Schakelt het blok in de afwezig mode. Dit betekent dat alle interieur afwezig niet-overbrugde zones actief zullen
zijn na de uitgangsvertraging. Vertraagde zones zullen een in- en uitgangsvertraging blijven behouden. Om
deze functie zonder toegangscode te kunnen gebruiken moet de optie "Snelle inschakeling" zijn geactiveerd,
anders zal na het drukken van de functietoets een toegangscode moeten worden ingevoerd.
• In zonder inloopv (Inschakelen zonder inloop)
Na het indrukken van deze toets moet de gebruiker een geldige toegangscode invoeren. Het systeem zal nadat
de uitgangsvertraging is verstreken inschakelen en de ingangsvertraging verwijderen.
• Deurbel bediendeel (Deurbel bediendeel)
Deurbelfunctie aanzetten in het bediendeel
• Storing menu
Na het indrukken van deze toets wordt de storingszoemer gestopt en worden de storingen weergegeven.
• Reset detect (Reset Detector)
Door deze toets in te drukken, activeert het centrale controle paneel alle uitgangen die geprogrammeerd zijn
als "Reset detector".
• Uitgang sturen
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het gebruiker menu "uitgang sturen" binnen te
gaan. Er moet een geldige toegangscode worden ingevoerd voordat uitgangen handmatig kunnen worden
ingesteld.
• Overbrug menu
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het overbrugging menu binnen te gaan. Er moet
wel een geldige toegangscode worden ingevoerd voordat zones kunnen worden overbrugd.
• Alarm geheugen
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het alarm geheugen menu in te gaan.
• Looptest LED
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om de looptest-LED op detectoren voor 5 minuten te
activeren. Nadat deze functietoets is ingedrukt dient een geldige toegangscode te worden ingevoerd.
• Deurbel systeem (Deurbel System)
Deurbel functie in het system aanzetten
• Medisch alarm
Deze toets biedt de gebruiker een methode om een medisch alarm te versturen naar de meldkamer
• Schakel uitgangen
Deze toets biedt de gebruiker een methode om een uitgang te schakelen. Bij het configureren van deze functie
kan er 1 uitgang geprogrammeerd worden.
• Puls uitgangen
Deze toets biedt de gebruiker een methode om een uitgang te pulseren. Bij het configureren van deze functie is
zowel de tijd als 1 uitgang geprogrammeerd worden.
2. Opties
Hieronder volgt een omschrijving van de beschikbare bediendeel opties. Navigeer door de opties en druk op
[Enter] om deze in & uit te schakelen. Nadat alle benodigde aanpassingen zijn uitgevoerd, kunt u het menu
verlaten door op [Escape] te drukken. De beschikbare opties zijn:
• Overbruggen
Bepaald of vanuit dit bediendeel zones kunnen worden overbrugd (standaard = Ja).
• Uitgang sturen (uitgangen sturen)
Bepaald of vanuit dit bediendeel uitgangen kunnen worden gestuurd (standaard = Ja).
• Inschakelen
Bepaald of met dit bediendeel een toegekend blok of blokken kunnen worden ingeschakeld (standaard = Ja).
• Uitschakelen
Bepaald of met dit bediendeel een toegekend blok of blokken kunnen worden uitgeschakeld (standaard = Ja).
• Stop auto insch. (Stop auto inschakelen)
Bepaalt of op dit bediendeel een auto-inschakel procedure kan worden uitgesteld (standaard = Ja).
• Bediend. instellen (Bediendeel instellen)
Bepaalt of een gebruiker de bediendeel instellingen kan wijzigen (standaard = Ja).
• Blokschakelen
Bepaalt of een gebruiker (indien de gebruiker daartoe gerechtigd is) een selectie kan maken uit de te
schakelen blokken. Indien niet actief dan kunnen alleen blokken worden geschakeld waaraan de code van het
bediendeel is toegekend (standaard = Ja).
Pagina
28
van 62
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd