Drystar 5301, Drystar 5302 | Geavanceerde bediening (hoofdoperatormodus) | 105
3. Noteer deze waarden als gemeten afmetingen A en B in Tabel 4
('Controletabel geometrische consistentie').
4. Vergelijk de meetwaarden A en B met de referentieafmetingen, A
in Tabel 4 ('Controletabel geometrische consistentie').
De verschillen tussen de meetwaarden A en B en de referentiewaarden A
en B
moeten kleiner zijn dan of gelijk aan 1,0%.
ref
5. Controleer op beeldvervorming.
6. Bereken de breedte-hoogteverhouding door A te delen door B.
Het resultaat moet 1 +/- 0,01 zijn.
Bijbehorende links
De beeldgeometrie-referentiewaarden bepalen
Het is zeer raadzaam voor deze meting een maatlat van 30
cm (12-inch) met onderverdelingen van 0,5 mm (1/64 inch)
te gebruiken.
WAARSCHUWING:
Als het beeldformaat of de vervormingswaarden de limieten
overschrijden, neemt u contact op met uw lokale
onderhoudsdienst om het probleem te verhelpen.
op bladzijde 100
2831F NL 20220908 1559
en B
ref
ref
ref