Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Speciale Instellingen - Wisenet XNV-6011 Gebruikershandleiding

Netwerk camera
Inhoudsopgave

Advertenties

instellingenscherm
• SSNR 2D Niveau : Past het 2DNR-niveau aan.
- 2DNR : Dit is een methode om ruis te reduceren met behulp van aanliggende pixel-informatie op een
enkel videobeeld.
Als u het niveau verhoogt, zal de ruis worden beperkt maar de video is mogelijk wazig.
• SSNR 3D Niveau : Past het 3DNR-niveau aan.
- 3DNR : Dit is een methode om de ruis te verminderen met behulp van meerdere videobeelden.
Als u het niveau verhoogt, zal de ruis worden beperkt maar de video sleept mogelijk.
• AGC : Selecteer AGC beheermodus.
Aanpassen van de versterkingswaarde van de video (met name wanneer een beeld opgenomen is met
weinig contrast en met minder helderheid dan normaal) om de helderheid van de video te bedienen.
De belichting van het beeld kan verzadigd zijn afhankelijk van het bereik van de sluitertijd instellingen.
`
J
Het kan een poosje duren vanaf het moment dat u de WiseNR-modus inschakelt totdat er een werkelijk effect is/blijkt.
`
Wanneer de WiseNR-modus is ingeschakeld, wordt de herkenbaarheid van de video beter, maar het geluid kan ook
`
toenemen.
In een heldere omgeving met minder ruis, zal WiseNR misschien niet zo effectief zijn.
`
Met intelligente NR ingeschakeld zal de bewegingsdetectie in de video uitgevoerd worden volgens de operationele
`
omstandigheden van de bewegingsdetectiegebeurtenis omdat de bewegingsdetectie de bewegingsdetectiefunctie intern
gebruikt. Voor meer informatie verwijzen wij naar "Bewegingsdetectie" (pagina 43).
Om dag/nacht in te stellen
1. Selecteer <Dag/Nacht>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het juist in.
• Modus : Wordt gebruikt om de kleur van Kleur of Zwart-Wit
aan te passen.
- Kleur : De video-uitvoer is altijd in kleur.
- Zwart-wit : De video-uitvoer is altijd in zwart/wit.
- Auto : Normaal gesproken is deze ingesteld op kleur, maar
wordt ingesteld op Z/W onder lage lichthelderheid in de
nacht.
Als AGC van het menu <Belichtingstijd> is ingesteld op <Uit>,
`
kan de dag/nacht-modus niet worden ingesteld op <Auto>.
- Programma : Stelt de tijd in wanneer de camera in werking is in de kleurmodus.
34_ instellingenscherm
• Wachttijd : De periode aan, gedurende welke de geselecteerde helderheid moet worden aangehouden
om de verlichtingsmodus van dag naar nacht om te schakelen, en omgekeerd.
• Duur : Dit specificeert het interval van de omzetting van de verlichtingsmodus.
• Activeringstijd(Kleur) : Dit geeft het schema voor de kleurmoduswerking.
Als het is ingesteld, wordt de kleurmodus van 00 tot 59 seconden gehandhaafd, van start tot eind.
`
Als u schakelt naar dag/nacht-modus, werkt de bewegingsdetectie niet.
`
J

Speciale instellingen

1. Selecteer <Speciaal>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het juist in.
• DIS : Compenseert het beeld automatisch wanneer
trillingen waargenomen worden bij stabiele beelduitvoer.
Vermindert de mate van beeldtrilling wanneer de camera trilt
`
M
als gevolg van externe factoren, zoals wind.
• Scherpte : Hiermee kunt de algehele scherpte van het
beeld aanpassen.
Door <Aan> te selecteren, kunt u de scherpte van het
beeld aanpassen.
• Scherpstellen niveau : Hoe hoger het niveau, hoe scherper en duidelijker de contouren van het beeld
worden.
• Gammawaarde : Hiermee past u het contrast van het beeld aan.
• Contrast : Past het verschil aan tussen het donkerste gebied en het lichtste gebied in de video.
• Kleurniveau : Pas de sterkte van videokleur aan.
• Ontwaseming : Compenseer de video gedurende mistige of bewolkte weersomstandigheden.
Het is standaard ingesteld op <Uit>. Speciale instellingen worden gebruikt wanneer de video-opname
onscherp is bij mistige weer.
- Uit : De ontwaseming verwijderfunctie uitschakelen.
- Auto : Het beeld wordt automatisch gecompenseerd al naar gelang de mate van mist. <Niveau
ontwaseming> aanpassen om effectiever te zijn.
- Handmatig : De gebruiker stelt handmatig de hoeveelheid compensatie in voor elk beeld.
Als de ontwasemingsmodus is ingesteld op <Auto>, zijn de prestaties evenredig aan de mate van mist. Om
`
J
het vastgestelde ontwasemingsniveau te behouden ongeacht de mate van mist, zet de ontwasemingsmodus op
<Handmatig>.
Als het handmatige ontwasemingsniveau hoog is bij dunne mist, kan het beeld te donker geworden.
`
• Niveau ontwaseming : Controleer het ontwasemingsniveau.
• LDC : Voor het bepalen of de correctie voor beeldvervorming wel of niet moet worden gebruikt.
• LDC Niveau : Voor het aanpassen van het niveau van de vervormingscorrectiefactor.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave