Aansluitingenblok
Bedrading
voor afstandsbe-
afstandsbediening
diening
X2M
Klem (accessoire)
Verbindingsbekabeling
FXMQ200 · 250M(A)VE
VOORZORGSMAATREGELEN
• Vergeet niet om de afdichtmat of kit (niet meegeleverd) aan
te brengen, om te voorkomen dat water, insecten of andere
kleine dieren het apparaat kunnen binnendringen. Daardoor
kan kortsluiting ontstaan in het aansluitingencompartiment.
• Zorg er bij het vastzetten van de leidingen voor dat de verbind-
ingen onbelast blijven en gebruik het juiste bevestigingsmate-
riaal. Zorg er bij het aansluiten van de bedrading voor dat het
deksel van het aansluitingencompartiment goed aansluit; leg
de kabels netjes neer en schroef het deksel vervolgens stevig
vast. Let er bij het bevestigen van het deksel op dat de beka-
beling niet wordt afgeklemd. Voer kabels voorzichtig door
openingen om te voorkomen dat ze beschadigen.
• Voer de kabel voor de afstandsbediening, de verbindingska-
bels en andere elektrische bekabeling ook buiten het appa-
raat niet door dezelfde buis en houdt daarbij een minimale
afstand aan van 50 mm om elektrische interferentie en stor-
ingen daardoor te voorkomen.
[ VOORZORGSMAATREGELEN ]
1. Gebruik draadogen voor het aansluiten van de voedings-
draden.
Let op de volgende punten wanneer deze niet beschikbaar zijn.
• Sluit geen kabels met verschillende kabeldiktes op
dezelfde voedingsaansluiting aan.
(Loszittende aansluitingen kunnen oververhitting vero-
orzaken.)
• Gebruik de voorgeschreven draad. Klem de draden stevig
vast op de aansluiting. Oefen daarbij echter niet te veel kracht
uit op de aansluitingen. (Aantrekmoment: 131 Ncm ± 10%)
Monteer een isolatiemof
Aansluitoog
2. Aantrekmomenten voor de aansluitschroeven.
• Gebruik een passende schroevendraaier voor het aan-
draaien van de schroeven van de aansluitingen.
Als de schroevendraaier te smal is zult u de koppen van
de schroeven beschadigen en de aansluitingen niet strak
genoeg aan kunnen draaien.
• Als de aansluitschroeven te strak worden aangedraaid
kunnen de schroeven beschadigen.
Nederlands
Voedingsaanslui-
tingenblok
X1M
Voedingskabel
en aardingkabel
lektra-draad
• In de onderstaande tabel vindt u de aantrekmomenten
voor de schroeven van de aansluitingen
Aansluiting
Aansluitingenblok voor afstandsbediening (6P)
40 – 125 (2P)
Voedingsaansluitingenblok
200·250 (3P)
40 – 125
Massaaansluiting
200 · 250
3. Sluit geen verschillende kabeldiktes op dezelfde
aardeaansluiting aan. Loszittende verbindingen kunnen de
mate van bescherming verminderen.
4. Monteer de besturingskabel ten minste 50 mm verwijderd
van de voedingskabel. Er kunnen storingen optreden wan-
neer de unit aan (externe) elektrische invloeden wordt
blootgesteld.
5. Zie de "INSTALLATIEHANDLEIDING VAN DE AFSTANDS-
BEDIENING" voor details over het aansluiten van de
afstandsbediening.
6. Sluit de voedingskabel nooit aan op het aansluitingen-
blok voor de afstandsbediening. Een dergelijke fout
kan het gehele systeem beschadigen.
7. Gebruik de voorgeschreven draad en zet deze stevig vast
op de aansluitingen. Oefen daarbij echter niet te veel kracht
uit op de aansluitingen. Monteer de bekabeling zorgvuldig,
zodat deze niet het deksel van het aansluitingencomparti-
ment opendrukt. Controleer of het deksel het compartiment
goed afsluit. Wanneer de installatie niet op de juiste manier
wordt uitgevoerd, kan dat leiden tot oververhitting en, in het
slechtste geval, gevaar voor elektrische schokken of brand.
9-2 VOORBEELD VAN BEDRADING
• Sluit de voedingskabel van elke unit aan over een schake-
laar en zekering zoals is weergegeven in de afbeelding.
VOORBEELD VAN EEN COMPLEET SYSTEEM (3 SYSTE-
MEN)
oeding
Hoofd-
schakelaar
BS-eenheid
(Alleen voor
modellen
met warmtet-
erugwinning)
Binnenunit
Afstandsbediening
Draaddikte
Draaimoment
M3,5
0,79 – 0,97 N·m
M4
1,18 – 1,44 N·m
M5
2,39 – 2,91 N·m
M4
1,44 – 1,94 N·m
M5
3,02 – 4,08 N·m
oedingskabel
erbindingsbekabeling
Schakelaar
Zekering
9