/uit-knop. computer lampjes gaan branden. ✎ Als u op de aan/uit-knop aanzetten. ■ Als de notebook- drukt, wordt de computer notebookcomputer weer ❐...
Energiebeheer Hibernationstand activeren of beëindigen De hibernationstand kan alleen worden geactiveerd wanneer deze voorziening is ingeschakeld. De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld. U controleert als volgt of de hibernationvoorziening is ingeschakeld: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld, is de optie Slaapstand inschakelen geselecteerd.
Pagina 43
Energiebeheer Activiteit Procedure Resultaat ■ De aan/uit/ De hibernation- Druk op de aan/uit-knop. stand standby-lampjes ✎ Als de hibernationstand beëindigen. gaan aan. automatisch werd geactiveerd ■ Uw gegevens vanwege een kritiek laag verschijnen weer ladingsniveau van de accu, sluit op het scherm. u een externe voedingsbron aan of plaatst u een opgeladen accu in de notebookcomputer voordat...
Energiebeheer Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat ■ De aan/uit/standby- De standbystand Terwijl de notebookcomputer is activeren. ingeschakeld, voert u een van de lampjes knipperen. volgende procedures uit: ■ Het scherm wordt ■ Druk op de hotkey fn+f5. gewist. ■...
Energiebeheer Noodprocedures voor het afsluiten van de notebookcomputer Als de notebookcomputer niet reageert op de standaardprocedure van Windows voor het afsluiten van uw besturingssysteem, probeert u de notebookcomputer af te sluiten met de volgende noodprocedures, in de volgorde waarin de procedures staan vermeld: ■...
Pagina 46
Energiebeheer In het venster Energiebeheer kunt u een aantal voorkeuren instellen, waaronder de functies van de aan/uit-knop en de beeldschermschakelaar. Wanneer de notebookcomputer is ingeschakeld, geldt standaard het volgende: ■ Wanneer u kort op de aan/uit-knop drukt, wordt de hibernationstand geactiveerd. ■...
Energiebeheer Pictogram Energiemeter weergeven Het pictogram Energiemeter bevindt zich standaard in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Wanneer het pictogram Energiemeter niet wordt weergegeven op de taakbalk, is mogelijk de standaardinstelling gewijzigd. U geeft het pictogram als volgt weer: 1.
Energiebeheer Beveiligingswachtwoord gebruiken Ter beveiliging van de notebookcomputer kunt u verschillende beveiligingswachtwoorden instellen, waaronder een wachtwoord voor de standbystand. Wanneer een wachtwoord voor de standbystand is ingesteld, wordt u gevraagd om dit wachtwoord op te geven telkens wanneer de standbystand of de hibernationstand wordt beëindigd. Het wachtwoord voor de standbystand is het wachtwoord voor de Windows-gebruikersaccount die actief is op het moment dat het wachtwoord wordt ingesteld.
Energiebeheer Accu's Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG: Schakel de notebookcomputer uit of activeer de Ä hibernationstand voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat uw werk verloren gaat. (Als u de hibernationstand activeert, verwijder de accu dan pas wanneer de aan/uit/standby-lampjes uit zijn, ten teken dat de hibernationstand volledig is geactiveerd.) Accu plaatsen...
Energiebeheer Accu verwijderen Er zijn accu's in allerlei modellen, maar de verwijderingsprocedure is voor alle modellen hetzelfde. U verwijdert een accu als volgt: 1. Leg de notebookcomputer ondersteboven. 2. Verschuif de accuontgrendeling en houd deze vast 1 terwijl u de accu uit de accuruimte trekt 2. Handleiding voor de hardware en software 2–19...
Energiebeheer Accu's opladen Een accu in de notebookcomputer wordt opgeladen als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via de netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. U kunt een in de notebookcomputer geplaatste accu opladen wanneer de computer in gebruik is of uitstaat, maar het opladen verloopt sneller als de computer uitstaat.
Energiebeheer Nieuwe accu opladen U laadt een nieuwe accu als volgt op: ■ Laad de accu op terwijl de notebookcomputer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron. ■ Laad de accu volledig op. In gebruik zijnde accu opladen U laadt een in gebruik zijnde accu als volgt op: ■...
Energiebeheer Ladinginformatie op het scherm weergeven U geeft als volgt informatie over de acculading weer op het beeldscherm: ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiemeter. – of – ■ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer Open Power Meter (Energiemeter openen).
Energiebeheer Bijna lege accu herkennen Laag niveau van de acculading Wanneer een accu de enige voedingsbron van de notebookcomputer is en de accu bijna leeg is, verschijnt er een waarschuwingsbericht. Als u de notebookcomputer probeert op te starten terwijl de accu in de notebookcomputer bijna leeg is, gaat het acculampje knipperen.
Energiebeheer Problemen met een bijna lege accu verhelpen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt gegevensverlies bij het Ä beëindigen van de hibernationstand: Als het niveau van de acculading van de notebookcomputer kritiek laag is en de hibernationstand wordt geactiveerd, wacht u tot de hibernationstand volledig is geactiveerd voordat u de voeding herstelt.
Energiebeheer Als de hibernationstand niet kan worden beëindigd Als de hibernationstand is geactiveerd op een moment waarop het niveau van de acculading zo laag was dat de notebookcomputer de hibernationprocedure niet kon voltooien, kunnen er tijdens de herstelprocedure prompts verschijnen met het verzoek om herstelgegevens te verwijderen.
Energiebeheer Procedure voor het kalibreren van een accu U kalibreert een accu door deze eerst volledig op te laden, vervolgens volledig te ontladen en dan weer volledig op te laden. Accu opladen Laad de accu op terwijl de notebookcomputer is ingeschakeld. U laadt de accu als volgt op: 1.
Pagina 58
Energiebeheer ■ De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch af wanneer de notebookcomputer inactief is. ■ De standbystand wordt niet automatisch geactiveerd. Ga als volgt te werk om de accu volledig te ontladen: 1. Schakel de hibernationvoorziening uit. U schakelt de hibernationvoorziening als volgt uit: a.
Pagina 59
Energiebeheer Accu opnieuw opladen 1. Sluit de notebookcomputer aan op een externe voedingsbron en houd de computer daarop aangesloten totdat de accu volledig is opgeladen en het acculampje uitgaat. U kunt de notebookcomputer gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen. Het opladen verloopt echter sneller als de computer is uitgeschakeld.
Energiebeheer Accuvoeding besparen De notebookcomputer werkt langer op één acculading als u gebruikmaakt van de volgende procedures en instellingen voor energiebesparing voor de accu. Energie besparen terwijl u werkt U bespaart als volgt accuvoeding terwijl u werkt: ■ Laat de notebookcomputer zo mogelijk op externe voeding in plaats van accuvoeding werken.
Energiebeheer ■ Verlaag de helderheid van het beeldscherm. Druk op de hotkey om de helderheid van het beeldscherm te fn+f7 verlagen. Druk op de hotkey om de helderheid van het fn+f8 beeldscherm te verhogen. ■ Activeer de standbystand of de hibernationstand of zet de notebookcomputer uit als u stopt met werken.
Als u batterijen/accu's wilt inleveren voor hergebruik of op de juiste manier wilt afvoeren, kunt u in Europa gebruikmaken van het openbare inzamelingssysteem voor klein chemisch afval of de batterijen/accu's terugsturen naar HP, uw bevoegde servicepartner of een vertegenwoordiger hiervan. Handleiding voor de hardware en software...
Toetsenbord Touchpad Touchpad gebruiken Het touchpad (zie de volgende afbeelding) wordt geactiveerd wanneer de notebookcomputer wordt ingeschakeld. Handleiding voor de hardware en software 3–1...
Pagina 64
Toetsenbord Wanneer het touchpad is geactiveerd, brandt het touchpad- lampje 1 en biedt het touchpad de functies van een optionele externe muis: ■ Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad 2 in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen.
Toetsenbord Eigenschappen voor de muis instellen Voorkeuren voor het touchpad worden ingesteld in de vensters Eigenschappen voor Muis en TouchPad Properties (Eigenschappen voor Touchpad). U opent het venster Eigenschappen voor Muis als volgt: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware >...
Pagina 66
Toetsenbord ■ Edge Motion (Randverplaatsing): hiermee kunt u instellen dat de cursor doorbeweegt wanneer uw vinger de rand van het touchpad bereikt. Om de instellingen van Edge Motion (Randverplaatsing) te openen, selecteert u Pointer Motion (Verplaatsing van aanwijzer). ■ Long Distance Scrolling (Verder schuiven): hiermee kunt u instellen dat schuifvlak doorschuift wanneer uw vinger de rand van het schuifvlak bereikt.
Toetsenbord Hotkeys Overzicht van hotkeys Een hotkey is een vooraf ingestelde combinatie van de toets met de -toets of een van de functietoetsen. De pictogrammen op de functietoetsen tot en met vertegenwoordigen hun hotkeyfuncties. De volgende tabel geeft een overzicht van de hotkeyfuncties. U kunt een vergelijkbaar overzicht van hotkeyfuncties weergeven op het beeldscherm.
