5.7
Motorolie
Gebruik alleen toegelaten motorolie (
pagina 50).
5.7.1
Instructies voor de omgang met motorolie
VOORZICHTIG: Gevaar voor de gezond-
heid bij het omgaan met motorolie!
B Draag veiligheidshandschoenen en veilig-
heidsbril.
B Respecteer de specificaties in het door de
fabrikant meegeleverde veiligheidsspecifi-
catieblad.
Bij contact met motorolie:
• Objecten met absorberend materiaal afvegen en als
speciaal afval afvoeren.
• In olie gedrenkte kleding en schoenen vervangen.
• Oliehoudende lappen niet in de broekzak steken.
• Huid met water en zeep of speciale handreinigingsmid-
delen en evt. met een nagelborstel wassen.
• Benzine, oplosmiddel e.d. niet als schoonmaakmiddel
gebruiken.
• Huid na het schoonmaken verzorgen met huidcrème.
• Bij contact met de ogen:
– Ogen met stromend schoon water bij geopend oog-
lid gedurende minimaal 15 minuten uitwassen.
– Indien beschikbaar, oogdouche gebruiken.
– Transport in verpakte toestand
5.7.2
Gasmotor voorbereiden
De installatie wordt tijdens de inbedrijfstelling met olie ge-
vuld door een geautoriseerde installateur.
Voor de inbedrijfstelling moet voldoende mo-
torolie ter beschikking staan.
Montagehandleiding Loganova EN20 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
5.7.3
B Motorolie via de vulopening op de cilinderkop bijvullen.
hoofdstuk 9.2.1,
B Motoroliepeil met de oliepeilstok controleren.
Afb. 19 Motoroliepeil controleren
1
Motorolie direct bijvullen
Vulhoeveelheden conform tabel
"Technische gegevens", pagina 15 ev.
Motorolie niet tot boven de MAX-markering
op de oliepeilstok vullen.
Oliepeil moet tussen de twee markeringen op de olie-
peilstok liggen.
Oliepeilstok
5
Installeren WKK
35