14. Gebruiksoptiemodus
1. Open de deur en druk gedurende 5 seconden de cijfertoets '2' in.
De buzzer klinkt eenmaal en deze modus wordt ingeschakeld.
2. Op het display wordt "OP:
3. Druk op een cijfertoets om de bijbehorende instelling in te voeren. Voorbeeld: het geluidsniveau van
de buzzer instellen op normaal. Druk op de cijfertoets '2'. Op het display wordt 'OP:22' weergegeven.
Houd de cijfertoets '2' ingedrukt om dit te wijzigen. Op het display wordt afwisselend 'OP:20',
'OP:21', 'OP:22', 'OP:23', 'OP:20' enzovoorts weergegeven.
4. Druk op de toets
Na het opslaan wordt "OP:−−" weer op het display weergegeven.
5. Druk tijdens het instellen op de toets
Als de deur gesloten wordt, gaat de magnetron in de actieve modus.
6. Als bij de laatste stap niet op de toets
worden en blijft het zoals het is.
15. Servicemodus
1. Open de deur en druk gedurende 5 seconden de cijfertoets '3' in om de servicemodus in te schakelen.
2. Op het display wordt 'SERVICE' weergegeven.
3. Druk simpelweg op de cijfertoets '3' om de tijden voor het sluiten of openen van de deur te controleren.
Vervolgens worden de tijden op het display weergegeven.
4. Druk op de cijfertoets '4'. Op het display wordt '4-CLEAR' weergegeven.
Als op de toets
De melding wordt geannuleerd.
5. Druk op de toets
gaat de magnetron in de actieve modus.
16. Fabrieksinstellingen
1. Druk na het inschakelen en in de actieve modus op de toets
fabrieksinstellingen terug te zetten.
688213 nl en ma 2019
" weergegeven.
−−
om de huidige instelling op te slaan.
tom de opendeurmodus in te schakelen.
gedrukt wordt, kan het programma niet opgeslagen
wordt gedrukt, wordt 'CLEARED' op het display weergegeven.
om de opendeurmodus in te schakelen. Als de deur gesloten wordt,
en de cijfertoets '0' om de
13