Toetsenbord Procedures voor hotkeys Als u een hotkeyopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van de notebookcomputer, volgt u een van de volgende procedures: ■ Druk kort op en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. ■ Houd ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens beide toetsen tegelijk los.
Pagina 69
Toetsenbord ■ updates voor het besturingssysteem, stuurprogramma's en de software die bij de notebookcomputer is geleverd; ■ controles op de functionaliteit van de notebookcomputer; ■ geautomatiseerde en interactieve probleemoplossing, oplossingen voor herstel en procedures voor systeemherstel; ■ koppelingen naar de klantenondersteuning. Afdrukvenster openen (fn+f2) Met de hotkey opent u het afdrukvenster van de actieve...
Toetsenbord Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Met de hotkey kunt u schakelen tussen beeldschermen die fn+f4 op het systeem zijn aangesloten. Als er bijvoorbeeld een optionele monitor op de notebookcomputer is aangesloten via de externe-monitorpoort, kunt u met de hotkey schakelen fn+f4 tussen weergave op het beeldscherm van de notebookcomputer, weergave op de aangesloten monitor en gelijktijdige weergave op...
Toetsenbord Standbystand activeren (fn+f5) Met de hotkey activeert u de standbystand. fn+f5 Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de notebookcomputer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit/standby-lampjes.
Pagina 72
Windows-wachtwoorden en voor het gebruik van geheugensteuntjes voor wachtwoorden: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Gebruikersaccounts > Gebruikersaccounts. Raadpleeg het gedeelte "Compaq wachtwoorden en Windows-wachtwoorden" hoofdstuk 12, "Beveiliging", voor informatie over het combineren van Windows-wachtwoorden en Compaq wachtwoorden.
Toetsenbord Helderheid van het beeldscherm verlagen (fn+f7) Met de hotkey vermindert u de helderheid van het fn+f7 beeldscherm van de notebookcomputer. Hoe langer u de hotkey ingedrukt houdt, des te donkerder het beeldscherm wordt. fn+f7 Als u de helderheid van het scherm verlaagt, wordt er minder energie verbruikt.
Toetsenbord Afspelen van een audio-cd of dvd stoppen (fn+f10) Met de hotkey wordt het afspelen van een audio-cd of dvd fn+f10 gestopt. U moet een cd of dvd die wordt afgespeeld, stoppen voordat u deze uit de optische-schijfeenheid kunt nemen. Raadpleeg "Optische-schijfeenheid"...
Toetsenbord Systeemgegevens weergeven (fn+esc) Met de hotkey geeft u systeemgegevens weer, zoals de fn+esc productnaam, de totale hoeveelheid geheugen, de processornaam, de toetsenbordrevisie en het systeem-BIOS. In de weergave die wordt geopend met , wordt de versie fn+esc van het BIOS (basic input-output system) van het systeem weergegeven als de BIOS-datum.
Toetsenbord Quick Launch Buttons-software U kunt het configuratiescherm Quick Launch Buttons gebruiken voor de volgende taken: ■ voorkeuren instellen voor de weergave van het pictogram Quick Launch Buttons; ■ informatie over hotkeys weergeven; ■ de grootte en plaatsing wijzigen van pictogrammen en tekst op het bureaublad van Windows.
Toetsenbord 2. Selecteer het tabblad Advanced (Geavanceerd). Op het tabblad Advanced (Geavanceerd) kunt u het volgende doen: ❏ het pictogram Quick Launch Buttons op de taakbalk weergeven of verbergen; ◆ Om het pictogram weer te geven, selecteert u de optie Show icon on the taskbar (Pictogram op de taakbalk weergeven).
Toetsenbord 2. Selecteer het tabblad Function (Functietoetsen). 3. Om de weergave te sluiten, klikt u op OK. "Hotkeys", eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie over hotkeys. Voorkeuren voor weergave van pictogrammen op het bureaublad van Windows instellen U wijzigt als volgt de grootte van de pictogrammen op het bureaublad en van de bijbehorende tekst: 1.
Toetsenbord Toetsenblokken De notebookcomputer heeft een geïntegreerd numeriek toetsen- blok en ondersteunt een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Al naar gelang de configuratie is het geïntegreerde toetsenblok mogelijk niet beschikbaar wanneer op de notebookcomputer een extern toetsenblok is aangesloten.
Pagina 80
Toetsenbord In- en uitschakelen Het geïntegreerde numerieke toetsenblok is standaard uitgeschakeld. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is 1 om het toetsenblok in te uitgeschakeld, drukt u op fn+num lk schakelen. Het num lock-lampje 2 gaat branden. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, drukt u op om het toetsenblok uit te fn+num lk...
Toetsenbord Schakelen tussen functies van toetsen U kunt schakelen tussen de standaardfunctie (de letter) en de toetsenblokfunctie van een toets op het geïntegreerde numerieke toetsenblok. ■ Als u een toets van het toetsenblok als toetsenbloktoets wilt gebruiken wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u -toets ingedrukt terwijl u op de toets drukt.
Toetsenbord Werken met een extern numeriek toetsenblok ✎ Al naar gelang de configuratie is het geïntegreerde toetsenblok mogelijk niet beschikbaar wanneer op de notebookcomputer een extern toetsenblok is aangesloten. Als u num lock op een extern numeriek toetsenblok wilt in- of uitschakelen, drukt u op de -toets op het externe num lk...
Multimedia Geluidsvoorzieningen Audio-ingang (microfooningang) gebruiken Op de audio-ingang, die hierna is afgebeeld, kunt u een optionele monomicrofoon (één geluidskanaal) aansluiten. De audio-ingang wordt ook wel microfooningang genoemd. Het verdient aanbeveling een electret-condensatormicrofoon met een 3,5-mm stekker te gebruiken. Als u een dynamische microfoon aansluit, wordt de aanbevolen gevoeligheid mogelijk niet bereikt.
Multimedia Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) gebruiken WAARSCHUWING: Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon Å opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. VOORZICHTIG: Sluit een connector voor één geluidskanaal (mono) Ä niet aan op de audio-uitgang, om mogelijke beschadiging van externe apparatuur te voorkomen.
Multimedia Geluidsvolume aanpassen U kunt het volume aanpassen met de volumeknoppen van de notebookcomputer of met de software voor volumeregeling die beschikbaar is in het besturingssysteem en in sommige multimedia-applicaties. De knop voor het uitschakelen van het geluid op de notebookcomputer heeft voorrang op alle softwarematige volume-instellingen.
Multimedia Pictogram Volume van Windows gebruiken U plaats het pictogram Volume van Windows als volgt op de taakbalk: selecteer Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en audioapparaten > Geluiden en audioapparaten en selecteer daarna het tabblad Volume. Schakel het selectievakje Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen in en klik op OK.
Pagina 87
Multimedia Als u videosignalen wilt verzenden via de S-video-uitgang, heeft u een standaardkabel voor S-video nodig. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken. U sluit als volgt de S-videokabel aan: 1. Sluit een van de uiteinden van de S-videokabel aan op de S-video-uitgang van de notebookcomputer.
Multimedia Monitor, projector of televisie aansluiten Monitor of projector aansluiten U sluit als volgt een optionele VGA-monitor of projector aan op de notebookcomputer: 1. Zorg dat de monitor of projector is uitgeschakeld. 2. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector aan op de externe-monitorpoort, die zich achter op de notebookcomputer bevindt.
Multimedia Televisie aansluiten Voor het aansluiten van een televisietoestel op de notebook- computer (of voor de meeste andere configuraties waarbij geluids- en beeldfuncties worden gecombineerd), heeft u een audiokabel en een S-videokabel nodig. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken. Audio aansluiten Om de audio aan te sluiten, heeft u een audiokabel nodig die de audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) van de...
Multimedia Videoweergave wijzigen Videobeeld weergeven en schakelen Als u videobeelden wilt weergeven op het beeldscherm van de notebookcomputer of op het beeldscherm van een optioneel extern videoapparaat, moet zowel de notebookcomputer als het videoapparaat zijn ingeschakeld. U schakelt het beeld als volgt tussen het beeldscherm van de notebookcomputer en het beeldscherm van het videoapparaat: »...
Multimedia U wijzigt de locatie-instelling, en daarmee de kleurentelevisie- standaard, als volgt: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Datum, tijd, taal en landinstellingen > Landinstellingen > tabblad Landinstellingen. 2. Selecteer in het deelvenster Locatie onder aan het tabblad Landinstellingen een land in de vervolgkeuzelijst. 3.
Multimedia Raadpleeg "Multimedia-applicaties installeren", verderop in dit hoofdstuk voor informatie over het installeren van een vooraf geladen applicatie of een applicatie die is meegeleverd op een schijf. Bij sommige notebookmodellen kan ook aanvullende informatie over bepaalde multimedia-applicaties in gedrukte vorm zijn meegeleverd.
