16
SC, uitgang omgevingslicht (geeft spanning van 24Vac, 3W maximum); ander mogelijkheid, aansluiting van de voeding
van fotocellen dmv. parameter "A8=02 " te selecteren (in complexe functie) om de test fotocellen te doen bij elke
commando.
17
COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning
18
FT2, fotocel 2
19
FT1, fotocel 1
20
INP2, externe ingang 2, de functie is afhankelijk van de waarde van parameter
configuratieniveau en
- functie COS2, druklijst 2, zie figuur 4(a)
- functie FCA2, vleugel opening eindschakelaar, alleen voor knikarmmotoren (figuur 5)
21
COS1, veiligheidsstrip 2
22
COS2, veiligheidsstrip 1
23
ST, stop knop
24
Antenne voor draadloze ontvanger (indien u gebruikt maakt van een externe antenne, verbinden met
RG58 kabel)
25
Antenne ontvanger
26
COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning
27
INP1, externe ingang 1, de functie is afhankelijk van de waarde van parameter
A1
72
en
in de geavanceerde modus.
- ORO, functie ingang commando horloge (figuur 4)
- FCA1, vleugel opening eindschakelaar, alleen voor motor met knikarmmotoren (figuur 5)
28
AP, opening commando
29
CH, sluiting commando
30
PP, open-stop-sluiten commando
31
PED, contact voetgangersopening: dit commando is in de fabriek geprogrammeerd om poort 1 volledig te openen
(wanneer u 2 vleugels heeft) of om de helft te openen van poort 1 (bij 1 vleugel).
32
COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning
BELANGRIJK!
a)
Alle veiligheden die niet gebruikt worden en die een normaal gesloten contact voorzien (N.C.) moeten overbrugd
worden op de COM klemmen (gemeenschappelijk in-en uitgangen in laagspanning), of indien mogelijk kun je ze
desactiveren door volgende complexe parameters te wijzigen: par.
b)
INP1 en INP2 kunnen verschillende functies hebben afhankelijk van het geselecteerde motortype, zie figuur 4 en 5.
Indien een knikarmmotor wordt geselecteerd door parameter
geavanceerde modus). De eindschakelaar bij het openen wordt geselecteerd door parameter 8- waarde 01 in
eenvoudige modus (parameter
wordt aangesloten op INP1 en de eindschakelaar bij het openen van motor 2 wordt aangesloten op INP2. Alle andere
gevallen: INP1 heeft de klok regelfunctie (ORO) en INP2 van veiligheidsrand 2 (COS2)
3.1.1 Motoraansluiting
De borstelloze motoren hebben drie fasen (X,Y,Z), deze kunnen worden aangesloten op verschillende manieren. Wanneer de
motor draait in de tegenovergestelde richting dan gewenst, schakelt de motor automatisch over op 2 van de 3 aansluitingen
X,Y,Z.
ATTENTIE!
Bij gebruik van knikarmen, als M1 en M2 worden uitgewisseld, moet je nog steeds de aansluiting op de klemmen van de
27
20
schakelaar
(INP1) en
maximale lengte 10 meter gebruiken. Het gebruik van het onderste gedeelte (min. 1.5mm²) leidt tot een vermindering van het
maximumkoppel. Wanneer u een kabel gebruikt van 3 x 1.5 mm², met een lengte langer dan 3 meter is er een verlies van het
maximumkoppel (tot 5% per extra meter, met een lengte van 8 meter is er een vermindering van 25%). Indien de lengte meer
dan 10 meter bedraagt, is het gebruik van een 4mm² kabel vereist voor optimale prestaties.
A1
72
en
in de geavanceerde modus.
72
01
-waarde
(INP2) verwisselen. Om de motor op de sturing aan te sluiten, moet u een kabel 3 x 2,5mm²,
51, 53, 54, 72, 73, 74
C
- waarde
in uitgebreide modus). De eindschakelaar bij het openen van motor 1
C
8
en
in de vereenvoudigde
C
8
en
in de vereenvoudigde modus en
(zie 3.2 en 3.3).
03
in eenvoudige modus (of
A1
03
-waarde
in