Problemen oplossen
Controleer of het 1 (stand-by)-lampje rood knippert.
Als het lampje knippert
De functie voor zelfdiagnose is geactiveerd.
1
Controleer hoe lang het 1 (stand-by)-lampje knippert en stopt met knipperen.
Het lampje knippert bijvoorbeeld twee seconden, stopt een seconde en knippert weer twee seconden.
2
Druk op 1 op de televisie (bovenkant) om deze uit te schakelen, haal de stekker uit het stopcontact
en neem contact op met uw dealer of het Sony-servicecentrum over het knipperen van het lampje
(duur en interval).
Als het lampje niet knippert
1
Controleer de items in de onderstaande tabellen.
2
Als het probleem aanhoudt, moet u de televisie laten nakijken door bevoegd onderhoudspersoneel.
Beeld
Probleem
Geen beeld (scherm is donker)
en geen geluid.
Geen beeld of geen menu-
informatie van apparatuur die
op de scart-aansluitingen of
HDMI IN-aansluiting is
aangesloten.
Dubbele beelden of
echobeelden.
Er verschijnt alleen sneeuw en
ruis op het scherm.
Vervormd beeld (stippellijnen
of strepen)
Beeldruis bij het bekijken van
een televisiekanaal.
Er zijn enkele kleine zwarte en/
of heldere punten zichtbaar op
het scherm.
Geen kleur bij programma's.
Geen kleur of onregelmatige
kleur als u een signaal bekijkt
via de Y, P
/C
, P
/C
-
B
B
R
R
aansluitingen van
3.
Oorzaak/oplossing
• Controleer de aansluiting van de antenne.
• Steek de stekker van de televisie in het stopcontact en druk op 1 op de
televisie (bovenkant).
• Als het 1 (stand-by) lampje rood oplicht, drukt u op "/1.
• Controleer of de optionele apparatuur is ingeschakeld en druk meerdere
malen op
/
totdat het juiste ingangssymbool op het scherm wordt
weergegeven.
• Controleer de verbinding tussen de optionele apparatuur en de televisie.
• Als u apparatuur aansluit op de HDMI IN 6-aansluiting of als u de resolutie
wijzigt, kunnen stippen op het scherm gedurende enkele seconden
knipperen. Dit is geen storing, maar betekent dat decodering van het
HDMI-signaal aan de gang is.
• Controleer de aansluiting van de antenne/kabels.
• Controleer de locatie van de antenne en de richting.
• Controleer of de antenne defect of verbogen is.
• Controleer of de antenne het einde van de levensduur heeft bereikt (drie tot
vijf jaar bij normaal gebruik, een tot twee jaar bij gebruik in kustgebieden).
• Houd de televisie uit de buurt van elektrische ruisbronnen zoals auto's,
motoren, haardrogers of optische apparatuur.
• Houd bij het installeren van de optionele apparatuur wat ruimte vrij tussen
de optionele apparatuur en de televisie.
• Controleer de aansluiting van de antenne.
• Houd de antennekabel uit de buurt van andere aansluitkabels.
• Selecteer "Handmatig programmeren" in het menu "Instellingen" en stel de
"AFT" in ("Automatic Fine Tuning" = automatische fijnafstemming) voor
een betere beeldontvangst [pagina 24].
• Het beeld van een scherm bestaat uit pixels. Kleine zwarte en/of heldere
puntjes (pixels) op het scherm duiden niet op een storing.
• Selecteer "Reset" in het menu "Beeldinstellingen" om de
fabrieksinstellingen te herstellen [pagina 18].
• Controleer de aansluiting van de Y, P
• Zorg ervoor dat de Y, P
B
bijbehorende aansluitingen zijn geplaatst.
/C
, P
/C
-aansluitingen van
B
B
R
R
/C
, P
/C
-stekkers van
B
R
R
3.
3 stevig in de
31
NL