In deze situaties
>
4. Voer het IP-adres in.
l
r
Als u
en
selecteert, gaat u naar het vorige of volgende segment. De segmenten worden door punten
gescheiden.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
5. Stel het Subnetmasker en de Standaardgateway in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Belangrijk:
c
Als de combinatie van het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway onjuist is, kunt u niet doorgaan
met de instellingen. Controleer of er geen fout staat in de ingevoerde waarde.
6. Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Opmerking:
Wanneer u Auto selecteert voor de instellingen voor het toewijzen van het IP-adres, kunt u de instellingen voor de DNS-
server selecteren uit Handmatig of Auto. Als het adres van de DNS-server niet automatisch kan worden opgehaald,
selecteert u Handmatig en voert u het adres van de DNS-server in. Voer vervolgens het adres van de secundaire DNS-
server rechtstreeks in. Ga naar stap 8 als u Auto selecteert.
7. Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
8. Druk op Start installatie.
De status van de netwerkverbinding van de printer controleren
(Netwerkverbindingsrapport)
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4. Volg de instructies op het scherm van de printer om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
"Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport" op pagina 139
&
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
De status van de netwerkverbinding van de printer con
129