Stroomt de afvoer goed door?
Komt de voedingsspanning overeen met de
spanning die op de kenplaat staat?
Zjin de bedrading en de buizen goed aan-
gelegd?
Is de unit goed geaard?
Voldoet de bedrading aan de specificaties?
Worden de luchtinlaat of de luchtuitlaat van
binnen- of buitennuit geblokkeerd?
Is de lengte van de koelleidingen en de lading
van het aanvullende koelmiddel genoteerd?
b. Punten die moeten worden gecontroleerd bij aflevering
Lees ook de paragraaf "VEILIGHEIDSMAATREGELEN"
Inspectiepunt
Is het deksel van de besturingskast, het luchtfilter en het aanzuigrooster bevestigd?
Hebt u de werking van het apparaat uitgelegd aan de klant aan de hand van de bedien-
ingshandleiding?
Hebt u de bedieningshandleiding aan de klant overhandigd?
c. Aandachtspunten bij de bediening
De items in de handleiding die gemarkeerd zijn met
MAATREGELEN maken u attent op een risico van lichamelijk letsel en beschadiging van het
materiaal dat bestaat naast het normale gebruik van het product. Het is daarom van groot belang dat u de
betreffende punten uitgebreid toelicht en u uw klant wijst op de noodzaak van het aandachtig doorlezen
van de handleiding.
2-4 OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Vergeet niet om de klant te demonstreren hoe deze de unit op de juiste manier bedient (met name het reini-
gen van de filters, de werking van de verschillende functies en het instellen van de temperatuur) en de klant
deze handelingen zelf uit te laten voeren met de handleiding als leidraad.
3. HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
(1) Monteer de unit op een plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet en die ook de instemming
van de klant heeft.
• Bovenin (ook boven het plafond ) de binnenunit waar geen water van de koelmiddelleiding, de afvoer-
leiding, de waterleiding enz. omlaag kan druppelen.
• Waar de muur sterk genoeg is om het gewicht van de binnenunit te kunnen dragen.
• Waar geen gevaar voor lekkage van gevaarlijke gassen bestaat. (Zie Afb. 1 en Afb. 2)
• Waar steeds een goede ventilatie luchtstroming mogelijk is.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Waar de wand redelijk vlak is.
• Waar de muur redelijk vlak en verticaal is.
• Leidingen tussen binnen- en buitenunits zo mogelijk binnen de toegestane afmetingen.
(Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
• Zorg ervoor dat de afstand tussen buitenunits, voedingskabel en besturingskabels en televisies en radio's
minimaal 1 m bedraagt, om vervorming van het beeld en interferentie te voorkomen. (Afhankelijk van het
type en de bron van de elektrische golven, kan interferentie ook optreden op grotere afstanden dan 1 m.)
5
Er kan condenswater gaan druppen.
Er kunnen storingen optreden ofcompo-
nenten doorbranden.
Er kunnen storingen optreden of compo-
nenten doorbranden.
Gevaar op elektrische schrokken.
Er kunnen storingen optreden of compo-
nenten doorbranden.
Er kan onvoldoende gekoeld worden.
De lading van het koelmiddel in het
systeem kan niet goed bepaald worden.
WAARSCHUWING en
Inspectiepunt
VOORZORGS-
Nederlands