Multimedia Windows MovieMaker gebruiken Met Windows MovieMaker kunt u films maken en bewerken met behulp van basisprocedures voor slepen-en-neerzetten. Apple iTunes gebruiken Met Apple iTunes kunt u audio-cd's afspelen, muziek van of naar cd's kopiëren, radiozenders op Internet beluisteren, uw muziekcollectie delen met andere computers en muziekbestanden zoeken en beheren.
Multimedia Multimedia-applicaties installeren Vooraf geladen applicaties installeren Sommige multimedia-applicaties die bij de notebookcomputer worden geleverd, zijn vooraf geladen maar niet vooraf geïnstalleerd. Een vooraf geladen item is op de vaste schijf geplaatst maar kan pas worden gebruikt nadat het is geïnstalleerd. Als u toegang wilt tot vooraf geladen items, selecteert u Start >...
Multimedia 4. Plaats de schijf in de optische-schijfeenheid. Na enkele seconden verschijnt er een installatiewizard. Als de installatiewizard niet verschijnt, zijn uw instellingen voor Automatisch afspelen mogelijk gewijzigd. U gaat als volgt verder met de installatie: a. Selecteer Start > Uitvoeren. b.
Multimedia U kunt gebruikmaken van klantenondersteuning voor elke multimedia-applicatie die bij de notebookcomputer is geleverd. ✎ Sommige cd's en dvd's bevatten afspeelsoftware die niet bij de notebookcomputer is geleverd, zoals PCFriendly. Als u een schijf plaatst met afspeelsoftware die niet bij de notebook- computer is geleverd, wordt u gevraagd of u die software wilt installeren.
Multimedia Hotkeys voor het afspelen van media gebruiken Een hotkey voor het afspelen van media is een combinatie van de -toets 1 en een van de functietoetsen. Met de hotkeys voor het afspelen van media kunt u het afspelen besturen van een audio-cd of een dvd die in de optische-schijfeenheid is geplaatst.
Multimedia Voorzorgsmaatregelen voor het afspelen U voorkomt als volgt verlies van de afspeelfunctionaliteit of de afspeelkwaliteit: ■ Voor een optimale afspeelkwaliteit slaat u uw werk op en sluit u alle geopende applicaties af voordat u een cd of dvd afspeelt. ■...
Multimedia Voorkeuren voor Automatisch afspelen instellen Automatisch afspelen is een voorziening van het besturings- systeem die bepaalt hoe de notebookcomputer reageert wanneer u bestanden opent op een apparaat met verwisselbare media, zoals een optische schijf. De standaardinstellingen van Automatisch afspelen verschillen per notebookmodel en -configuratie.
Multimedia U opent als volgt de instellingen voor Automatisch afspelen: 1. Selecteer Start > Deze computer. 2. Klik onder Stations met verwisselbaar medium met de rechtermuisknop op een item zoals een dvd-rom-drive. 3. Klik met de rechtermuisknop op Eigenschappen. 4. Selecteer het tabblad Automatisch afspelen. Regio-instelling van dvd's wijzigen VOORZICHTIG: Houd er rekening mee dat de regio-instelling op een Ä...
Pagina 101
Multimedia Dvd-instellingen wijzigen in het besturingssysteem U wijzigt als volgt de regio-instelling voor dvd's in het besturingssysteem: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Systeem. 2. Selecteer het tabblad Hardware. 3. Selecteer op het tabblad Hardware de knop Apparaatbeheer. 4.
Pagina 102
Multimedia Dvd-instellingen wijzigen in een multimedia-applicatie Als u werkt met de software InterVideo WinDVD Player, vindt u het wellicht handiger om de regio-instelling voor dvd's te wijzigen in WinDVD Player in plaats van in het besturingssysteem. U raadpleegt als volgt instructies voor het wijzigen van regio-instellingen voor dvd's in InterVideo WinDVD Player: 1.
Schijfeenheden Onderhoud van schijfeenheden VOORZICHTIG: Ga als volgt te werk om verlies van uw werk en schade Ä aan de notebookcomputer of een schijfeenheid te voorkomen: ■ Wees voorzichtig met een schijfeenheid. Laat deze niet vallen. ■ Stel een vaste schijf niet bloot aan apparatuur met magnetische velden.
Schijfeenheden VOORZICHTIG: Om het risico van gegevensverlies te verminderen, kunt Ä u het beste de standbystand activeren voordat u de notebookcomputer van de ene locatie naar de andere verplaatst. Als u de standbystand wilt activeren, drukt u op de hotkey fn+f5 of doet u het volgende: Windows XP Home: selecteer Start >...
Schijfeenheden Optische-schijfeenheid Optische schijf plaatsen Om de cd of dvd tijdens deze procedure te beschermen, pakt u de schijf vast aan de randen en raakt u het oppervlak niet aan. U plaatst als volgt een optische schijf: 1. Zorg ervoor dat de notebookcomputer is ingeschakeld. 2.
Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (als er voeding beschikbaar is) Deze procedure kan alleen worden gebruikt wanneer de notebookcomputer aan staat. Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, raadpleegt u "Optische schijf verwijderen (als er geen voeding beschikbaar is)", hierna in dit hoofdstuk. Een cd of dvd die wordt afgespeeld, moet worden gestopt voordat u deze kunt verwijderen.
Pagina 107
Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (als er geen voeding beschikbaar is) Als de notebookcomputer is uitgeschakeld of als er geen voeding beschikbaar is, werkt de ejectknop van de optische-schijfeenheid niet. Gebruik de volgende procedure om een schijf te verwijderen zonder de ejectknop van de optische-schijfeenheid te gebruiken. Om de cd of dvd tijdens deze procedure te beschermen, pakt u de schijf vast aan de randen en raakt u het oppervlak niet aan.
Schijfeenheden Inhoud van een optische schijf weergeven De instellingen voor Automatisch afspelen bepalen hoe de notebookcomputer reageert wanneer u een optische schijf plaatst of software gebruikt voor toegang tot een optische schijf. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de inhoud van een schijf automatisch wordt weergegeven zodra de schijf wordt geplaatst.
Schijfeenheden Standbystand of hibernationstand niet activeren Activeer de standbystand of de hibernationstand niet terwijl er een schijfmedium, zoals een cd of dvd, wordt afgespeeld. Zo voorkomt u mogelijk verlies van de afspeelfunctionaliteit of de afspeelkwaliteit. Als de standbystand of de hibernationstand wordt geactiveerd terwijl een medium in een schijfeenheid in gebruik is, kan het volgende waarschuwingsbericht verschijnen: "Putting the computer into hibernation or standby may stop the playback.
PC Cards en ExpressCards Wat is een PC Card? VOORZICHTIG: Als u wilt voorkomen dat bepaalde PC Cards niet meer Ä worden ondersteund, installeer dan niet alle software en geen enablers die door de fabrikant van een PC Card worden geleverd. Als u volgens de instructies in de documentatie bij de PC Card stuurprogramma's moet installeren, houdt u dan rekening met het volgende: ■...
PC Cards en ExpressCards PC Card plaatsen VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om beschadiging Ä van de PC Card-connectoren te voorkomen: ■ Oefen zo weinig mogelijk kracht uit wanneer u een PC Card in een PC Card-slot plaatst. ■...
Pagina 112
PC Cards en ExpressCards 2. U plaatst een PC Card als volgt: a. Houd de kaart met het label naar boven, terwijl de connectoren naar de notebookcomputer zijn gericht. b. Schuif de kaart voorzichtig in het slot tot de kaart goed op zijn plaats zit.
PC Cards en ExpressCards PC Card stopzetten of verwijderen VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het Ä systeem vastloopt, zet u een PC Card stop voordat u deze verwijdert. ✎ U spaart voeding als u een PC Card stopzet, zelfs als de kaart niet in gebruik is.
PC Cards en ExpressCards Wat is een ExpressCard? Een ExpressCard is een hoogwaardige PC Card van de volgende generatie. Net als standaard PC Cards hebben ExpressCards een functionaliteit die voldoet aan de specificaties van de Personal Computer Memory Card International Association (PCMCIA). Een ExpressCard kan niet in een standaard PC Card-slot worden geplaatst.
PC Cards en ExpressCards ExpressCard configureren VOORZICHTIG: Als u wilt voorkomen dat bepaalde ExpressCards niet Ä meer worden ondersteund, installeer dan niet alle software en geen enablers die door de fabrikant van een ExpressCard worden geleverd. Als u volgens de instructies in de documentatie bij de ExpressCard stuurprogramma's moet installeren, houdt u dan rekening met het volgende: ■...
Pagina 116
PC Cards en ExpressCards 1. U ontgrendelt en verwijdert als volgt het plaatje uit het ExpressCard-slot: a. Druk het plaatje met enige kracht naar binnen en laat het daarna snel los 1. b. Haal het plaatje uit het slot 2. 2.
PC Cards en ExpressCards ExpressCard stopzetten of verwijderen VOORZICHTIG: Zet de ExpressCard stop voordat u de kaart Ä verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. ✎ U bespaart energie als u een ExpressCard stopzet. Dit geldt ook als de kaart niet in gebruik is.
Pagina 118
PC Cards en ExpressCards 2. Om de ExpressCard te ontgrendelen, drukt u de kaart met enige kracht naar binnen en laat u de kaart daarna snel los 1. 3. Om de kaart te verwijderen, trekt u de kaart voorzichtig uit het slot 2.
Digitale geheugenkaarten Wat is een digitale geheugenkaart? Digitale geheugenkaarten worden vaak gebruikt voor digitale opslag op camera's, camcorders en andere draagbare apparaten. De geheugenkaartlezer op bepaalde notebookcomputers ondersteunt de meeste digitale geheugenkaarten. U kunt bijvoorbeeld kaarten van de volgende typen gebruiken: ■...
Digitale geheugenkaarten Lampje van de geheugenkaartlezer gebruiken Het lampje van de geheugenkaartlezer, dat op de volgende afbeelding is weergegeven, is alleen aanwezig op notebookmodellen met een geheugenkaartlezer. Het lampje is: ■ aan wanneer er wordt geschreven naar of gelezen van een geplaatste digitale geheugenkaart;...
Digitale geheugenkaarten Digitale geheugenkaart plaatsen VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om beschadiging Ä van de connectoren van digitale geheugenkaarten te voorkomen: ■ Oefen zo weinig mogelijk druk uit wanneer u een digitale geheugenkaart in de geheugenkaartlezer plaatst. ■ Verplaats of vervoer de notebookcomputer niet wanneer er een digitale geheugenkaart in de geheugenkaartlezer is geplaatst.
Digitale geheugenkaarten Digitale geheugenkaart verwijderen U kunt als volgt een digitale geheugenkaart stopzetten en verwijderen: 1. Sluit alle applicaties en voltooi alle activiteiten die gebruikmaken van de kaart. (Om een gegevensoverdracht te stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van Windows.) 2.
Geheugenmodules Wat is een geheugenmodule? Een geheugenmodule is een kleine printplaat die geheugenchips bevat. Een geheugenmodule wordt in een geheugenmoduleslot geplaatst. De notebookcomputer heeft twee geheugenmoduleslots: een voor de primaire geheugenmodule en een voor de geheugenuitbreidingsmodule. Met geheugenmodules vergroot u het RAM (random access memory).
Geheugenmodules Slot voor geheugenuitbreidings- module Al naar gelang uw notebookmodel kan het slot voor de geheugenuitbreidingsmodule van de notebookcomputer leeg zijn of een verwisselbare geheugenmodule bevatten. Procedures voor het plaatsen of verwijderen van een geheugenmodule in het slot voor de geheugenuitbreidingsmodule staan beschreven in "Geheugenmodule verwijderen of plaatsen", verderop in dit hoofdstuk.
Geheugenmodules Geheugenmodule verwijderen of plaatsen WAARSCHUWING: Deze procedure geldt alleen voor het Å compartiment van de geheugenuitbreidingsmodule. Probeer niet deze procedure in andere compartimenten uit te voeren, om het risico van letsel door elektrische schokken te beperken. Het compartiment van de geheugenuitbreidingsmodule en de accuruimte zijn de enige interne compartimenten van de notebookcomputer die voor de gebruiker toegankelijk zijn.
Pagina 126
Geheugenmodules 6. Verwijder de accu. (Raadpleeg "Accu plaatsen of verwijderen" hoofdstuk 2, "Energiebeheer", voor instructies. 7. Verwijder de schroef van het compartiment van de geheugen- uitbreidingsmodule 1, til het afdekplaatje van het compartiment van de geheugenuitbreidingsmodule op en verwijder het plaatje 2. 8–4 Handleiding voor de hardware en software...
Pagina 127
Geheugenmodules 8. Verwijder of plaats de geheugenmodule. U verwijdert een geheugenmodule als volgt: a. Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de module weg 1. (De module komt omhoog.) b. Pak de module aan de randen vast en trek de module voorzichtig uit het slot van de geheugenuitbreidingsmodule 2.
Pagina 128
Geheugenmodules U plaatst een geheugenmodule als volgt: a. Laat de inkepingen op de rand van de module samenvallen met de inkepingen op het slot voor de geheugen- uitbreidingsmodule 1. b. Duw de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het compartiment van de geheugen- uitbreidingsmodule in het slot totdat de module op zijn plaats zit 2.
Pagina 129
Geheugenmodules 9. U sluit het compartiment van de geheugenuitbreidingsmodule als volgt: a. Plaats het afdekplaatje van het compartiment van de geheugenuitbreidingsmodule met de lipjes in de uitsparingen in de notebookcomputer 1. b. Klap het afdekplaatje omlaag totdat het vastzit 2. 10.
■ U geeft als volgt de hoeveelheid RAM in het systeem weer: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Deze Compaq computer. ■ U geeft als volgt de hoeveelheid vrije ruimte op de vaste...
Pagina 131
Geheugenmodules U krijgt als volgt toegang tot de geheugeninformatie en geheugeninstellingen die beschikbaar zijn in het menu Advanced (Geavanceerd) van het setupprogramma: 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop.
USB- en 1394-apparatuur Wat is USB? USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface waarmee externe apparaten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -schijfeenheid, -printer, -scanner of -hub op de notebookcomputer of een optioneel dockingapparaat kunnen worden aangesloten. Een hub is een verbindingsapparaat met of zonder eigen voeding. USB-hubs kunnen worden aangesloten op een USB-poort van de notebookcomputer of op andere USB-hubs.
USB- en 1394-apparatuur USB-apparaat aansluiten U kunt een USB-apparaat aansluiten op een van de vier USB-poorten van de notebookcomputer. De USB-poorten bevinden zich op de achterkant 1, linkerkant 2 en 3, en rechterkant 4 van de notebookcomputer. 9–2 Handleiding voor de hardware en software...
USB- en 1394-apparatuur Wat is 1394? IEEE 1394 is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een multimedia-apparaat of gegevensopslagapparaat met hoge snelheid aan te sluiten op de notebookcomputer. Voor scanners, digitale camera's en digitale camcorders is vaak een 1394-aansluiting vereist. Een 1394-poort is alleen beschikbaar op bepaalde notebookmodellen.
Modems en netwerken Geïntegreerd modem Modemkabel De notebookcomputer heeft een RJ-11-modemconnector en een geïntegreerd modem. Bij alle notebookmodellen wordt een modemkabel met een 6-pins RJ-11-connector aan beide uiteinden geleverd. Als u de notebookcomputer heeft aangeschaft in een land waar aansluitingen van een ander type dan RJ-11 worden gebruikt, wordt ook een landspecifieke modemadapter meegeleverd.
Pagina 136
Modems en netwerken Een ruisonderdrukkingscircuit voorkomt storing door tv- en radiosignalen. Als u een modemkabel met een ruisonderdrukkingscircuit 2 aansluit, sluit u de kant met het ruisonderdrukkingscircuit 1 van de kabel aan op de notebookcomputer. ✎ Het uiterlijk van modemkabels verschilt per regio en land. 10–2 Handleiding voor de hardware en software...
Modems en netwerken Modemkabel gebruiken WAARSCHUWING: Sluit geen telefoonkabel aan op de RJ-45-netwerk- Å connector van de notebookcomputer, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken. U sluit het modem als volgt aan op een analoge telefoonlijn die een RJ-11-aansluiting heeft: 1.
Modems en netwerken Landspecifieke modemkabeladapter gebruiken WAARSCHUWING: Sluit geen telefoonkabel aan op de RJ-45-netwerk- Å connector van de notebookcomputer, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken. U sluit het modem als volgt aan op een analoge telefoonlijn die een een ander type telefoonaansluiting dan RJ-11 heeft: 1.
Modems en netwerken Landinstelling voor het modem Het modem is standaard zo geconfigureerd dat het alleen voldoet aan de normen die van toepassing zijn in het land waar u het modem heeft gekocht. In het buitenland kunt u de modem- instellingen aanpassen aan de normen die in andere landen gelden.
Pagina 140
Modems en netwerken VOORZICHTIG: Om de standaardinstelling voor de modemlocatie niet kwijt te raken (normaliter is dit de landinstelling voor uw eigen land), mag u de standaardinstelling voor de modemlocatie niet verwijderen. In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u nieuwe locatie-instellingen toevoegt zonder bestaande locatie-instellingen te verwijderen.
Modems en netwerken Problemen met verbindingen in het buitenland oplossen Als u problemen met de verbinding ondervindt wanneer u het modem gebruikt buiten het land waar u de notebookcomputer heeft aangeschaft, kunt u deze problemen mogelijk oplossen aan de hand van de volgende suggesties. ■...
Pagina 142
Modems en netwerken ■ Controleer het telefoonnummer dat u kiest en de reactie van het externe modem (het modem waarmee u een verbinding tot stand wilt brengen). Kies het telefoonnummer met de telefoon, controleer of het modem op afstand reageert en hang vervolgens op. ■...
