Installatie
- Bevestig de eenheid op een plafond of een stevige steun zonder trillingen.
- Installeer het apparaat niet in een ruimte die wordt blootgesteld aan zonlicht of
warmtebronnen, damp of ontvlambaar gas.
- Installeer de cassette zodanig dat de inlaat- en uitlaatluchtkanalen niet worden
geblokkeerd; de lucht moet vrij circuleren in het hele gebied dat moet worden
geconditioneerd.
- Installeer het apparaat op een gemakkelijk toegankelijke plaats, zodat er tijdens
onderhoud geen hinder ondervonden wordt.
BEVESTIGING VAN EENHEID
De locatie van de cassette-installatie moet zodanig worden gekozen dat rondom de omtrek
van de unit een ruimte van ten minste 100 cm systeem (elektrisch of hydraulisch) aanwezig
is. De machine moet aan het plafond worden bevestigd door middel van draadstangen
met ankers die zijn afgesteld volgens het type constructie (door anderen te leveren) zoals
beschreven:
- de 4 gaten in het structurele plafond moeten eerst worden gemarkeerd en de gaten voor
de draadstangen moeten dan worden geboord (de afmetingen worden getoond in fig. A);
- de draadstangen moeten stevig in het plafond worden bevestigd (hun lengte is afhankelijk
van de afstand tussen het plafond en het structurele plafond);
- de eenheid moet worden opgetild door de draadstangen in overeenstemming met de
bevestigingssleuven te plaatsen en vervolgens te blokkeren met behulp van geschikte
sluitringen en moeren (de opstelling wordt getoond in fig. B);
- controleer met behulp van een waterpas of de machine perfect horizontaal staat en
bevestig vervolgens de moeren en borgmoeren.
TYPE 070/090/094
Fig. A
TYPE 150/154
Fig. A
20
SLUITRING
MOER
Fig. B
SLUITRING
Fig. B
MOER