Functie-overzicht
Functie
Normaal display
Normaliter wordt de geregelde temperatuur weergegeven (Sair)
De gemeten temperatuur van de ontdooisensor kan worden weergegeven door de
onderste druktoets in te drukken (1s).
Referentie
Setpoint
Regeling is gebaseerd op de ingestelde waarde zonder extern signaal invloed (o10).
(Druk beide toetsen gelijktijdig in voor het instellen van het "setpoint").
Temperatuureenheid
Weergave van de temperatuureenheid in °C of in °F.
Als weergave in Fahrenheit is geselecteerd, zullen ook andere instellingen verand-
eren naar Fahrenheit, of als absolute waarde of als 'delta' waarde.
Externe invloed op het setpoint
Deze instelling bepaalt hoeveel het setpoint wordt gewijzigd bij maximaal in-
gangssignaal (10 V).
Correctie van Sair signaal
(Compensatiemogelijkheid voor lange sensorkabel).
Correctie van Sdef signaal
(Compensatiemogelijkheid voor lange sensorkabel).
Start/stop van koeling
Het handmatig starten en stoppen van de installatie kan met behulp van een ex-
terne schakelaar of via dit menu.
Zie ook appendix 1
Alarm
De regelaar geeft alarm in verschillende situaties. In geval van alarm gaan de LED's
op het frontpaneel knipperen en het alarmcontact wordt gemaakt.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een te hoge "Sair" temperatuur ingesteld. De waarde
wordt ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zondra de temperatuur de in-
gestelde referentie + A01 overschrijdt. (De ingestelde referentie (SP + r06) kan orden
uitgelezen met parameter u02).
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een t lage "Sair" temperatuur ingesteld. De waarde wordt
ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur onder de ingestel-
de referentie, verminderd met A02, gedaald is.
Alarmvertraging
Als éen van de twee grenswaarden wordt overschreden tredt er een tijdfunctie in
werking. Het alarm wordt niet geactiveerd voordat de ingestelde tijdvertraging is
verstreken. De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten.
Batterij alarm
Hier wordt ingesteld of de regelaar het voltage van de batterij in de gaten moet
houden. Als het voltage te laag wordt, zal een alarm worden gegenereerd.
4
Manual RS8DG110 © Danfoss 08-2004
Para-
Parameter by bediening via data-
meter
communicatie
u01 Air temp
u09 Sdef temp.
-
TempSetpoint
r05
Temp unit
°C=0, °F=1
(In AKM wordt alleen °C weerge-
geven ongeacht de instelling).
r06
ExtRefOff set
r09
Adjust SAir
r11
Adjust SDef
r12
Main switch
A01
Upper off set
A02
Lower off set
A03
TempAlrmDel.
A34
Batt. alarm
Met datacommunicatie kan de
prioriteit van jeder alarm worden
gedefi nieerd. De instelling ge-
schiedt via het "Alarmbestemmin-
gen" menu. Zie ook pagina 14.
EKC 368