Modems en netwerken 5. Selecteer de huidige locatie in de vervolgkeuzelijst Land/regio. (Als u een land of regio selecteert waarvoor het modem geen ondersteuning biedt, kunt u bij Land/regio geen netnummer opgeven. 6. Klik op Toepassen en daarna op OK. 7.
Modems en netwerken Netwerk Netwerkkabel De notebookcomputer heeft een 8-pins RJ-45-netwerk- aansluiting. Om de notebookcomputer aan te sluiten op een netwerk, heeft u een standaardnetwerkkabel nodig met aan elk uiteinde een RJ-45-connector. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij de meeste computer- en elektronicazaken. Sommige netwerkkabels bevatten een ruisonderdrukkingscircuit om storing van tv- en radiosignalen te voorkomen.
Modems en netwerken Netwerkkabel gebruiken U sluit een netwerkkabel als volgt aan: 1. Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-netwerkconnector 1 van de notebookcomputer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een netwerkaansluiting in de wand 2. ✎...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Als de notebookcomputer een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie heeft, zoals 802.11- of Bluetooth- apparaten voor draadloze communicatie, is de notebookcomputer geschikt voor een draadloos netwerk. ■ Een notebookcomputer met een 802.11-apparaat voor draadloze communicatie kan verbinding maken met draadloze netwerken in bedrijven, bij u thuis en in openbare ruimtes.
Pagina 147
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) De notebookcomputer heeft een knop die kan worden gebruikt om de 802.11- en Bluetooth-apparaten te activeren en deactiveren, en een bijbehorend lampje dat de status van de apparatuur voor draadloze communicatie aangeeft. De volgende afbeelding laat de knop 1 en het lampje 2 voor draadloze communicatie zien.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Draadloos lokaal netwerk (alleen bepaalde modellen) Met het 802.11-apparaat voor draadloze communicatie kunt u toegang krijgen tot een draadloos lokaal netwerk (WLAN: wireless local area network) dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Pagina 149
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Er zijn drie populaire implementaties van WLAN-adapters: ■ alleen 802.11b ■ 802.11b/g ■ 802.11a/b/g 802.11b, de eerste populaire WLAN-standaard, ondersteunt gegevenssnelheden tot 11 Mbps en werkt met een frequentie van 2,4 GHz. 802.11g, een recentere standaard, werkt ook op 2,4 GHz maar ondersteunt gegevenssnelheden tot 54 Mbps.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Thuis een draadloos lokaal netwerk opzetten Als u thuis een draadloos lokaal netwerk wilt opzetten en verbinding wilt maken met Internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ■ een optioneel breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) en een Internet-service met hoge snelheid via een abonnement bij een Internet-provider 1 ■...
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) WLAN-verbinding gebruiken U gebruikt een draadloze LAN-verbinding als volgt: ■ Controleer of alle vereiste stuurprogramma's voor het 802.11-apparaat voor draadloze communicatie zijn geïnstalleerd en of het apparaat correct is geconfigureerd. ✎ Als u een geïntegreerd 802.11-apparaat voor draadloze communicatie gebruikt, zijn alle vereiste stuurprogramma's geïnstalleerd en is de adapter vooraf geconfigureerd en klaar voor gebruik.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze communicatie Wanneer u zelf een WLAN opzet of verbinding maakt met een bestaand WLAN, is het altijd belangrijk ervoor te zorgen dat het draadloze netwerk wordt beschermd door beveiligings- voorzieningen. Als u geen beveiliging inschakelt voor het WLAN, kan een onbevoegde gebruiker die draadloos kan communiceren, toegang krijgen tot de gegevens op uw notebookcomputer en zonder dat u het weet gebruikmaken van...
Pagina 153
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) 802.11-apparaat voor draadloze communicatie herkennen Als u de WLAN-software wilt installeren voor een geïntegreerd 802.11-apparaat voor draadloze communicatie, moet u de naam van dat apparaat op de notebookcomputer kennen. U herkent als volgt een geïntegreerd 802.11-apparaat voor draadloze communicatie: 1.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Software en documentatie voor een draadloos netwerk gebruiken De WLAN-software is vooraf geladen op de notebookcomputer en is beschikbaar in het hulpprogramma Software Setup (Software installeren). U installeert de WLAN-software als volgt: » Selecteer Start > Alle programma's > Software Setup (Software installeren) en volg de instructies op het scherm.
Pagina 155
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) De apparaten worden in de Bluetooth-software voor Windows aangeduid met pictogrammen die de fysieke eigenschappen van het apparaat weergeven. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te herkennen en te onderscheiden van andere apparaatklassen. De Bluetooth-software voor Windows bestaat uit de volgende onderdelen: ■...
Pagina 156
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) ■ Hands-free: stelt een in een auto ingebouwd hands-free apparaat of een notebookcomputer die als hands-free apparaat fungeert, in staat om een draadloze verbinding tot stand te brengen met een mobiele telefoon en te werken als de audio-ingang en audio-uitgang van een mobiele telefoon met Bluetooth.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Status van apparaten In combinatie met Wireless Assistant activeert en deactiveert u met de knop voor draadloze communicatie 1 802.11-apparaten en Bluetooth-apparaten. Wanneer u de notebookcomputer inschakelt, worden standaard de 802.11-apparaten en Bluetooth-apparaten ingeschakeld en gaat het bijbehorende lampje 2 branden.
Pagina 158
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) U kunt apparaten voor draadloze communicatie activeren en deactiveren met de knop voor draadloze communicatie. Wanneer de apparaten voor draadloze communicatie zijn geactiveerd met de knop voor draadloze communicatie, kunt u Wireless Assistant gebruiken om de apparaten afzonderlijk in- en uit te schakelen. Wanneer de apparaten voor draadloze communicatie zijn gedeactiveerd, moet u ze activeren voordat u ze kunt in- of uitschakelen met Wireless Assistant.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Apparaten inschakelen Situatie Gewenste actie Handeling ■ Wireless Assistant U wilt een van 1. Klik met de rechtermuisknop geeft aan dat WLAN beide of beide op het pictogram Wireless en Bluetooth zijn apparaten Assistant in het uitgeschakeld inschakelen systeemvak.
Pagina 160
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Situatie Gewenste actie Handeling ■ Wireless Assistant U wilt een van 1. Klik met de rechtermuisknop geeft aan dat het ene beide of beide op het pictogram Wireless apparaat is apparaten Assistant in het ingeschakeld en het inschakelen systeemvak.
Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen) Apparaten uitschakelen en deactiveren Situatie Gewenste actie Handeling ■ Wireless Assistant U wilt beide apparaten Druk op de knop voor geeft aan dat deactiveren draadloze communicatie. WLAN en U wilt een van beide of 1. Klik met de Bluetooth zijn beide apparaten rechtermuisknop op het...
Beveiliging Beveiligingsvoorzieningen ✎ Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze ontmoedigingsmaatregelen kunnen niet voorkomen dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Met de beveiligingsvoorzieningen waarmee de notebook- computer is uitgerust, kunt u de notebookcomputer, persoonlijke informatie en gegevens beschermen tegen een aantal mogelijke gevaren.
Pagina 163
(f10) Ongeoorloofde toegang tot de DriveLock* inhoud van een vaste schijf Ongeoorloofd opstarten vanaf een Apparaatbeveiliging* cd, dvd of diskette ■ Compaq beheerderswachtwoord* Ongeoorloofde toegang tot gegevens ■ Windows-beveiligingsupdates ■ Firewall-software Ongeoorloofde toegang tot de Compaq beheerderswachtwoord* BIOS-instellingen en andere...
Beveiliging Beveiligingsvoorkeuren in het setupprogramma De meeste voorkeuren voor de beveiligingsvoorzieningen worden ingesteld in het setupprogramma. Omdat dit geen Windows-hulpprogramma is, worden de voorzieningen voor de cursorbesturing van de notebookcomputer niet ondersteund. U kunt in het setupprogramma alleen via de toetsen van de notebookcomputer navigeren en selecties maken.
Pagina 165
"Toetsenbord", voor meer informatie over het gebruik van hotkeys, waaronder informatie over het gebruik van hotkeys op een extern toetsenbord. Raadpleeg het gedeelte "Compaq wachtwoorden en Windows-wachtwoorden", verderop in dit hoofdstuk voor informatie over het combineren van Windows-wachtwoorden en Compaq wachtwoorden.
Als een apparaat bijvoorbeeld is uitgeschakeld in het setupprogramma, kunt u het niet inschakelen in Windows. Ook de wachtwoorden van Compaq en die van Windows werken onafhankelijk van elkaar. ■ Compaq wachtwoorden zijn wachtwoorden die worden ingesteld in software die wordt verstrekt door Compaq.
Pagina 167
Beveiliging In de volgende tabel ziet u veelgebruikte Compaq wachtwoorden en Windows-wachtwoorden en de functie daarvan. Compaq wachtwoorden Functie Compaq beheerders- Hiermee krijgt u toegang tot het wachtwoord setupprogramma. Opstartwachtwoord Hiermee krijgt u toegang tot de inhoud van de notebookcomputer wanneer de...
Pagina 168
Windows-gebruikerswachtwoord en een Windows-beheerderswachtwoord in combinatie met QuickLock: raadpleeg "QuickLock", eerder in dit hoofdstuk. ■ informatie over het afstemmen van Compaq wachtwoorden en Windows-wachtwoorden: raadpleeg het gedeelte over richtlijnen voor wachtwoorden, hierna in dit hoofdstuk. Handleiding voor de hardware en software 12–7...
3, "Toetsenbord", voor informatie over het geïntegreerde numerieke toetsenblok. Elke tekst die wordt gebruikt voor een Compaq wachtwoord, kan ook worden gebruikt voor een Windows-wachtwoord. Selecteer Start > Help en ondersteuning voor meer informatie over het kiezen van een Windows-wachtwoord.
Windows-wachtwoord (en niet het opstartwachtwoord) op bij beëindiging van de standbystand of de hibernationstand. ✎ Hoewel ze qua naam op elkaar lijken, hebben een Compaq beheerderswachtwoord voor het setupprogramma en een Windows-beheerderswachtwoord verschillende functies. Een Windows-beheerderswachtwoord kan bijvoorbeeld niet worden...
■ Het moet met dezelfde toetsen worden ingevoerd als waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld een Compaq beheerderswachtwoord voor het setuppgramma instelt met de cijfertoetsen boven aan het toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de cijfertoetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Beveiliging Compaq beheerderswachtwoorden instellen U kunt in het setupprogramma een Compaq beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen. U beheert het wachtwoord als volgt: 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht wanneer u de notebookcomputer opnieuw opstart. Compaq beheerderswachtwoord opgeven Typ uw Compaq beheerderswachtwoord wanneer de prompt "Enter SETUP" verschijnt en druk op . Als u drie keer enter het verkeerde Compaq beheerderswachtwoord heeft ingevoerd, moet u de notebookcomputer opnieuw starten en het opnieuw proberen.
Beveiliging Opstartwachtwoord instellen U kunt een opstartwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen in het setupprogramma. U beheert het wachtwoord als volgt: 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop.
Beveiliging 5. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en het setupprogramma wilt afsluiten, drukt u op en volgt u de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht wanneer u de notebookcomputer opnieuw opstart. Opstartwachtwoord opgeven Typ uw opstartwachtwoord wanneer u hierom wordt gevraagd en druk op .
Pagina 176
Beveiliging ■ U kunt een DriveLock-wachtwoord alleen verwijderen door de DriveLock-beveiliging van de schijfeenheid te verwijderen. Raadpleeg "DriveLock-beveiliging verwijderen", verderop in dit hoofdstuk voor instructies. ■ U krijgt alleen toegang tot een met DriveLock beveiligde vaste schijf met het DriveLock-wachtwoord. ✎...
Beveiliging DriveLock-wachtwoorden instellen U stelt een DriveLock-wachtwoord als volgt in: 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop. (Hiermee zet u de notebookcomputer aan of beëindigt u de hibernationstand.) 2.
Beveiliging DriveLock-wachtwoorden opgeven Als de prompt voor het DriveLock-wachtwoord verschijnt, typt u het DriveLock-wachtwoord in het veld Enter DriveLock Password (Voer DriveLock-wachtwoord in) en drukt u op enter Na drie mislukte pogingen om het wachtwoord in te voeren, verschijnt het waarschuwingsbericht "HDD is locked now!" (Vaste schijf is nu vergrendeld).
Beveiliging DriveLock-wachtwoorden wijzigen U wijzigt een DriveLock-wachtwoord als volgt: 1. Als de notebookcomputer aan staat, sluit u de notebookcomputer af. Als de notebookcomputer niet aan staat en u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop. Wanneer de notebookcomputer is ingeschakeld of de hibernationstand is beëindigd, sluit u de notebookcomputer af via het besturingssysteem.
Beveiliging DriveLock-beveiliging verwijderen U krijgt als volgt toegang tot de instellingen van DriveLock in het setupprogramma: 1. Als de notebookcomputer aan staat, sluit u de notebookcomputer af. Als de notebookcomputer niet aan staat en u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop en sluit u de notebookcomputer af via het besturingssysteem.
Beveiliging Apparaatbeveiliging In het menu Device Security (Apparaatbeveiliging) van het setupprogramma kunt u de mogelijkheid uitschakelen dat de notebookcomputer opstart vanaf een cd, dvd of diskette. Deze mogelijkheden van de notebookcomputer worden als volgt uitgeschakeld of weer ingeschakeld in het setupprogramma: 1.
Beveiliging 7. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en het setupprogramma wilt afsluiten, drukt u op en volgt u de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht wanneer u de notebookcomputer opnieuw opstart. Antivirussoftware Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor toegang tot een netwerk of Internet, wordt de notebookcomputer blootgesteld aan computervirussen.
Beveiliging Essentiële beveiligingsupdates voor Windows XP VOORZICHTIG: Om de inhoud van de notebookcomputer te Ä beveiligen tegen recentelijk ontdekte mazen in de beveiliging en computervirussen, verdient het aanbeveling elke essentiële update van Microsoft te installeren zodra u het bericht over de essentiële update ontvangt.
Beveiliging Firewall-software Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor toegang tot een netwerk of Internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze informatie verkrijgen over u, uw notebookcomputer en uw gegevens. Ter bescherming van uw privacy verdient het aanbeveling gebruik te maken van firewall-software.
Pagina 185
Beveiliging 3. Klik op OK. ✎ In bepaalde situaties kan een firewall toegang tot spelletjes op Internet blokkeren, het delen van printers of bestanden in een netwerk tegenhouden of toegestane bijlagen bij e-mailberichten blokkeren. U kunt dit probleem tijdelijk oplossen door de firewall uit te schakelen, de taak die in conflict komt met de firewall uit te voeren en de firewall weer in te schakelen.
Beveiliging Optioneel kabelslot Een optioneel kabelslot is een beveiligingsvoorziening waarmee u de kans dat de notebookcomputer door onbevoegden wordt meegenomen, kunt beperken. U kunt als volgt een beveiligingskabel aansluiten en het kabelslot op slot doen: 1. Steek de sleutel van het kabelslot 1 in het kabelslot. 2.
Setupprogramma Wat is het setupprogramma? Het setupprogramma is een ROM-hulpprogramma voor systeemgegevens en aanpassingen dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over de notebookcomputer weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Setupprogramma Setupprogramma openen U opent het setupprogramma als het setupbericht verschijnt. Het setupbericht luidt "Press <F10> to enter setup". Het setupbericht verschijnt alleen wanneer u de notebookcomputer inschakelt of opnieuw opstart. Het bericht verschijnt niet wanneer u de hibernationstand beëindigt. Het bericht wordt kort weergegeven in de linkerbenedenhoek van het scherm voordat Windows wordt gestart.
Setupprogramma Taal van het setupprogramma In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de taal van het setupprogramma wijzigt. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 4. 1.
Setupprogramma Navigeren en items selecteren Omdat het setupprogramma geen Windows-hulpprogramma is, biedt het geen ondersteuning voor het touchpad. In het setupprogramma kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord. ■ Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te selecteren. ■...
Setupprogramma Systeeminformatie In de volgende procedure wordt beschreven hoe u systeem- informatie weergeeft in het setupprogramma. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 4. 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop.
Setupprogramma Standaardinstellingen In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de standaardinstellingen van het setupprogramma herstelt. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 4. 1. Als u niet zeker weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op de aan/uit-knop.
Setupprogramma Geavanceerde voorzieningen In deze handleiding worden de functies van het setupprogramma beschreven die zijn aanbevolen voor alle gebruikers. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie over de functies van het setupprogramma die alleen zijn aanbevolen voor ervaren gebruikers. Selecteer hiertoe Start > Help en ondersteuning. De volgende voorzieningen van het setupprogramma zijn beschikbaar voor ervaren gebruikers: ■...
Setupprogramma ■ Instellingen voor het activeren en deactiveren van optionele WLAN- en Bluetooth-apparaten Als een optioneel apparaat voor draadloze communicatie is gedeactiveerd in het setupprogramma, kan het apparaat niet worden bestuurd met de knop voor draadloze communicatie of het hulpprogramma Wireless Assistant (Assistent voor draadloze communicatie).
Pagina 195
Setupprogramma ■ U sluit als volgt het setupprogramma af zonder de wijzigingen van de huidige sessie op te slaan: Als de menu's van het setupprogramma niet worden weergegeven, drukt u op om terug te gaan naar de menuweergave. Selecteer vervolgens met de pijltoetsen het menu Exit (Afsluiten) >...
■ een update van het ROM (Read-Only Memory) voorbereiden door de huidige ROM-versie die op de notebookcomputer is geïnstalleerd vast te stellen; ■ updates opzoeken, downloaden en installeren via de Compaq website; Handleiding voor de hardware en software 14–1...
