Installatie - voor de installateur
10.5 elektriciteit aansluiten
geVAAR elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaanslui-
tingen en montage uit conform de voorschriften.
geVAAR elektrische schok
de aansluiting op het stroomnet is enkel als vaste
aansluiting toegestaan in combinatie met de uit-
neembare kabeldoorvoer. Het toestel moet op alle
polen met een afstand van minstens 3 mm van het
stroomnetwerk kunnen worden losgekoppeld.
Materiële schade
!
neem de gegevens op het typeplaatje in acht. de
aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
info
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
» Trek de temperatuurinstelknop eraf.
» Draai de schroeven eruit.
» Verwijder de onderste kap.
» trek de kabeldoorvoer er aan de onderkant uit. Druk
daarvoor op de vergrendelhaakjes.
» Schuif de kabeldoorvoer over de verbindingskabel
heen en vergrendel de kabeldoorvoer opnieuw.
» Sluit de elektrische aansluitkabel aan op de netaan-
sluitklem (zie hoofdstuk "Technische gegevens/ Elek-
triciteitsschakelschema en aansluitingen").
» Kruis met een pen het geselecteerde aansluitvermo-
gen en de -spanning aan op het typeplaatje.
10.6 Montage afsluiten
» Plaats de onderste kap opnieuw.
» Draai de schroeven in.
» Steek de temperatuurinstelknop erop.
gesloten (drukvaste) werkwijze:
» sluit de veiligheidsgroep aan op het toestel door de
buizen op het toestel te schroeven.
18
11. ingebruikname
11.1 eerste ingebruikname
» Open de warmwaterkraan totdat het toestel is gevuld
en het leidingnet luchtvrij is.
» Let op het maximaal toegelaten doorstroomvolume
bij een volledig geopende kraan (zie hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel").
» Gesloten (drukvaste) werkwijze:
Reduceer, indien gewenst, het doorstroomvolume op
de smoorklep van de veiligheidsmodule.
Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsgroep
met een constante afwaartse helling.
Houd rekening met de instructies in de installatie-
handleiding van de veiligheidsgroep.
» Draai de temperatuurinstelknop naar de maximale
temperatuur.
» Schakel de netspanning in.
» Controleer de werkmodus van het toestel. Let daarbij
op het uitschakelen van de thermostaat.
» Gesloten (drukvaste) werkwijze: controleer de goede
werking van de veiligheidsgroep.
11.1.1 overdracht van het toestel
» Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit
en maak hem vertrouwd met het gebruik ervan.
» Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name
verschroeiingsgevaar.
» Overhandig deze handleiding.
11.2 opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
12. Buitendienststelling
» Verbreek de verbinding tussen het toestel met de ze-
kering in de huisinstallatie en de netspanning.
» Tap het toestel af. Zie hoofdstuk "Onderhoud/toestel
aftappen".