83258407 • 1/2013-04 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Cascademanager WCM-KA 3.0
6 Bediening
6.7.14 Volgordeverandering instellen
De parameter Wisselvolgorde bepaalt het verloop van de cascade in functie van
de in- en uitschakelgrens.
▪
Inschakelgrens: parameter Modulatie min. (zie hfst. 6.7.17)
▪
Uitschakelgrens: parameter Modulatie max. (zie hfst. 6.7.18)
Instelbereik
Vaste instelling van de ketelvolgorde 1. Volgorde wordt onder para-
Volgorde
meter 533 ingesteld (zie hfst. 6.7.16).
1
Volgorde
Vaste instelling van de ketelvolgorde 2. Volgorde wordt onder para-
2
meter 534 ingesteld (zie hfst. 6.7.16).
Tijdelijke wissel tussen ketelvolgorde 1 en ketelvolgorde 2 na afloop
Tijde-
lijk
van de onder parameter Wisseltijd ingestelde looptijd
(zie hfst. 6.7.15).
Vermogen Geschikt voor installaties met condensatieketels van een verschillend
vermogen. Bij het bereiken van de inschakelgrens wordt de conden-
satieketel met een groter vermogen ingeschakeld en wordt tegelijker-
tijd de condensatieketel met een kleiner vermogen uitgeschakeld. Als
de inschakelgrens nog eens bereikt wordt, wordt de condensatieketel
met kleiner vermogen weer ingeschakeld. Deze instelling verhindert
het takten van de condensatieketel met groter vermogen.
Bij de instelling Vermogen moet de condensatieketel met het kleinste vermogen met
adres #A en de condensatieketel met het grootste vermogen met adres #B ge-
adresseerd worden. Uitgezonderd warmwaterlading met één toestel.
▶
Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7).
▶
Op functietoets Cascade drukken.
✓
Het menu Cascade wordt weergegeven.
▶
Op functietoets Wisselvolgorde drukken.
✓
De parameter Wisselvolgorde wordt weergegeven.
▶
Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets OK opslaan.
Cascade
01
Wisselvolgorde Tijdelijk
Wisseltijd
Ketelvolgorde 1
Wisselvolgorde
-
+
Tijdelijk
76-118
Einde
50h
Aan
531
Einde
Standaard
OK