6
Scannen
Voordat u begint met scannen
De scaninstellingen wijzigen via het bedieningspaneel
Bij het scannen worden documenten en foto's gedigitaliseerd en worden deze
digitale bestanden naar uw computer gestuurd.
Het digitale bestand kan bij het scannen:
• In de Home Center-software worden geopend
• In scannersoftware van andere leveranciers worden geopend
• Worden opgeslagen in een indeling en op een locatie die u opgeeft (Zie
scaninstellingen wijzigen via het bedieningspaneel, pagina
Scannen via een softwareprogramma op de computer (zoals Home Center-software)
geeft u meer opties, maar u kunt ook scannen via het bedieningspaneel van de printer.
Zorg dat de printer via een USB-kabel, ethernetkabel of draadloos netwerk op een
computer is aangesloten (Zie
Zorg ervoor dat de Home Center-software op de computer is geïnstalleerd.
(Ga anders naar
www.kodak.com/go/aiodownloads
het scherm om de software voor uw KODAK All-in-One printer te installeren.)
Wijzig daarna de scaninstellingen in de Home Center-software. Dit zijn de
standaardinstellingen die de printer gebruikt als u via het bedieningspaneel
van de printer scant.
1. Open de Home Center-software.
2. Selecteer Hulpmiddelen en documentatie .
3. Selecteer Scaninstellingen van de printer .
4. Pas de instellingen voor het scannen van documenten en foto's als volgt aan.
Voor het aanpassen van de instellingen voor het scannen van documenten
selecteert u het tabblad Document en selecteert u vervolgens:
• Bestandsindeling (.pdf, .rtf, .tif, .jpg)
• Resolutie (75, 150, 300, 600 dpi)
• Vragen om bestandsnaam en locatie of Automatisch opslaan
Als u voor automatisch opslaan kiest, moet u het volgende opgeven:
– Basisnaam (gescande bestanden worden standaard 'scan1', 'scan2',
enz. genoemd)
– Locatie (map) waar de gescande bestanden worden opgeslagen
www.kodak.com/go/aiosupport
Uw printer aansluiten op een netwerk, pagina
37)
en volg de aanwijzingen op
De
6).
37