3.2.7
Optimale beveiliging tegen overspanningen
Om het systeem optimaal tegen overspanningen te beveiligen is het zaak dat de diverse modules/componenten
deugdelijk worden verbonden met randaarde ((P)rotecive (E)arth).
Afbeelding: Aardpunten CCS7000
Omdat het risico op overspanningen aanzienlijk groter wordt indien de bekabeling het pand verlaat, adviseren in
dergelijke gevallen glasvezel converters toe te passen, dit om het risico op schade als gevolg van overspanning
(blikseminslag) zoveel mogelijk te beperken.
3.3
Opstarten van het systeem
Wanneer de bedrading van alle modules en bediendelen is voltooid, moeten deze in het systeem worden
ingelezen. Sluit de accu en daarna de 230V aan, op de bediendelen zal het ESN nummer- en software versien van
het bediendeel verschijnen. Tip: Maak het paneel spanningsloos, wanneer u de modules aansluit. en
registreer de plaats en het nummer van ieder module i.v.m. onderhoud en storingen.
3.3.1
Inlezen modules
Het eerste bediendeel inlezen
Om het eerste bediendeel in te lezen drukt u op het in te lezen bediendeel de beide [<] [>] toetsen in. Het
bediendeel zal een pieptoon laten horen en de status van blok 1 weergeven. Zodra het eerste bediendeel is
ingelezen, kunnen de overigen bediendelen en modules worden ingelezen vanuit het programmeermenu
„Modules". Nieuwe bediendelen worden automatisch aan blok 1 toegewezen.
Inlezen resterende modules en bediendelen
Nieuwe modules kunnen op twee manieren worden toegekend aan het systeem; eerst dient vanuit het
programmeermenu „Modules" een type module te worden geselecteerd, vervolgens kunt u kiezen uit:
• Handmatige invoer; Elke module bezit een uniek Elektronisch ESN nummer (ESN). Dit nummer staat vermeld
op een sticker welke op de module PCB is bevestigd. Het ESN-nummer kunt u handmatig invoeren in de
parameter "ESN nummer".
• Automatisch inlezen; Een tweede mogelijkheid om een module toe te kennen is deze in te lezen, het CCS7000
zal dan zelf het ESN nummer van de betreffende module herkennen en registreren. Afhankelijk van het type
module zal het bediendeel vragen een toets in te drukken of een sabotage te maken op de in te lezen module.
Hieronder volgt een korte omschrijving:
1. Ga in de installateur programmering door het commando [Enter] [Installateurcode] in te voeren Opmerking:
De standaard installateur code is [9876];
2. Ga met pijltoetsen naar het „Module menu" en druk [Enter];
3. Kies toevoegen en selecteer m.b.v. de pijltoetsen het gewenst type module en druk [Enter];
4. De melding "Geef ESN nummer of maak sabotage" verschijnt in het display;
5. Nadat de module is ingelezen, kunt u de verdere instellingen programmeren.
Pagina
16
van 62
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd