Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
configuratiemodus terechtkomt.
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
configuratiemodus terechtkomt.
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
Selecteer met de knoppen
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
Selecteer met de knoppen
LINKS/RECHTS de groep waarin u
configuratiemodus terechtkomt.
LINKS/RECHTS de groep waarin u
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
configuratiemodus terechtkomt.
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
configuratiemodus terechtkomt.
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
Selecteer met de knoppen
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
LINKS/RECHTS de groep waarin u
seconden het apparaat toe dat moet
seconden het apparaat toe dat moet
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
worden bestuurd door andere apparaten.
worden bestuurd door andere apparaten.
Deze functie zorgt ervoor dat de apparaten die zich in een Z-Wave
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
Selecteer met de knoppen
netwerk bevinden zo worden geconfigureerd, dat een reeds aangestuurd
Selecteer met de knoppen
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
LINKS/RECHTS de groep waarin u
apparaat een ander apparaat aanstuurt. Zo kan bijvoorbeeld een dakraam
LINKS/RECHTS de groep waarin u
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
configuratiemodus terechtkomt.
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
met een regensensor een sluitsignaal sturen naar andere dakramen zodra
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
De procedure is correct uitgevoerd. De
De procedure is correct uitgevoerd. De
het regen detecteert. Controleer in de handleidingen of de apparaten die
groene achtergrondverlichting knippert
groene achtergrondverlichting knippert
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
één keer.
gekoppeld gaan worden deze functie bezitten.
één keer.
seconden het apparaat toe dat moet
worden bestuurd door andere apparaten.
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
BESTUURDE
BESTUURDE
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Houd de knoppen OMHOOG en STOP
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Selecteer met de knoppen
seconden het apparaat toe dat moet
tegelijkertijd ingedrukt, totdat u in de
seconden het apparaat toe dat moet
LINKS/RECHTS de groep waarin u
worden bestuurd door andere apparaten.
configuratiemodus terechtkomt.
De procedure is correct uitgevoerd. De
worden bestuurd door andere apparaten.
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
groene achtergrondverlichting knippert
één keer.
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
De procedure is correct uitgevoerd. De
BESTUURDE
De procedure is correct uitgevoerd. De
groene achtergrondverlichting knippert
groene achtergrondverlichting knippert
één keer.
één keer.
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Selecteer met de knoppen
seconden het apparaat toe dat moet
LINKS/RECHTS de groep waarin u
worden bestuurd door andere apparaten.
apparaten wilt koppelen (bijvoorbeeld 1).
BESTUURDE
BESTUURDE
* Lees de handleidingen van de apparaten die u wilt koppelen.
De procedure is correct uitgevoerd. De
groene achtergrondverlichting knippert
één keer.
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
seconden het apparaat toe dat moet
worden bestuurd door andere apparaten.
BESTUURDE
De procedure is correct uitgevoerd. De
groene achtergrondverlichting knippert
één keer.
BESTUURDE
13
13
Arkusz13
KOPPELING VAN APPARATEN
KOPPELING VAN APPARATEN
TŁUMACZENIE
Arkusz13
Arkusz13
HOLENDERSKI
13
TŁUMACZENIE
TŁUMACZENIE
HOLENDERSKI
KOPPELING VAN APPARATEN
HOLENDERSKI
13
Arkusz13
KOPPELING VAN APPARATEN
KOPPELING VAN APPARATEN
TŁUMACZENIE
HOLENDERSKI
13
Arkusz13
KOPPELING VAN APPARATEN
TŁUMACZENIE
HOLENDERSKI
13
KOPPELING VAN APPARATEN
13
Selecteer
met
Selecteer
met
OMHOOG/OMLAAG
OMHOOG/OMLAAG
optie.
optie.
Selecteer de aangeduide optie met de
knoppen OMHOOG/OMLAAG .
Bevestig met de knop STOP.
Bevestig met de knop STOP.
Selecteer
Selecteer
OMHOOG/OMLAAG
OMHOOG/OMLAAG
optie.
optie.
Bevestig met de knop STOP.
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
seconden het apparaat in dat de andere
seconden het apparaat in dat de andere
apparaten moet besturen.
apparaten moet besturen.
Selecteer
Bevestig met de knop STOP.
Bevestig met de knop STOP.
OMHOOG/OMLAAG
optie.
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
rode achtergrondverlichting knippert drie
rode achtergrondverlichting knippert drie
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
seconden het apparaat in dat de andere
19, punt 7.
19, punt 7.
apparaten moet besturen.
BESTURENDE
BESTURENDE
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Selecteer
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Bevestig met de knop STOP.
seconden het apparaat in dat de andere
OMHOOG/OMLAAG
seconden het apparaat in dat de andere
apparaten moet besturen.
optie.
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
apparaten moet besturen.
rode achtergrondverlichting knippert drie
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
19, punt 7.
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
BESTURENDE
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
rode achtergrondverlichting knippert drie
rode achtergrondverlichting knippert drie
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
19, punt 7.
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
Bevestig met de knop STOP.
19, punt 7.
seconden het apparaat in dat de andere
apparaten moet besturen.
BESTURENDE
BESTURENDE
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
rode achtergrondverlichting knippert drie
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
Voeg in programmamodus*1 binnen 99
19, punt 7.
seconden het apparaat in dat de andere
apparaten moet besturen.
BESTURENDE
De procedure is incorrect uitgevoerd. De
rode achtergrondverlichting knippert drie
keer. Herhaal de procedure of lees pagina
19, punt 7.
BESTURENDE
de
knoppen
de
knoppen
de
aangeduide
de
aangeduide
met
de
met
de
de
aangeduide
de
aangeduide
met
de
de
aangeduide
met
de
de
aangeduide
6. N
6. N
1
1
6.
6
6.
1
6.
knoppen
knoppen
1
6.
knoppen
knoppen
13