6. Verwijder het kapje van de aansluiting van de
kabelboom (Figuur 2). Bewaar het kapje op een
veilige plaats.
1. Aansluiting draadboom
2. Dop
7. Sluit de aansluiting van de gewichtsoverbrenging
(bijgeleverd) aan op de aansluiting van de kabelboom
(Figuur 2).
Opmerking: Koppel de aansluiting van de
gewichtsoverbrenging los van de aansluiting van de
kabelboom als u geen gebruik maakt van werktuigen
bedoeld voor zware gazontoepassingen. Breng
het kapje opnieuw aan op de aansluiting van de
kabelboom.
Figuur 2
3. Aansluiting
gewichtsoverbrenging
Gebruiksaanwijzing
Gewichten aanpassen
De functie van de klep van de gewichtsoverbrenging is
het grondcontact van het werktuig zo klein mogelijk
te maken.
1. Verwijder de dop bovenaan de klep van de
belastingsregeling (Figuur 3).
1. Dop
2. Inbussleutel
2. Draai de contramoer op de klep los (Figuur 3).
3. Draai de klep met een inbussleutel rechtsom om
de bodemdruk te verlagen en linksom om de
bodemdruk te verhogen.
4. Draai de contramoer vast en breng de dop aan.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de aansluiting van
de kabelboom afgekoppeld is als grondcontact
nodig is, zoals bij sneeuwruimen. Breng het
kapje aan op de aansluiting van de kabelboom.
2
Figuur 3
3. Contramoer