Inhoudsopgave
Advertenties
Toegangscode
Als de toegang tot de regelaar beschermd dient te worden, dan kan dit met een
toegangscode. De numerieke waarde van de toegangscode dient tussen de 0 en 100
te liggen. Als er geen toegangscontrole gewenst is, dan kan deze functie op "OFF"
gezet worden.
Voelertype
Er wordt normaal met een Pt 1000 voeler met goede precisie gewerkt. In speciale
omstandigheden is het gebruik van een PTC-voeler (R25 = 1000) ook toegestaan. Als
er met een PT 1000 voeler gewerkt wordt, dan wordt de temperatuur weergegeven
tot op één cijfer na de komma. Als er met PTC voelers gewerkt wordt, dan wordt de
temperatuur in gehele getallen weergegeven.
Gecoördineerde ontdooing met kabelaansluiting
De verbindingen met de regelaar dienen te worden gemaakt zoals op pagina 13
beschreven is.
Uit: geen gecoördineerde ontdooiing met kabelaansluiting
1: master regelaar (er kan maar 1 regelaar master van een groep zijn)
2: Slave regelaar
Als er gecoördineerde ontdooiing via een LON-netwerk plaatsvindt, dan moet de
instelling op 'Uit' staan. Als deze functie in een slave-regelaar wordt ingesteld voordat
deze (ook) in de master-regelaar wordt ingesteld, zal een ontdooiing worden gestart.
Uiteraard kan dit worden vermeden door als eerste de master-regelaar in te stellen en
vervolgens de slave-regelaar.
Actieve thermostaat (actieve voeler)
De temperatuurregeling wordt normaal met beide voelers uitgevoerd. Indien
gewenst, kan de Sin voeler niet gebruikt worden. Automatisch: Beide voelers/ther-
mostaten doen mee aan de regeling . Uitgang: uitsluitend de Sout voeler /ther-
mostaat is in gebruik.
Display stappen
Normaal wordt de temperatuur bij PTC-voelers in stappen van 1°C en bij gebruik van
Pt voelers in stappen van 0.1° weergegeven. Indien gewenst kunnen deze stappen op
0.5° ingesteld worden.
Ja: getekent stappen van 0.5°C
Neen: betekent stappen van 0.1°C
Bij de PTC-voelers kan er niet gekozen worden; de stappen liggen vast op 1°C.
Maximum vertragingstijd na een gecoördineerde ontdooiing
Als de regelaar een ontdooiingscyclus voltooid heeft, dan wacht deze op een signaal
om het koelproces voort te zetten. Als dit signaal om een of andere reden niet
ontvangen wordt, dan zal de regelaar automatisch het koelproces opnieuw starten,
nadat de pauze afgelopen is.
Voelersignaal selecteren voor weergave op het display
Automatisch schakelen tussen S
open is en S
als het dicht is.
in
Sout; Steeds S
out
Sin: Steeds S
in
Handmatige controle van de uitgangen
Bij nazicht kunnen de relaisuitgangen en de digitale uitgangen in de stand AAN gezet
worden.
Uit: Geen uitzonderingstand
1: Het compressorrelais is in de stand AAN
2: Het ontdooiingrelais is in de stand AAN
3: Het ventilatorrelais is in the stand ANN
4: Het alarmrelais is in the stand AAN
5: Signaal aan de slave regelaars dat er ontdooid dient te worden
Alarm/licht
Hier kan worden gedefi nieerd of relais 20-21 gebruikt wordt als
alarmrelais of lichtfunctie.
1= alarm. Het relais zal uitschakelen als er een alarm is.
2= licht. Het relais schakelt in als de regelaar in de 'dagstand' staat.
8
en S
. S
wordt weergegeven als het nachtgordijn
out
in
out
Manual RS8DS110 © Danfoss 09-2004
o05
-
o06
Sens Typ Pt=0
PTC = 1
o13
DO Confi g
Off = 0
Hoofdregelaar = 1
Secundaire regelaar = 2
o14
Act. Sen. AUT=0
Sout = 1
o15
Disp Step = 0.5
o16
Max Hold Time
o17
Dis Sen AUT=0
Sout = 1
Sin = 2
o18
Manual Contr
(Komt op alle menuschermen voor)
Staat in de stand AAN, zodat het
betreff ende relais gedwongen kan
worden.
Na afl oop mag niet vergeten worden
om de functie terug UIT te zetten.
o36
AuxRelConfi g
DO State
Uitlezing van de status van de digitale
uitgang en handbediening van deze
uitgang.
Hold After Def
Staat op AAN als de regelaar ingesteld
is voor gecoördineerde ontdooiing.
- - - Night Setback
0=Dagstand
1=Nichtstand (als EKC 414C)
EKC 201C
Advertenties
Inhoudsopgave
