Werking
BEGRIJPEN VAN HOOI CONDITIES EN TESTER WAARDEN
Er zijn veel variabelen die de nauwkeurigheid van sensorwaarde kunnen
beïnvloeden. Inzicht in deze variabelen kan helpen bij het gebruik van de
sensorwaarden.
BELANGRIJK: Vanwege de vele variabelen, welke sensorwaarden beïnvloeden,
moeten de aangegeven vochtwaarden niet als een absolute en kwantitatieve
meting gebruikt worden. Sensorwaarden zijn echter zeer nuttig voor persen en
opslaan van hooi.
Veld condities: bodemvocht, hoge of lage gebieden, geulen, en schaduwrijke
gebieden hebben allemaal invloed op hooivocht in hetzelfde veld.
Hooisoorten: blad-tot-stam verhouding, gewasvolwassenheid en verschillende
stekken dragen bij aan zeer uiteenlopende vocht distributie in de hooi planten.
Oogstvariabelen: baaldichtheid, zwadgrootte en -vorm, bodemvochtigheid, de tijd
van de dag, hooi temperatuur en de algehele klimaatcondities beïnvloeden
hooivocht. Hoge vochtigheid met bewolking draagt bij aan meer variaties in
hooivocht dan een droge, zonnige en winderige dag.
Sommige conserveermiddelen verhogen geleidbaarheid: Totdat een
conserveringsmiddel volledig is geabsorbeerd, gewoonlijk 1-2 dagen, kan het
conserveermiddel waarden veroorzaken die 2-4 punten boven de waarde van
hetzelfde hooi zonder conserveermiddel zou zijn.
Baaldichtheid: Omdat de baal dichter wordt in de perskamer, zal de vochtwaarde
hoger schijnen. Deze hogere waarden zijn het gevolg van verdichting dat varieert
als de baal wordt gevormd.
Elk type pers verschilt hoe het hooi in de perskamer word gevoed en hoe de baal
word gevormd. In het algemeen zijn kleine rechthoekige balen dichter aan de
onderkant of "lichte" zijde. Grote rechthoekige balen zijn het dichts in de
bovenste hoeken.
Natuurlijke variaties binnen het zwad: Ongelijkmatige hooivochtigheid wordt
verwacht in een bepaald zwad. Dit kan optreden als gevolg van laaggelegen
gebieden of aftapkanalen in een veld. Het hooi dat contact maakt met de sensor
kussentjes doet dat willekeurig. Daarom kunnen delen van zeer droog en zeer
nat hooi worden gedetecteerd en de corresponderende waarden zullen worden
weergegeven.
Een onvoorbereid zwad kan vochtvariaties tot 20% hebben. Zelfs een goed
voorbereide zwad kan tot 5% in vocht variëren.
12