Nederlands.fm Page 4 Saturday, May 24, 2003 12:14 AM
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door erkende elektriciens uitvoeren.
Raadpleeg hierover uw dealer. Leg de bedrading
nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een
gescheiden voedingssysteem en dat al het
werk aan elektrische bedrading wordt uitgev-
oerd door erkende elektriciens en conform de
landelijk geldende voorschriften en de instruc-
ties van deze installatiehandleiding.
Besteed ook aandacht aan het geluid van het
in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a. Een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van de airconditioner te kunnen dragen en
bestand is tegen trillingen en geluid.
b. Een plaats waar de warme lucht uit de luchtuit-
laat van de buitenunit en het geluid van het
apparaat niet verstoort.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor de
luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties ver-
minderen en bijgeluiden veroorzaken.
• Schakel de airconditioner onmiddellijk uit wan-
neer deze een ongewoon geluid maakt tijdens
gebruik en neem dan hierover contact op met
uw leverancier of met een van onze service-
adressen.
Met betrekking tot de afvoerleidingen
• Is de afvoerleiding goed aangelegd?
Is de afvoerleiding van de buitenunit niet goed is
aangelegd, kunnen de leidingen verstopt raken
met vuil en stof. Hierdoor kan er in de binnenunit
waterlekkage optreden. Wanneer dit gebeurt dient
u het systeem direct uit te zetten en contact op te
nemen met uw dealer of het onderhoudscentrum.
5. NAAM EN FUNCTIE VAN
IEDERE SCHAKELAAR EN
DISPLAY OP DE
AFSTANDSBEDIENING
Zie Afb. 1 op pagina
AAN/UIT-TOETS
Druk deze toets in om het systeem in te
1
schakelen. Druk de toets nogmaals in om het
systeem uit te schakelen.
BEDRIJFSINDICATOR (ROOD)
2
Deze indicator licht op wanneer het systeem
in werking is.
Nederlands
[1]
"
" -DISPLAY (CENTRAAL BEST-
UURD)
3
Wanneer deze aanduiding op de display ver-
schijnt, wordt het systeem centraal bestuurd.
"
" "
" "
" "
(VENTILATIE/LUCHTREINIGING)
4
Deze display geeft aan dat de warmtewisse-
laar en de luchtreiniger in werking zijn. (Dit
zijn optionele accessoires.)
"
" "
" "
" "
(BEDRIJFSSTAND)
Deze display toont de gekozen bedrijfsstand.
5
Bij de modellen voor directe koeling zijn de
standen "
" (Auto) en "
niet beschikbaar.
"
TEST " -DISPLAY (INSPECTIE/
WERKINGSTEST)
6
Wanneer de inspectie/werkingstest-toets
wordt ingedrukt, toont deze display welke bed-
rijfsstand van het systeem is ingeschakeld.
"
" -DISPLAY (GEPROGRAMMEERDE
TIJD)
7
In dit display wordt de GEPROGRAM-
MEERDE TIJD waarop het systeem in- of uit-
geschakeld wordt weergegeven.
"
" -DISPLAY (INGESTELDE TEM-
PERATUUR)
8
De display toont de ingestelde temperatuur.
"
" -DISPLAY (VENTILATORSNELHEID)
9
De display toont de ingestelde ventilatorsnelheid.
"
" -DISPLAY (LUCHTSTROOMKLEP)
Meer informatie vindt u in de paragraaf "DE
10
RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM
INSTELLEN".
"
" -DISPLAY (TIJD OM HET LUCHT-
FILTER TE REINIGEN).
11
Zie blz. "HET REINIGEN VAN HET
LUCHTFILTER".
"
" -DISPLAY (ONTDOOIEN)
12
Zie blz. "ONTDOOIEN".
DISPLAY WERKT NIET
Wanneer een bepaalde functie niet beschikbaar is
wordt, wanneer de betreffende toets wordt
ingedrukt, in het display gedurende enkele
seconden de melding "NOT AVAILABLE" (NIET
BESCHIKBAAR) weergegeven. Wanneer
13
meerdere units gelijktijdig worden gebruikt.
De melding "NOT AVAILABLE" (NIET
BESCHIKBAAR) zal worden weergegeven in het
display wanneer geen van de aangesloten
binnenunits voorzien is van deze functie. Zelfs
wanneer er maar één unit niet voorzien is van deze
functie, zal de melding niet worden weergegeven.
" -DISPLAY
" "
" -DISPLAY
" (Verwarmen)
4