De productnaam, het productnummer (P/N) en het serienummer (S/N) staan op het servicelabel. De informatie van het servicelabel is beschikbaar via Start > Help en ondersteuning > Deze Compaq computer, en op het servicelabel op de onderkant van de notebookcomputer. ROM-gegevens van de notebookcomputer...
Pagina 198
Software-updates en herstel van software De ROM-gegevens van de notebookcomputer kunnen worden weergegeven in Windows of in het setupprogramma. ■ Als u ROM-gegevens wilt weergeven in Windows, drukt u op de hotkey fn+esc In de weergave die wordt geopend met , wordt de fn+esc versie van het systeem-ROM weergegeven als de...
Aan de slag die bij de notebookcomputer is geleverd, voor informatie over het instellen van een Internet-verbinding met de meegeleverde Internet-software. De meeste software op de Compaq website is verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige ROM-updates kunnen zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die RomPaq's worden genoemd.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt. ROM-update downloaden U downloadt als volgt een ROM-update: 1. Ga naar de pagina op de Compaq website die de software voor uw notebookcomputer bevat. ❏ Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor een software-update.
Software-updates en herstel van software 3. In de downloadsectie doet u het volgende: a. Noteer de datum, naam of andere kenmerkende gegevens van een ROM-update die recenter is dan het ROM dat momenteel op de notebookcomputer is geïnstalleerd. (Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.) b.
Software downloaden U kunt als volgt andere software dan het ROM updaten: 1. Ga naar de pagina op de Compaq website die de software voor uw notebookcomputer bevat. ❏ Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer een koppeling voor een software-update.
Lokaal station C.) 6. Selecteer de map SWSETUP. De doelmap voor de meeste downloads van de Compaq website is de map SWSETUP. Als het bestand dat u heeft gedownload, niet in de map SWSETUP staat, zoekt u in de map Mijn documenten.
Via Help en ondersteuning het Start > Help en ondersteuning > probleem oplossen of een Een probleem oplossen diagnose stellen. Alle Compaq stuurprogramma's "Stuurprogramma's herstellen of opnieuw installeren. opnieuw installeren", verderop in dit hoofdstuk Een vooraf geïnstalleerde of "Applicaties herstellen of opnieuw...
Software-updates en herstel van software Systeemherstel gebruiken Met het hulpprogramma Systeemherstel kunt u systeembestanden en configuraties beveiligen door middel van systeemherstel- punten. Herstelpunten zijn momentopnamen van uw applicatie-, stuurprogramma- en systeembestanden. Op de notebookcomputer worden automatisch periodiek herstelpunten ingesteld en kunnen extra herstelpunten worden ingesteld wanneer u uw persoonlijke instellingen wijzigt of wanneer u software of hardware toevoegt.
Software-updates en herstel van software Eerdere status van de notebookcomputer herstellen U herstelt als volgt een eerdere status van de notebookcomputer: 1. Controleer of de notebookcomputer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. 2. Selecteer Start > Help en ondersteuning > Systeemherstel. 3.
Pagina 207
Software-updates en herstel van software Herstel eerst de stuurprogramma's voor de functionaliteit van de notebookcomputer of installeer ze opnieuw alvorens stuurprogramma's voor externe apparaten te herstellen of opnieuw te installeren. ■ U installeert als volgt de stuurprogramma's die nodig zijn om de notebookcomputer correct te laten functioneren vanaf de vaste schijf: selecteer Start >...
Software-updates en herstel van software Applicaties herstellen of opnieuw installeren Alle applicaties die vooraf zijn geïnstalleerd of geladen op de notebookcomputer, kunnen worden hersteld of opnieuw worden geïnstalleerd met behulp van een herstelschijf. Als u het besturingssysteem niet opnieuw heeft geïnstalleerd, kunnen sommige applicaties die vooraf zijn geladen op de notebookcomputer, zoals de applicaties die beschikbaar zijn in het hulpprogramma Software Setup (Software installeren), ook...
Software-updates en herstel van software Applicaties opnieuw installeren vanaf een herstelschijf De locatie van de software voor herstel van applicaties verschilt per notebookmodel. ■ De software voor herstel van applicaties kan geheel of gedeeltelijk op de schijf Driver Recovery staan. ■...
Software-updates en herstel van software Besturingssysteem herstellen U kunt als volgt het besturingssysteem herstellen zonder uw persoonlijke gegevens te verwijderen: 1. Zorg dat de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een stopcontact. 2. Plaats de meegeleverde schijf Operating System (Besturingssysteem) in de optische-schijfeenheid.
Software-updates en herstel van software Besturingssysteem opnieuw installeren Als u het probleem niet kunt oplossen door het besturingssysteem te herstellen zoals beschreven in het voorgaande gedeelte, kan het noodzakelijk zijn het besturingssysteem opnieuw te installeren. Als u het besturingssysteem opnieuw installeert, worden alle bestanden op de notebookcomputer verwijderd.
Pagina 212
Software-updates en herstel van software ■ Gebruik het hulpprogramma voor het maken van systeembackups van Windows XP Professional: Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessories > Systeemwerkset > Backup. Als u van plan bent de items waarvan u een backup wilt maken te selecteren in plaats van een backup te maken van het hele systeem, kunnen de volgende suggesties van pas komen: ■...
Pagina 213
Software-updates en herstel van software Besturingssysteem opnieuw installeren ✎ Tijdens de herinstallatie wordt u mogelijk gevraagd het productidentificatienummer op te geven. Het product- identificatienummer staat op het label met het Certificaat van echtheid van Microsoft onder op de notebookcomputer. ✎ Tijdens de herinstallatie pauzeren sommige notebookmodellen soms een paar minuten en starten ze meerdere malen opnieuw op.
Pagina 214
Software-updates en herstel van software 6. Druk op om door te gaan. (De enter gebruiksrechtovereenkomst wordt weergegeven.) 7. Druk op om de voorwaarden te accepteren en door te gaan. (De installatiepagina verschijnt.) 8. Druk op om het besturingssysteem geheel opnieuw te installeren.
Software-updates en herstel van software Extra software opnieuw installeren Nadat u de stuurprogramma's opnieuw heeft geïnstalleerd, kunt u eventuele extra software opnieuw installeren. ■ Als u software opnieuw wilt installeren die was meegeleverd bij de notebookcomputer, volgt u de instructies in "Applicaties herstellen of opnieuw installeren", eerder in dit hoofdstuk.
Onderhoud van de notebookcomputer Temperatuur WAARSCHUWING: Blokkeer de ventilatieopeningen niet en werk Å niet gedurende lange tijd met de notebookcomputer op uw schoot, om ongemakken of brandwonden te voorkomen. Met de notebookcomputer kunt u veeleisende applicaties uitvoeren met maximale snelheid. Als u de notebookcomputer lang gebruikt, kan de computer door verhoogd stroomverbruik warm of heet aanvoelen.
Pagina 217
Onderhoud van de notebookcomputer VOORZICHTIG: Voorkom blijvende beschadiging van de buitenste Ä laag en de inwendige onderdelen van de notebookcomputer: laat geen vloeistof in contact komen met de notebookcomputer, het beeldscherm of het toetsenbord. Vloeistoffen en oplosmiddelen kunnen de buitenste laag en de interne onderdelen van de notebookcomputer blijvend beschadigen.
Onderhoud van de notebookcomputer ■ Sluit de notebookcomputer af als u de computer een week of langer niet zult gebruiken. ■ Als u de notebookcomputer langer dan twee weken niet op een externe voedingsbron aansluit, doet u het volgende: ❏ Sluit de notebookcomputer af.
Onderhoud van de notebookcomputer Gebruik indien mogelijk een spuitbus met perslucht met een verlengstuk om lucht te blazen tussen en onder de toetsen. Beeldscherm VOORZICHTIG: Voorkom blijvende beschadiging van de Ä notebookcomputer: spuit nooit water, vloeibare schoonmaakmiddelen, chemische producten of andere vloeistoffen op het beeldscherm. Maak het beeldscherm regelmatig schoon met een zachte, vochtige, pluisvrije doek om vlekken en stof te verwijderen.
Onderhoud van de notebookcomputer Touchpad Vet en vuil op het touchpad kunnen ervoor zorgen dat de aanwijzer verkeerd beweegt. U houdt de prestaties van het touchpad als volgt in stand: ■ Was uw handen regelmatig wanneer u de notebookcomputer gebruikt. ■...
Pagina 221
Onderhoud van de notebookcomputer 2. Draai het ronde plaatje rond tot het plaatje loskomt 1. Op de meeste muizen staat een pijl om aan te geven in welke richting u het plaatje kunt losdraaien. 3. Haal de bal 2 uit de muis en maak deze schoon met een antistatisch doekje of een pluisvrij katoenen doekje.
Pagina 222
Onderhoud van de notebookcomputer 4. Om losse vuiltjes en stof te verwijderen, blaast u met een spuitbus perslucht in de binnenkant van de muis of maakt u de binnenkant schoon met een pluisvrij staafje. 5. Plaats de bal en het ronde plaatje terug. Handleiding voor de hardware en software 15–7...
Reizen en transport Reizen Wanneer u de notebookcomputer meeneemt op reis, kunnen de volgende suggesties van pas komen: ■ Neem een backup van uw werk mee. Bewaar de backup los van de notebookcomputer. ■ Stel de notebookcomputer of uw schijven niet bloot aan magnetische beveiligingsdetectoren.
Pagina 224
Reizen en transport ■ Als u naar het buitenland reist: ❏ Raadpleeg de klantenondersteuning voor meer informatie over de netsnoer- en adaptervereisten voor elk land waar u de notebookcomputer wilt gebruiken. (De netspanning, frequentie en stekkers verschillen van land tot land.) Å...
Reizen en transport Verzending of transport U maakt de notebookcomputer als volgt gereed voor verzending of transport: 1. Maak een backup van uw werk. Raadpleeg "Backup maken van gegevens" hoofdstuk 14, "Software-updates en herstel software", voor informatie over het maken van backups. 2.
Specificaties Omgeving De volgende tabel met informatie over de vereisten waaraan de omgeving moet voldoen, bevat nuttige informatie voor personen die de notebookcomputer onder extreme omstandigheden willen gebruiken of vervoeren. Factor Metrisch V.S. Temperatuur In bedrijf 10°C tot 35°C 50°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F...
Specificaties In- en uitgangssignalen van dockingpoort 2 De informatie over signalen in dit gedeelte kan van pas komen als u van plan bent gebruik te maken van een optioneel docking- product dat wordt aangesloten op dockingpoort 2 van de notebookcomputer. (De notebookcomputer heeft slechts één dockingpoort.
Index 1394-poort 1–10 9–3 opbergen 2–31 opladen 2–20 plaatsen 2–18 Aan de slag 1–19 verwijderen 2–19 Aan/uit/standby, lampjes 1–2 Acculampje 1–7 herkennen 1–7 2–1 Aan/uit/standby-lampjes 2–9 status van acculading Aan/uit-knop weergeven 2–20 2–22 herkennen 1–4 2–2 Accu-ontgrendeling 1–14 notebookcomputer Accuontgrendeling 2–19 opnieuw starten met 2–14 Accuruimte standaardwerking 2–9...
Pagina 230
Index Antivirussoftware 12–1 Besturingssysteem 12–21 afsluiten 2–10 2–14 Applicaties firewall 12–1 12–23 installeren 4–12 herstellen 14–9 14–15 opnieuw installeren of laden 2–10 herstellen 14–13 Microsoft, label met standaard Certificaat van multimedia- 4–10 echtheid 1–20 14–18 Zie ook Software modeminstellingen 10–5 Applicatietoets, Windows 1–6 10–7 Application Recovery...
Pagina 231
4–17 Categorieweergave, Digitale versus analoge Windows 2–7 lijn 10–1 10–7 Certificaat van echtheid, Diskette label 1–20 14–18 effecten van luchthaven- Compaq beveiliging 5–1 beheerderswachtwoord. voorzorgsmaatregelen voor Zie Wachtwoorden het afspelen 2–9 Compartiment, Dockingapparaat geheugenuitbreidings- aansluiten op of module 1–15 8–3...
Pagina 232
Index Dockingpoort 2 1–10 17–3 Draadloos LAN, apparaten Ejectknop, PC Card 6–4 herkennen 11–7 Elektrostatische ontlading knop voor draadloze (ESD) 8–3 communicatie 1–5 Enablers labels met ExpressCard 6–6 keurmerken 1–21 PC Card 6–1 lampje voor draadloze Energiebeheer communicatie 1–2 schema's 2–16 problemen oplossen 11–6 voorkeuren instellen 2–14 typen 11–8...
Pagina 233
Index Geheugenmodules definitie 8–1 F12 to boot from LAN (F12 selecteren 8–2 voor opstarten vanaf LAN), verwijderen of plaatsen 8–3 bericht 13–7 Geheugenuitbreidingsmodule, Firewall-software 12–1 slot 8–2 12–23 Zie ook Geheugen; Flashgeheugenkaarten 7–1 Geheugenmodules -toets 1–6 Geluid harder, knop 1–5 Foutberichten Geluid uit, knop 1–5 4–3...
Pagina 234
Index Hibernationstand helderheid van activeren 2–6 2–11 beeldscherm beëindigen 2–6 2–12 verlagen 3–11 geactiveerd bij kritiek laag Help en ondersteuning niveau acculading 2–23 openen 3–6 niet activeren tijdens Internet Explorer gebruik van schijven, openen 3–7 diskettes 2–9 4–16 5–7 overzicht 3–5 voorkeuren instellen 2–14 QuickLock activeren 3–9 wanneer gebruiken 2–8...
Pagina 235
Index Inschakelen, Keurmerk voor apparatuur notebookcomputer 2–10 voor draadloze Internet-verbinding, communicatie, label 1–21 wizard 3–7 Kiesmethoden 10–7 InterVideo WinDVD Klassieke weergave, Creator 4–11 Windows 2–7 InterVideo WinDVD Kleurentelevisiestandaard 4–8 Player 4–11 4–20 Knoppen iTunes, Apple 4–11 aan/uit 1–4 2–9 2–15 beeldscherm- ontgrendeling 1–8 Kaarten.
Pagina 236
Index keurmerk voor apparatuur voor draadloze Media Player, Windows 4–10 communicatie 1–21 Media, digitale 7–1 Microsoft, Certificaat van Memory Stick, Memory Stick echtheid 14–18 Pro 1–12 7–1 servicelabel 1–20 14–2 Microfoon 4–1 Lampje van IDE-schijf 1–7 Microfooningang 5–2 (audio-ingang) 1–11 4–1 Lampjes Microsoft, label met...
Pagina 237
Index Muis, externe Onderhoud 15–5 Omgevingsvereisten 17–1 USB 9–1 Onderhoud 15–1 voorkeuren instellen 3–3 Ontgrendeling, accu 1–14 2–19 MultiMediaCard 1–12 7–1 Ontgrendeling, voor verwijderen accu 1–14 2–19 Netsnoer Zie ook Knoppen; extern apparaat 4–6 Beeldschermschakelaar notebookcomputer 1–18 Openingen, ventilatie 1–9 Zie ook Kabels 1–11 1–14...
Pagina 238
Index Primaire vaste schijf. Zie Schijfeenheden; Vaste PC Card, ejectknop 1–12 6–4 schijf PC Card, slot 6–2 6–6 PC Cards Problemen oplossen, configureren 6–1 modemverbindingen 10–7 ondersteunde typen 6–1 Processornaam, plaatje in PC Card-slot weergeven 3–13 verwijderen 6–2 Productidentificatienummer plaatsen, verwijderen 6–2 1–20 14–18 stopzetten 6–4...
Pagina 239
Index label met goedkeuringen voor modem 1–20 Samengestelde video 3–8 labels met keurmerken 17–3 voor apparatuur voor Scanner 9–3 draadloze Schakelaar, beeldscherm communicatie 1–21 herkennen 1–4 2–2 modeminstellingen 10–5 voorkeuren instellen 2–15 modemkabeladapter Schermbeveiliging 2–30 12–7 gebruiken 10–4 Schijfeenheden omgevingsvereisten 17–1 lampje van IDE-schijf 5–2 problemen met luchthavenbeveiliging 5–1...
Pagina 240
Index Driver Recovery (Herstel Setupprogramma van stuurprogramma's) instellingen voor 14–11 14–14 videogeheugen 8–8 effecten van luchthaven- navigeren en selecteren beveiliging 16–1 13–4 hotkeys voor het afspelen Network Service Boot van media 4–15 (Opstarten via inhoud weergeven 4–17 netwerkservice) 13–7 5–6 openen 13–2 met multimedia- standaardinstellingen...
Pagina 241
Index Snoer, net- stuurprogramma's opnieuw aansluiten 2–3 installeren 14–12 herkennen 1–18 Software, herstellen 14–9 Zie ook Kabels Sonic RecordNow! 4–11 Socket services 4–20 ExpressCard 6–6 Specificaties PC Card 6–1 nominaal SoftPaq 14–4 14–7 ingangsvermogen 17–2 Software omgeving 17–1 Automatisch afspelen 4–17 signalen voor backup maken van 14–9 dockingpoort 2 17–3...
Pagina 242
Index S-video-uitgang 1–11 4–4 4–7 Taal, wijzigen in Systeem herstellen setupprogramma 13–3 Systeemherstel 14–10 Telefoonconnector Systeem reageert niet 2–14 (RJ-11) 1–9 10–1 noodprocedures voor Televisie afsluiten 2–14 audio aansluiten 4–2 Systeem, docking. kleurentelevisiestandaard Zie Dockingapparaat wijzigen 4–8 Systeemherstel 14–10 video aansluiten 4–5 applicaties opnieuw Temperatuur installeren,...