Waterhardheid
°dH
13 - 16
17 - 21
22 - 30
31 - 35
Opmerking: Stel het apparaat in op
de vastgestelde waterhardheid.
→ "Waterontharding instellen",
Pagina 23
Bij een waterhardheid van 0 - 6 °dH
hoeft u geen onthardingszout te ge-
bruiken en kunt u de waterontharding
uitschakelen.
→ "Waterontharding uitschakelen",
Pagina 24
11.2 Waterontharding instel-
len
Stel het apparaat in op de waterhard-
heid.
De waterhardheid en de gewenste
1.
instelwaarde vaststellen.
→ "Overzicht van de waterhard-
heidsinstellingen", Pagina 22
Op
drukken.
2.
indrukken en ingedrukt hou-
3.
den.
Programmakiezer draaien tot het
4.
display H:04 aangeeft.
Toets loslaten.
5.
Programmakiezer draaien tot de
6.
gewenste stand is ingesteld.
De fabrieksinstelling is H:04.
Op
drukken om de instelling
7.
op te slaan.
Hardheidsbereik
gemiddeld
hard
hard
hard
mmol/l
2,2 - 2,9
3,0 - 3,7
3,8 - 5,4
5,5 - 6,2
11.3 Onthardingszout
Met onthardingszout kunt u het water
ontharden.
Onthardingszout vullen
Als de indicatie onthardingszout bij-
vullen brandt, vult u het onthardings-
zout in het reservoir voor onthar-
dingszout direct voor de program-
mastart bij. De benodigde hoeveel-
heid onthardingszout is afhankelijk
van de waterhardheid. Hoe hoger de
waterhardheid, des te groter de be-
nodigde hoeveelheid onthardings-
zout.
LET OP!
Vaatwasmiddel kan de wateronthar-
ding beschadigen.
Het reservoir van de onthardings-
▶
voorziening alleen met onthar-
dingszout voor vaatwassers vullen.
De spoelmiddelhouder kan door ont-
hardingszout corroderen.
Om ervoor te zorgen dat gemorst
▶
onthardingszout uit de spoelmid-
delhouder wordt gespoeld, het ont-
hardingszout direct voor de start
van het programma in het reser-
voir voor onthardingszout worden
gevuld.
Het deksel van het reservoir voor
1.
onthardingszout opendraaien en
verwijderen.
Bij de eerste ingebruikneming: het
2.
reservoir volledig met water vullen.
Waterontharding nl
Instelwaarde
H:04
H:05
H:06
H:07
23