Functiebeschrijving
Het apparaat is met een stabiel kunststofre-
servoir voor de opname van vuil uitgerust.
De looprollen laten een grote wendbaar-
heid van het apparaat toe.
Bij het nat zuigen schakelt een vlotter de
zuigluchtstroom uit als de stofbak vol is.
Aanvullend bezit het apparaat een blaas-
functie. De bediening van de onderdelen
staat hieronder beschreven.
Pictogrammen voor gebruik
van zuigmonden en filters
Zuigmond voor het zuigen van ta-
pijten.
Zuigmond voor het zuigen van
gladde oppervlakken en harde
vloeren.
Zuigmond voor het zuigen van stof
en vuil uit voegen en scheuren.
Speciale zuigmond voor het zuigen
van kussens, voeringen en matras-
sen.
Speciale zuigmond voor de autorei-
niging.
Filter voor het opzuigen van vloei-
stoffen.
Filter niet geschikt voor het opzui-
gen van vloeistoffen.
Filter voor het opzuigen van droog
vuil uit huishouden, garage en
werkplaats.
Filter voor het opzuigen van fijnstof,
zoals bijv. steenstof en houtstof.
Technische gegevens
Toestel ..................... PNTS 1300 F5
Netspanning U ...220-240 V~, 50/60 Hz
Toegekende opname
(aansluitvermogen) P ................. 1300 W
Beschermingsniveau ..........................
Beschermingsklasse ......................... IPX4
Zuigkracht .............. 17,5 kPA (175 mbar)
Kabellengte ..................................... 4 m
Inhoud van de stofbak (bruto) ............ 20 l
Bruikbaar reservoirvolume (water) ...... 12 l
Gewicht (incl. alle accessoires) .. ca. 4,8 kg
Technische en optische veranderingen
kunnen in het kader van een verdere ont-
wikkeling zonder aankondiging worden
uitgevoerd. Alle afmetingen, aanwijzingen
en gegevens van deze gebruiksaanwijzing
zijn daarom onder voorbehoud. Wettige
aanspraken, die op grond van de gebruiks-
aanwijzing worden ingediend, kunnen
daarom niet geldend worden gemaakt.
Veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat kan door kinderen
vanaf 8 jaar en ouder en tevens
door personen met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale ca-
paciteiten of met een gebrek aan
ervaring en kennis gebruikt worden
wanneer ze onder toezicht staan
of met het oog op het gebruik van
het apparaat geïnstrueerd werden
en zich van de daaruit resulterende
gevaren bewust zijn. Kinderen mo-
gen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud
mogen niet door kinderen zonder
toezicht doorgevoerd worden.
NL
BE
II
31