Als alleen water van de vloer moet worden opgenomen; gebruik dan het apparaat
direct, zonder eerst de reinigingsrol (9) te bevochtigen of het schoonwaterreservoir (5)
te vullen.
Als de vloer grondig moet worden gereinigd, vul dan het schoonwaterreservoir (5) met
water en reinigingsmiddel zoals eerder beschreven.
Leeg het vuilwaterreservoir na elke reiniging (zie "10.2. Schoonwaterreservoir leeg-
maken/schoonmaken" op blz. 25).
Om de reinigingsrol (9) snel nat te maken: vul de reinigingsrolkamer (zie afb. N) van
het opbergstation (12) met 450 ml schoon water.
Plaats het apparaat in het opbergstation (12).
Druk op de toets Aan/Uit (2) om het apparaat aan te zetten en laat het 5 seconden
draaien.
Druk op de toets Aan/Uit (2) om het apparaat uit te schakelen.
De wals heeft nu de juiste vochtigheidsgraad om te beginnen met reinigen.
Neem de reiniger voor harde vloeren uit het opbergstation (12).
Kantel de behuizing van het toestel iets naar achteren om met de reiniging te begin-
nen. Druk op de toets Aan/Uit (2) om het apparaat in te schakelen (zie afb. I).
Houd de reiniger voor harde vloeren in een hoek van ongeveer 60 graden.
Reinig de vloer door de reiniger voor harde vloeren heen en weer te bewegen, verge-
lijkbaar met stofzuigen, totdat de vloer schoon is.
Maak het vloeroppervlak niet te nat, vooral bij het reinigen van houten en andere
kwetsbare vloeroppervlakken.
Druk voor hardnekkigere vervuiling op de toets Sproeien (17) om de reinigingsoplos-
sing rechtstreeks op de vervuiling aan te brengen (zie afb. J). Houd de toets Sproei-
en (17) bij het eerste gebruik van de sproeifunctie iets langer ingedrukt totdat de
vloeistof naar de sproeikop (15) wordt gepompt en wordt opgesproeid. Beweeg de
reiniger voor harde vloeren over de vervuiling en beweeg langzaam heen en weer om
de vervuiling te verwijderen.
24 - Nederlands
Afb. N