6.5 Volumestroom instellen
Volumestroom instellen :
•
Noodzakelijke min. volumestroom van elk collectorveld
bepalen (
hfst. 4.3, punt 4).
•
De aanbevolen volumestroom van 20 l (hm
een gemiddelde temperatuur van het warmtedraagme-
dium van 50° C bereikt worden. Bij lagere temperatu-
ren kan de volumestroom op de verlaagde tabelwaar-
de ingesteld worden.
•
De regelaar WRSol op manueel bedrijf instellen
(100 % pompvermogen)
•
Debietmeter helemaal openen.
•
Pomp op trap 1 zetten en volumestroom van de
debietmeter aflezen.
6.6 Inbedrijfname waterverwarmer
•
Vóór de inbedrijfname van de solaire installatie dient
gecontroleerd te worden of de waterverwarmer
volledig gevuld en correct geïnstalleerd is en of de
koudwatertoevoer open is.
6.7 Werking van de installatie controleren
Aan de regelaar volgende punten controleren :
Passende installatievariantes in de montagehandlei-
ding WRSol uitkiezen.
Voelers en pomp(en) vastgezet overeenkomstig de
specificaties van de installatie ?
Netspanning aangelegd ?
Installatievariante aan de regelaar ingesteld ?
Voelerwaarden in het niveau "Temp. en waarden
aflezen" opvragen en op plausibiliteit controleren.
Aansturing van de pompen controleren.
•
De pomp verhogen tot de aanbevolen minimum door-
stroomwaarde bereikt wordt.
•
Indien nodig kan een fijninstelling via de justeer-
2
) zal bij
schroef aan de debietmeter doorgevoerd worden.
•
De solaire regelaar op automatisch bedrijf zetten.
Opmerking :
Volumestroom ingesteld?
De ingestelde volumestroom dient genoteerd te
worden!
•
De overeenkomstige montage- en bedieningsrichtlij-
nen in acht nemen. (
Waterverwarmer gecontroleerd en in bedrijf
genomen ?
In verbinding met een toerentalregeling
kan de melding van de debietmeter in
het onderste pomptoerentalbereik pulse-
ren.
WASol, WES).
6
25