Ontdooien
Een ontdooiing kan optwee manieren worden geactiveerd:
- via de datacommunicatie met een ontdooischema
- via kortsluiten van de Sdef sensor (pulssignaal van 2 sec.)
De ontdooiing stopt als de gemeten waarde aan de ontdooisensor de ingestelde
waarde heeft bereikt of wanneer de ingestelde max ontdooitijd is verstreken.
Temperatuuralarmen zijn niet actief gedurende een ontdooioperiode.
Ontdooimethode
Instelling voor ontdooimethode; elektrisch of heetgas ontdooien. Gedurende een
ontdooiperiode is het ontdooirelais bekrachtigd en het koelrelais afgeschakeld. Bij
ELEKTRISCH ontdooien blijft de klep open gedurende een ontdooiing terwijl bij een
HEETGAS ontdooiing de klep gesloten is tijdens een ontdooing.
Ontdooibeêindigingstemperatuur
Inveoermojelijkheid voor een ontdooibeëindingingstemperatuur.
Indien er geen ontdooisensor is aangesloten wordt de ontdooiing beêndigd op tijd.
(Zie verderop.)
Max. ontdooitijd
De hier ingestelde ontdooitijd dient als beveiliging bij ontdooibeëindiging op tem-
peratuur. Indien de ontdooiperiode binnen de hier ingstelde tijd niet gestopt is op
temperatuur schakelt de regelaar alsnog uit op tijd.
Als er geen ontdooisensor is aangesloten geldt de hier ingestelde waarde als ont-
dooitijd.
Uitlektijd
Tijd tusen het beëindigen van een ontdooiing en het weer opstarten van de koeling
waarbi de verdamper kan uitlekken.
Vertragde ventilatorstart na een ondooiperiode
Tijd tussen het starten van de koeling na een ontdooiperiode en het starten van de
verdamperventilator).
Ventilatorstarttemperatuur
Temperatuur waarbij de ventilator start na een ontdooiperiode. De ventilator maj
ook eerder gestart worden dan na de hierboven vermelde vertragingstijd als de
ontdooisensor een acceptabele waarde meet.
Ventilatorschakeling tijdens ontdooiperiode
Ventilator is aan of uit gedurende een ontdooiperiode.
Vertraagd temperatuuralarm na ontdooiperiode
Tijdens en gelijk na een ontdoiiperiode i de temperatuur te hoog. Het "hoge tem-
peratuur alarm" kan onderdrukt worden na een ontdooiperiode.
In dit menu kunt u de tijd ingeven hoe lang het alarm onderdrukt dient te worden
na een ontdooiing. De tijd gaat in na het starten van de koeling.
Voor het handmatig strten van een ontdooiing houdt u de onderste druktoets
zeven seconden ingedrukt.
Om een ontdooiing handmatig te onderbreken houdt u, tijdens een ondiioperiode,
eveneens de onderste druktoets voor zeven seconden ingedrukt. De uitlektijd en de
ventilatorvertraging blijven wel gewoon van kracht.
Voor het uitlezen van de gemeten temperatuur aan de ontdooisensor houdt u de
onderste druktoets ongeveer één seconde ingedrukt.
EKC 368
Manual RS8DG110 © Danfoss 08-2004
Defrost
d01
Defrost mode
off = 0
El (elektrisch) = 1
Gas = 2
d02
Def. Stop Temp
d04
Max Def.time
d06
DripOff time
d07
FanStartDel.
d08
FanStartTemp
d09
FanDuringDef
d11
Pulldown del
Def. start
Starten van een handmatige ontooi-
ing
u09 Sdef temp.
5