3.2.1
Benodigdheden
Maak voor de installatie gebruik van:
•
twee accukabels (maximumlengte 6 meter, incl. klemmen)
•
een steeksleutel (10 mm of M6) voor het aansluiten van de accukabels
•
een schroevendraaier (nr. 1) voor het aansluiten van de 230 V
kabels
3.2.2
Accukabels
De doorsnede van de accukabels is dusdanig dat deze geschikt zijn voor
continue belasting en piekbelasting.
Phoenix 12/300
Phoenix 12/500
Phoenix 24/500
Phoenix 24/900
Draai de verbindingen stevig aan om overgangsweerstanden te
voorkomen.
3.3
A
ANSLUITEN BEDRADING
Het aansluiten van de bedrading is een belangrijke stap in de installatie.
De aansluitpunten bevinden zich op de printplaat in de omvormer (zie
afbeelding 1). De kabelklemmen zijn voorzien van een codering ("+" of
"-").
46
Lengte 0 – 1.5 meter
6 mm
2
10 mm
2
6 mm
2
6 mm
2
Lengte 1.5 – 6 meter
10 mm
16 mm
10 mm
10 mm
afbeelding 1.
gebruiksaanwijzing
AC
2
2
2
2