BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Neem de aanbevelingen voor de dosering op de verpakking van het wasmiddel in acht.
De juiste dosering van wasmiddel/verzachter is belangrijk want:
• Optimaliseert het waseffect.
• Voorkomt irriterende resten van overtollig wasmiddel in de was.
• Bespaart geld door verspilling van overtollig wasmiddel te voorkomen.
• Beschermt de wasmachine door verkalking van ingrediënten te voorkomen.
• Beschermt het milieu door onnodige belasting van het milieu te voorkomen.
Gebruik geen handwasmiddel want dit creëert te veel schuim.
Gebruik waspoeder voor witte katoenen kleding, voor de voorwas en om te wassen op temperaturen
boven de 60 °C.
Volg de instructies op de verpakking van het wasmiddel.
6. Einde uitstellen
• Om het einde van het programma op een later tijdstip in te stellen, zie hoofdstuk „ Bedieningspa-
neel / UITGESTELD EINDE".
7. Programma starten
• Druk op de knop START/PAUZE. Het betreffende controlelampje gaat branden, de deur wordt ver-
grendeld en het lampje DEURVERGRENDELING gaat branden.
• Open het afwasmiddeldoseerbakje niet meer tijdens het lopende programma om te voorkomen dat
er water wordt gemorst.
• De resterende duur van het programma kan variëren. Factoren zoals onevenwichtige ladingen of
schuimvorming kunnen de programmaduur beïnvloeden.
8. Wijzig indien nodig de instellingen van het lopende programma
U kunt de instellingen nog wijzigen terwijl het programma loopt. Wijzigingen worden toegepast mits
de betreffende fase van het programma nog niet is afgelopen.
Om de instellingen van een lopend programma te wijzigen:
• Druk op de knop START/PAUZE om het lopende programma te pauzeren.
• Wijzig de instellingen.
• Druk nogmaals op START/PAUZE om het programma voort te zetten.
Als het programma is gewijzigd, voeg dan geen afwasmiddel toe aan het nieuwe programma.
Om te voorkomen dat een lopend programma per ongeluk wordt gewijzigd (bijvoorbeeld door kinde-
ren), gebruikt u de functie STARTBLOKKERING (zie hoofdstuk „Bedieningspaneel/SNELHEID").
31