2.
BEVEILIGING
In de Phoenix omvormer zijn een aantal beveiligingsvoorzieningen
ingebouwd die de omvormer en de op de omvormer aangesloten
apparatuur beschermen tegen interne elektronische schade.
2.1
K
ORTSLUITINGS BEVEILIGING
De uitgang van de omvormer is beveiligd tegen kortsluiting. De
kortsluitstroom voor de 12V versie bedraagt ca. 5,5 A
versie bedraagt de kortsluitstroom ca. 11 A
daalt de uitgangsspanning tot ca. 0 Volt. De LED 'overload' zal drie
seconden knipperen, na drie seconden zal de LED 'overload' continu
branden en de omvormer schakelt uit. Maximaal 30 seconden nadat de
kortsluiting is opgeheven, werkt de omvormer weer volgens de geldende
specificaties.
2.2
K
ORTSTONDIG VERMOGEN
De Phoenix omvormer kan kortstondig een hoger vermogen afgeven en
heeft een piekvermogen gedurende 3 seconden (zie tabel in paragraaf 1.2).
Dit vermogen wordt elektronisch begrensd. Als de omvormer is overbelast
zal de LED 'overload' knipperen. Als de overbelasting te hoog is zal de
omvormer uitschakelen en de LED 'overload' zal continu branden.
2.3
T
EMPERATUUR BEVEILIGING
De temperatuur van de elektronica wordt continu gemeten. Dankzij deze
temperatuurbewaking wordt de omvormer automatisch uitgeschakeld als
de temperatuur door kortsluiting, overbelasting of een extreem hoge
omgevingstemperatuur te hoog dreigt op te lopen. De LED 'temp.' zal
knipperen om aan te geven dat de kritische temperatuur bijna bereikt is.
Wanneer de interne temperatuur te hoog is, zal de LED 'temp.' branden en
de omvormer schakelt uit. Zodra de temperatuur voldoende is gedaald,
start de omvormer automatisch opnieuw op.
42
. Voor de 24V
RMS
. In geval van kortsluiting
RMS
gebruiksaanwijzing