4
Plaats het papier in de printer.
•
Plaats papier, karton en transparanten met de afdrukbare
zijde naar beneden en met de bovenrand naar voren in de
printer.
•
Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog en tegen de
linkerkant van de papiergeleider. Plaats Europese
enveloppen met de klepzijde omhoog en zodat die als
eerste in de printer wordt gevoerd.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Gebruik geen
enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers,
vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen.
5
Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en de
papiersoort van het papier in de lade in.
Het formaat en de papiersoort voor
speciaal materiaal instellen
De laden detecteren automatisch het formaat van normaal papier.
Voor speciaal materiaal zoals etiketten, karton of enveloppen doet
u het volgende:
1
Blader in het beginscherm naar:
Instellingen > Papier > Ladeconfiguratie > Papierformaat/-
soort > selecteer een papierbron
2
Stel het formaat en de papiersoort in voor het speciale
materiaal.
De printersoftware installeren
Opmerkingen:
•
De printerdriver is opgenomen in het software-
installatiepakket.
•
Voor Macintosh-computers met MAC OS X versie 10.7 of
later hoeft u geen driver te installeren om af te drukken op
een AirPrint-compatibele printer. Als u aangepaste
afdrukfuncties wilt, downloadt u het printerstuurprogramma.
1
Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
•
Vanaf de software-cd die bij uw printer is geleverd.
•
Vanaf onze website of van de winkel waar u de printer hebt
gekocht.
2
Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het
beeldscherm van de computer.
Firmware bijwerken
Sommige toepassingen vereisen een minimaal niveau van de
apparaatfirmware om het apparaat goed te laten werken.
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie over
het bijwerken van de apparaatfirmware.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen > > Apparaat > Firmware bijwerken.
3
Voer een van de volgende handelingen uit:
•
Klik op Controleren op updates > Akkoord, start update.
•
Upload het flashbestand.
a
Blader naar het flashbestand.
b
Klik op Uploaden > Start.
Printers toevoegen aan een computer
Voer een van de volgende handelingen uit voordat u begint:
•
Verbind de printer en de computer met hetzelfde netwerk. Zie
'Printer aansluiten op een Wi-Fi-netwerk' op pagina 6
5
meer informatie over het verbinden van de printer met een
netwerk.
•
Verbind de computer met de printer. Zie
op een computer' op pagina 6
•
Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer met een USB-
kabel. Zie
'Kabels aansluiten' op pagina 2
informatie.
Opmerking: De USB-kabel is apart verkrijgbaar.
Voor Windows-gebruikers
1
Installeer het printerstuurprogramma vanaf een computer.
Opmerking: Zie
'De printersoftware installeren' op pagina 5
voor meer informatie.
2
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer
of scanner toevoegen.
3
Voer een van de volgende handelingen uit afhankelijk van de
printerverbinding:
•
Selecteer een printer in de lijst en klik op Apparaat
toevoegen.
•
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven, selecteer een
printer en klik vervolgens op Apparaat toevoegen.
•
Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst
en ga als volgt te werk in het venster Printer toevoegen:
a
Selecteer Een printer met behulp van een TCP/IP-
adres of hostnaam toevoegen en klik op Volgende.
b
Typ in het veld Hostnaam of IP-adres het IP-adres van
de printer en klik op Volgende.
Opmerkingen:
–
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten:
123.123.123.123.
–
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze
tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct
kan worden geladen.
c
Selecteer een printerstuurprogramma en klik op
Volgende.
d
Selecteer Het momenteel geïnstalleerde
printerstuurprogramma gebruiken (aanbevolen) en
klik op Volgende.
e
Typ een printernaam en klik op Volgende.
f
Selecteer een deeloptie voor de printer en klik op
Volgende.
g
Klik op Voltooien.
voor
'De printer aansluiten
voor meer informatie.
voor meer