Het beeld is wazig.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (p. 25).
•
Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 209).
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 167).
•
Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro, enzovoort), niet zijn ingesteld.
•
Maak opnamen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (pp. 88, 93).
Ook als u de ontspanknop half indrukt, verschijnt het AF-kader niet
en stelt de camera niet scherp.
•
Als u richt op contrasterende lichte en donkere gebieden van het onderwerp en
de ontspanknop half indrukt, of als u de ontspanknop meerdere malen half indrukt,
verschijnt het AF-kader en stelt de camera scherp.
Het onderwerp is te donker.
•
Klap de flitser uit en stel deze in op
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 80).
•
Pas het beeld aan met i-Contrast (pp. 81, 144).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling om opnamen te maken (pp. 97, 98).
Het onderwerp is te licht (overbelicht).
Klap de flitser in en stel deze in op ! (p. 27).
•
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 80).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling om opnamen te maken (pp. 97, 98).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
Het beeld is donker hoewel de flitser is gebruikt (p. 28).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 81).
•
Pas de flitsbelichtingscompensatie of de flitsuitvoer aan (pp. 100, 107).
•
Verhoog de ISO-waarde (p. 83).
De opname die is gemaakt met de flitser, is te licht (overbelicht).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 81).
Klap de flitser in en stel deze in op ! (p. 27).
•
•
Pas de flitsbelichtingscompensatie of de flitsuitvoer aan (pp. 100, 107).
Er verschijnen witte stippen in het beeld als ik een opname maak met
de flitser.
•
Het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stofdeeltjes of andere voorwerpen
in de lucht.
Het beeld is onzuiver of korrelig.
•
Maak opnamen met een lagere ISO-waarde (p. 83).
•
Afhankelijk van de opnamemodus kan het beeld onzuiver of korrelig lijken als
u opnamen maakt met een hoge ISO-waarde (p. 65).
Ogen worden rood weergegeven (p. 101).
•
Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (p. 168). Voor opnamen met de flitser, wordt de lamp
ingeschakeld (p. 40). Deze functie is doeltreffender als het onderwerp direct naar
de lamp kijkt. U krijgt nog betere resultaten als u de verlichting binnenshuis verbetert
of dichter bij het onderwerp gaat staan.
•
Corrigeer beelden met rode-ogencorrectie (p. 145).
h
(p. 81).
Problemen oplossen
189