5. Controle en onderhoud
5.3
Vullen van de installatie
T000182-A
19
4 Reinig de buitenzijde van de ketel met een vochtige doek en een
De waterdruk in de ketel moet tussen 1,5 en 2 bar liggen. Eventueel
de installatie bijvullen met water. Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Open de kranen van alle op het verwarmingssysteem aangesloten
T000181-B
2. Stel de ruimtethermostaat af op een zo laag mogelijke
3. Onderbreek de elektrische voeding van de verwarmingsketel.
T000155-A
zacht schoonmaakmiddel.
OPGELET
Alleen een erkend installateur mag de binnenzijde van de
ketel reinigen.
radiatoren.
temperatuur.
GMR 1024 CS Condens
04/12/2008 - 300019191-001-E