Het stuurprogramma en software installeren
9
Kies het betreffende sleutelnummer en druk op OK.
72.WLAN
WEP-sleutel
a
KEY1:
b
KEY2:
Select. ab of OK
Voer via de kiestoetsen de WEP-sleutel in die
u in stap 1 hebt genoteerd. U kunt met de
toetsen
en
Bijvoorbeeld: om de letter a in te voeren, drukt
u één keer op het toetsenbord op toets 2. Om
het cijfer 3 in de voeren, drukt u zeven keer op
het toetsenbord op toets 3.
De letters worden in deze volgorde
weergegeven: kleine letter, hoofdletter en
cijfers.
Druk op OK als u alle tekens hebt ingevoerd,
kies dan 1.Ja en druk op OK om uw
instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
De meeste toegangspunten en routers
kunnen meerdere sleutels opslaan, maar
slechts een sleutel wordt per keer voor
verificatie en codering gebruikt.
10
Druk op
of
om TKIP of AES als
Type Codering? te selecteren en druk op OK.
Voer via de kiestoetsen het wachtwoord van de
WPA-PSK in die u hebt genoteerd in stap 1. U
kunt met de toetsen
bewegen. Bijvoorbeeld: om de letter a in te
voeren, drukt u één keer op het toetsenbord op
toets 2. Om het cijfer 3 in de voeren, drukt u
zeven keer op het toetsenbord op toets 3.
Druk op OK als u alle tekens hebt ingevoerd,
kies dan 1.Ja en druk op OK om uw
instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
11
Voer de gebruiker in en druk op OK. U kunt met
de toetsen
en
Bijvoorbeeld: om de letter a in te voeren, drukt
u één keer op het toetsenbord op toets 2.
Voer het wachtwoord in en druk op OK, kies
dan 1.Ja en druk op OK om uw instellingen
toe te passen. Ga naar stap 12.
(Gebruik de tabel op Tekst
invoeren op pagina 50.)
de cursor bewegen.
en
de cursor
de cursor bewegen.
12
Uw machine probeert nu met de ingevoerde
informatie verbinding te maken met uw
draadloze netwerk. Als deze verbinding tot
stand komt, wordt Verbonden kort op het
LCD-scherm weergegeven.
Verbinding NG wordt weergegeven als de
verbinding van de afdrukserver met uw router
of toegangspunt niet tot stand is gekomen.
Herhaal de procedure vanaf 3. Als hetzelfde
bericht weer wordt weergegeven, herstel dan
de fabrieksinstellingen van de afdrukserver en
probeer het opnieuw. (Zie De
netwerkinstellingen terugzetten naar de
fabrieksinstellingen op pagina 49.)
13
De machine haalt automatisch de TCP/IP-
adresgegevens van uw toegangspunt (router)
op als DHCP is ingeschakeld (DHCP is
gewoonlijk standaard ingeschakeld bij de
meeste toegangspunten/routers).
Als DHCP niet is ingeschakeld bij uw
toegangspunt, dient u handmatig het IP-adres,
het subnetmasker en de poort van de machine
te configureren om verbinding te kunnen
maken met uw netwerk. Raadpleeg de
netwerkhandleiding voor meer informatie.
De draadloze verbinding is nu tot stand
gekomen. Om de MFL-Pro Suite software
te installeren, gaat u verder met stap 14.
Opmerking
De meegeleverde CD-ROM bevat ScanSoft™
PaperPort™ 11SE. Deze software ondersteunt
®
alleen Windows
2000 (SP4 of recenter), XP (SP2
of recenter), XP Professional x64 Edition en
Windows Vista™. Werk uw systeem bij met het
meest recente Windows
MFL-Pro Suite installeert.
14
Zet de computer aan. (U dient als beheerder te
zijn aangemeld.) Sluit alle actieve
toepassingen voor u MFL-Pro Suite installeert.
Opmerking
Vóór de installatie moet u eventuele persoonlijke
firewallsoftware uitschakelen. Start na de
installatie uw persoonlijke firewallsoftware
opnieuw op.
Windows
®
Service Pack voordat u
®
29