2. Veiligheidsaanwijzingen
Deze meter is gebouwd en getest volgens DIN 57 411 deel 1/ VDE 0411 deel 1, veilig-
-
heidsmaatregelen voor elektronische meetapparatuur en heeft de fabriek in veiligheids-
technisch perfecte staat verlaten. Om deze toestand zo te houden en zeker te zijn van
gebruik zonder gevaar, dient u zich als gebruiker te houden aan de veiligheidsaanwijzin-
gen en waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing!
-
Deze meter mag alleen gebruikt worden in meetcircuits die zelf met 16A afgezekerd zijn
resp. waarin geen grotere capaciteiten dan 4000 VA kunnen optreden. De meter mag
niet gebruikt worden in installaties uit de overspanningscategorie II volgens IEC 664. De
meter en de meetsnoeren zijn niet beschermd tegen lichtboogexplosies (IEC 1010-2-031,
hfst. 13.101).
-
Meetapparatuur hoort niet in kinderhanden!
-
In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBO- voorschriften.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf- werkplaatsen dient het omgaan
-
met meetapparatuur gecontroleerd te worden door geschoold personeel.
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen kunnen spanningvoerende
-
delen blootgelegd worden. Ook aansluitpunten kunnen spanningvoerend zijn. Voor een
kalibrering, onderhoud, reparatie of voor het vervangen van onderdelen of modules, moet
het apparaat losgekoppeld zijn van alle spanningsbronnen en meetcircuits, als het ope-
nen van het apparaat noodzakelijk is. Een kalibrering, onderhoud of een reparatie aan
het geopende apparaat onder spanning mag alleen uitgevoerd worden door een VAK-
MAN, die vertrouwd is met de daaraan verbonden gevaren resp. met de desbetreffende
voorschriften VDE-01 00).
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle
-
spanningsbronnen en meetcircuits losgekoppeld is.
U dient zich er van te overtuigen, dat er alleen zekeringen van het aangegeven type en
-
de aangegeven nominale stroomsterkte gebruikt worden ter vervanging. Het gebruik van
gerepareerde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan.
Voor het vervangen van de zekering koppelt u de meter los van het meetcircuit en scha-
kelt u hem uit. Verwijder alle aangesloten leidingen en testpunten. Neem een passende
kruiskopschroevendraaier en open de behuizing voorzichtig. Verwijder de defecte zeke-
ring(en) en vervang deze door een zekering van hetzelfde type en dezelfde nominale
stroomsterkte (0,5A flink, 250 V; gebruikelijke aanduiding: F 0,5A/250V resp. 10A flink,
250 V; gebruikelijke aanduiding: F 10A/250V.
Sluit vervolgens de behuizing weer en schroef deze zorgvuldig dicht in omgekeerde
volgorde.
-
Neem de meter pas weer in gebruik, als de behuizing gesloten en weer dichtgeschroefd
is.
-
Wees bijzonder voorzichtig bij het omgaan met spanningen groter dan 25 V wissel- (AC)
resp. groter dan 35 V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen kunt u bij het aan-
raken van elektrische leidingen een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
3