GEBRUIK EN
ONDERHOUD VAN DE
MELDER
Het testen van de melder
1. Test de melder door het testknopje
in te drukkenen weer los te laten. Het
alarm moetdan 3 x afgaan.
2. Controleer na het testen altijd of
het rode lampje omde 40 seconden
knippert.
3. Test de melder 1 x per week op de
goede werking.
LET
OP:
Test de melder altijd na
een periode van afwezigheid. Opslag
bij
lage
vochtigheid
transportomstandigheden
statische elektriciteit op de behuizing van
de melder veroorzaken. Hoewel dit niet
schadelijk is, zou hierdoor de tijdsduur
van het afgaan van het alarm bij het
plaatsten van de batterijen of tijdens het
testen, verlengd kunnen worden. Dit kunt
u verhelpen door de buitenkant van de
behuizing voorzichtig met een vochtige
doek af te nemen.
ALARM WAARSCHUWINGS-
SIGNALEN
1 SEC
Aangesproken rookalarm – LED knippert.
45 SECS
1 pieptoon om de 45 seconden - batterij
bijna leeg.
10
2 pieptonen om de 45 seconden – defect.
1 pieptoon om de 12 seconden - testknop
zit vast.
Geldt niet voor modellen SO510-AE-
CE.
• Waarschuwing batterij bijna leeg.
• Uitschakelen van de waarschuwing voor
of
bepaalde
kunnen
Uw melder gebruikt 2 x LR03 Volt alkaline
batterijen. Bij normaal gebruik gaat een
batterij minimaal 2 à 5 jaar mee.
BELANGRIJK! Test elke keer als de
batterijen vervangen worden, de melder
met de testknop.
45 SECS
12 SECS
BATTERIJEN
Als de batterij aan vervanging toe is, zal
het apparaat tot 30 dagen lang elke 45
seconden een pieptoon geven. Vervang
in dat geval de batterijen.
bijna lege batterij. Deze waarschuwing
doet zich vaak 's nachts voor. Om niet
op stel en sprong de batterij te hoeven
vervangen kunt u het bijna leeg batterij
waarschuwingssignaal, door op het
testknopje te drukken, 10 uur uitzetten.
Vervang de batterijen de volgende
dag. Het rode lampje knippert elke 45
sec. om u eraan te herinneren dat u de
waarschuwingstoon heeft uitgeschakeld.