Pagina 1
Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Cascademanager WCM-KA 3.0 83258407 • 1/2013-04...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze montage- en bedieningshandleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de installatie bewaard worden. 1.1 Informatie voor de gebruiker 1.1.1 Symbolen...
▪ niet-naleving van de bedieningsrichtlijnen; ▪ het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ▪ ondeskundig uitgevoerde herstellingen; ▪ gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; ▪ overmacht. 7-118 83258407 • 1/2013-04 • La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De cascademanager WCM-KA is geschikt voor de regeling van een condenserende WTC-cascade met maximum 4 condenserende toestellen. 2.2 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk op- gelost worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2 Hydraulische varianten 3.2.1 Warmwaterlading met één toestel De condensatieketel voor warmwaterlading moet met adres #A geadresseerd wor- den. De tijdsgebonden sturing van de warmwaterlading en van de circulatie gebeurt via de cascademanager WCM-KA.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.2 Warmwaterlading met alle toestellen De warmwater-laadkring wordt aan de cascademanager WCM-KA toegewezen. De warmwatervoeler wordt op de cascademanager WCM-KA op klem B23 aangesloten. WCM-KA WTC ... #A WTC ... #B FS #2, #L...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.3 Regeling van bufferopslagvat met één voeler Bij de regeling met één voeler wordt enkel het bovenste deel van het buffervat door de condensatie-cascade geladen. Het onderste deel van het buffervat wordt door een externe warmtebron (bv.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.4 Regeling van bufferopslagvat met 2 voelers Bij de regeling met 2 voelers wordt het volledige buffervat door de condensatie-cas- cade geladen. WCM-KA WTC ... #A WTC ... #B FS #2, #L...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.5 Systeemscheiding en warmwaterlading met alle toestellen De warmwater-laadkring wordt aan de cascademanager WCM-KA toegewezen. De warmwatervoeler wordt op de cascademanager WCM-KA op klem B23 aangesloten. WCM-KA WTC-GB WTC-GB ... #A ... #B...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.6 Systeemscheiding en buffervatregeling met één voeler Bij de regeling met één voeler wordt enkel het bovenste deel van het buffervat door de condensatie-cascade geladen. Het onderste deel van het buffervat wordt door een externe warmtebron (bv.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.2.7 Systeemscheiding en buffervatregeling met twee voelers Bij de regeling met 2 voelers wordt het volledige buffervat door de condensatie-cas- cade geladen. WCM-KA WTC-GB WTC-GB ... #A ... #B Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM#2...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.3 Variantenregeling 3.3.1 Pompstookkring#1 via WCM-KA De pompstookkring#1 wordt via de WCM-KA geregeld. Andere stookkringen worden via WCM-FS en WCM-EM geregeld. Gecentraliseerde besturingseenheid WCM-FS#L is mogelijk. WCM-KA, HK#1 FS #L WTC 45 #A...
- WTC 15 … 60-A - WTC-GB 90 … 300-A P43 en P47 Enkel bij vervanging van WCM-KA 1.0 door WCM-KA 3.0 De WCM-KA 1.0 ondersteunt de debietregeling niet. Indien de functie gedeactiveerd blijft, dan moet bij de condensatieketels WTC … -A de parameter 44 op --- gezet werden.
Pagina 19
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving Platenwarmtewisselaar-regeling (Systeemscheiding enkel met WTC-GB 90 … 300-A) Voor de regeling met platenwarmtewisselaar geeft de WCM-KA de primaire platen- warmtewisselaar-temperatuur (B24) door aan de condensatieketels. Ter activering resp. optimalisatie moeten de respectievelijke parameters in alle betreffende con- densatieketels ingesteld zijn.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.5 Technische gegevens 3.5.1 Elektrische gegevens Netspanning/netfrequentie 230 V/50 Hz Vermogenopname max 6 VA Voorzekering max G 16 A Toestelzekering intern 4 AT Beschermingsgraad IP 40 Beschermklasse II (volgens EN 60730) 3.5.2 Toelatingsgegevens...
Cascademanager WCM-KA 3.0 3 Productbeschrijving 3.5.4 Compatibiliteit De WCM-KA 3.0 bezit functies die in voorgaande WCM-systemen nog niet voorzien waren. Daarom kan er een beperkte functionaliteit optreden in combinatie met andere WCM-componenten. In onderstaande tabel wordt de compatibiliteit van de afzonderlijke WCM-compo- nenten onderling voorgesteld.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 5 Elektrische installatie 5 Elektrische installatie Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. ▶ Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. ▶ GEVAAR Tegen onverwacht herinschakelen beveiligen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 5 Elektrische installatie 5.2 In- en uitgangen 5.2.1 Externe pomp aansluiten Via de uitgangen MFA… en VA1 kunnen volgende pompen aangestuurd worden: ▪ Warmwaterlading ▪ Circulatiepomp ▪ Toevoerpomp naar de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar ▪...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 5 Elektrische installatie 5.3 eBUS ▶ Bij de aansluiting van de eBus-deelnemer moet gelet worden op de juiste polariteit. Leidingsdiameter Max. lengte 0,28 mm² 235 m 0,5 mm² 420 m 1,5 mm² 1260 m...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningseenheid Draaiknop Navigeren door de menu's en parameters, waarden veranderen. Functietoetsen Functies activeren en parameters instellen. 1 tot 4 Instellingen in de standaardweergave wijzigen (zie hfst. 6.4). Menutoets Gebruiker #1-menu (zie hfst. 6.5) activeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.3 Display Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters al dan niet. Automatische regelaarsaanpassing Bij de systeemstart berekent de regelaar automatisch de installatie-omvang. 6.3.1 Standaardweergave 15.Mei 13 19:20 Modulatie 100% Evenwichtsfles43.0°C...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.3.3 Weergave storing De weergave wordt door de condensatieketel gestuurd ▶ Weergave noteren en de klantendienst verwittigen. 20.Mei 07 19:20 WCM-KA Storing … Automatisch 6.3.4 Weergave onderhoud De weergave wordt door de condensatieketel gestuurd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.4 Instellingen in de standaardweergave 6.4.1 Gewenste warmwatertemperatuur instellen In de standaardweergave kan de Normaal WW gew enkel tijdens de normale warm- waterwerking en de Verlaging WW gew. enkel tijdens de verlaagde warmwater- werking veranderd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.4.2 Informatie opvragen In de standaardweergave wordt de modulatie 1 weergegeven. Bij elke druk op de functietoets 2 ( i ) worden de actuele werkelijke waarden van de verwarmingsinstal- latie na elkaar weergegeven. De laatst gekozen informatie blijft als vaste weergave staan en wordt enkel door storing of onderhoud onderbroken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Tijdsbalk actief warmwaterprogramma Warmwatertemperatuur Warm water 59.2°C Buitentemperatuur Buiten -5.0°C 6.4.3 Werkingsstand cascade instellen Instelbereik De condensatieketels zijn op standby. Standby-WTC De uitbreidingsmodules regelen de stook- resp. warm- waterlaadkring verder. Installatievorstbeveiliging is actief.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5 Gebruiker#1-menu voor stookkring#1 Gebruiker #1-menu activeren. ▶ Menutoets Stookkring#1 kort indrukken (zie hfst. 6.1). ✓ Gebruiker #1-menu wordt weergegeven. Gebruiker #1 Einde Instelling #1 Vakantie Tijdprogramma Menu kiezen ▶ Menu kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken.
Pagina 35
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Parameter kiezen en instellen ▶ Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. ✓ De parameter wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets OK de instelling bevestigen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.2 Werkingsstand stookkring#1 instellen De parameter wordt enkel weergegeven als stookkring#1 op de cascademanager geactiveerd is (zie hfst. 6.6.2). Instelbereik Standby Geen verwarming en geen warmwaterlading. Vorstbeveiliging is actief. Prog 1 … Prog 3 Programma 1 …...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.3 Normale ruimtetemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest. ingesteld is (zie hfst. 6.6.4). Met deze parameter wordt de normale gewenste ruimtetemperatuur in verwarmings- functie ingesteld.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.5 Normale gewenste vertrektemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Cons. vert. ingesteld is (zie hfst. 6.6.4). Met deze parameter wordt de vertrektemperatuur in verwarmingsfunctie ingesteld. ▶...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.7 Steilheid instellen Om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken, is bij koudere buitentemperaturen een hogere vertrektemperatuur nodig. De steilheid legt vast hoe sterk de verandering van de buitentemperatuur de vertrektemperatuur beïnvloedt en past de stookcurve aan aan het gebouw.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.8 Ruimtevorsttemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest. ingesteld is (zie hfst. 6.6.4). Met deze parameter wordt de gewenste ruimtetemperatuur in geval van vorstbevei- liging ingesteld (zie hfst. 6.5.11). De ingestelde Ruimtevorsttemp. is niet de werkelijke ruimtetemperatuur in geval van vorstbeveiliging.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.9 Zomer/Winter-omschakeling instellen Als de gemiddelde buitentemperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt, is enkel nog de warmwaterlading mogelijk. De stookkring wordt uitgeschakeld. ▶ Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). ▶ Op functietoets Instelling #1 drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.5.11 Vakantie-temperatuurniveau instellen ▶ Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). ▶ Op functietoets Vakantie drukken. ✓ Het menu Vakantie wordt weergegeven. ▶ Op functietoets Temp-niveau drukken. ✓ De parameter Temp-niveau wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6 Vakman #1-menu voor stookkring#1 Vakman #1-menu activeren ▶ Menutoets Stookkring#1 3 seconden ingedrukt houden. ✓ Vakman #1-menu wordt weergegeven. Vakman #1 Einde Inbedrijfstelling Stookkring#1 Regeling Andere pagina's weergeven ▶ Aan de draaiknop draaien.
Pagina 49
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Parameter kiezen en instellen ▶ Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. ✓ De parameter wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets OK de instelling bevestigen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.2 Stookkring#1 activeren Als de pompstookkring via WCM-KA geregeld wordt, moet de stookkring#1 geacti- veerd worden. Als er aan de eBUS een WCM-FS met adres #1 herkend wordt, wordt de stookkring #1 in de WCM-KA automatisch gedeactiveerd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.3 Stookkringtype#1 instellen Voor elke stookkring moet een stookkringtype ingesteld worden. Afhankelijk van het ingestelde stookkringtype worden automatisch: ▪ waardebereiken beperkt; ▪ Parameters met fabrieksinstellingen voorgeprogrammeerd. Instelbereik Vloeropwarm. Vloeropwarming Vloerverwarming Vloerverw. Radiator 60...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening ▶ Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). ▶ Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. ✓ Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven ▶ Op functietoets HK-type#1 drukken. ✓ De parameter HK-type#1 wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets OK opslaan.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.5 Minimale vertrektemperatuur instellen Met deze parameter wordt de de minimale gewenste vertrektemperatuur vastgelegd. ▶ Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). ▶ Op functietoets Stookkring#1 drukken. ✓ Het menu Stookkring#1 wordt weergegeven ▶...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.7 Verlaging instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest. ingesteld is (zie hfst. 6.6.4). Met deze parameter wordt de regeling tijdens de werking op verlaagd niveau vast- gelegd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.8 Vorstgrens instellen Als de buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde vorstgrens, verandert het re- gelgedrag in verlaagde werking van Vorst naar Verlag. resp. van Verlag. naar Normaal. De vorstverwarmingsgrens werkt enkel bij stookprogramma 1 … 3. De tijdbalk wordt niet door de vorstgrens beïnvloed en daarom niet altijd weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.9 Aanschakeloptimalisatie instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buit.gest. ingesteld is (zie hfst. 6.6.4). Opdat de ruimtetemperatuur de ingestelde gewenste waarde zou bereikt hebben bij het begin van de gebruikstijd, wordt de aanschakeltijd voorgeprogrammeerd (ver- vroegd).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.10 Gebouwconstructie instellen Met deze parameter wordt de regeling aan de structuur van het gebouw aangepast. Instelbereik Gebouw met lichte constructie of weinig isolatie. licht zwaar Gebouw met massieve constructie of goede isolatie.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.6.11 Systeeminformatie opvragen Parameter Beschrijving Buiten Informatie buitentemperatuur / weersafhankelijke regeling actueel Actuele buitentemperatuur gedempt Berekeningsgrootte van de weersafhankelijke regeling Weersafhankelijke regeling met invloed van de gebouwconstructie gemengd Info KA Informatie cascade...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7 Vakman KA-menu Vakman KA-menu activeren ▶ Menutoets cascade 3 seconden ingedrukt houden. ✓ Vakman KA-menu wordt weergegeven. Vakman KA Einde Inbedrijfstelling In- / Uitgangen Cascade Menu kiezen ▶ Menu kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken.
Pagina 61
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Parameter kiezen en instellen ▶ Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. ✓ De parameter wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets OK de instelling bevestigen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.2 Taal instellen Talen Deutsch English Français Italiano Espanol Nederlands Dansk Svenska Norsk Slovenski Hrvatski Magyar Polski Рyсский Cesky Slovak ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Inbedrijfstelling drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.3 Configuratie van de condensatieketels controleren Met deze parameter worden de Mit diesem Parameter wordt die configuratie-infor- matie van de condensatieketels naar de WCM-KA overgedragen. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.4 Configuratie WCM-KA controleren In deze parameter wordt de configuratie-informatie van de cascade weergegeven. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. ✓ Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.5 Configuratie verbruiker controleren In deze parameter wordt de configuratie-informatie van de verbruikers (EM, … ) weer- gegeven. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. ✓ Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.7 Helderheid instellen ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. ✓ Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop andere pagina's weergeven. ▶ Op functietoets Helderheid drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.8 Functie uitgang MFA... instellen De uitgangen MFA... zijn 230 V relais-uitgangen met een aansluitleiding van max. 150 Watt per uitgang. Instelbereik Storing Uitgang wordt aangestuurd, zodra een fout optreedt. WW pomp De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading aangestuurd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.9 Functie uitgang VA instellen Uitgang VA is een potentiaalvrij contact. Instelbereik Uitgang wordt aangestuurd, zodra een fout optreedt. Storing WW pomp De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading aangestuurd. Circ pomp De uitgang wordt in functie van de schakeltijden van het circu- latieprogramma aangestuurd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.10 Functie ingang H1 instellen H1 is een potentiaalgebonden 230 V ingang met galvanische koppeling. Instelbereik WTC vrijg. SK Verwarmingsstand wordt vrijggeven. Bij geopend contact wordt de cascade condensatieketels voor de verwarmings- stand vergrendeld.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.11 Speciaal niveau instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Ingang H1 op Spec. ni- veau ingesteld is (zie hfst. 6.7.10). Als het contact op ingang H1 gesloten is, regelt de cascade ter hoogte van de even- wichtsflesvoeler B22 op de onder Spec.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.12 Ingang N1 instellen Via de ingang N1 kan aan de cascademanager een analoog signaal voor gewenste waarde als vermogensturing op afstand doorgegeven worden (zie hfst. 5.2.2). Instelbereik 2 - 10V Aansturing via spanningssignaal.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.13 Uitgangen testen Voor testdoeleinden kunnen de uitgangen MFA... en VA manueel geschakeld wor- den (zie hfst. 5.1). Instelbereik MFA1 uit Relaistestfunctie uit. MFA... uitgang wordt overeenkomstig het pro- MFA2 uit grammaverloop aangestuurd (zie hfst. 6.7.8).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.14 Volgordeverandering instellen De parameter Wisselvolgorde bepaalt het verloop van de cascade in functie van de in- en uitschakelgrens. ▪ Inschakelgrens: parameter Modulatie min. (zie hfst. 6.7.17) ▪ Uitschakelgrens: parameter Modulatie max. (zie hfst. 6.7.18) Instelbereik Vaste instelling van de ketelvolgorde 1.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.15 Volgordewisseltijd instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Wisselvolgorde op tijdelijk ingesteld is (zie hfst. 6.7.14). ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Cascade drukken. ✓ Het menu Cascade wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.16 Ketelvolgorde instellen Er kunnen 2 ketelvolgordes ingesteld worden om de bedrijfsuren van de condensa- tieketels gelijk te schakelen. Met parameter 533 Ketelvolgorde 1 en 534 Ketelvolgorde 2 wordt de volgorde van de condensatieketels vastgelegd. De actieve ketelvolgorde wordt met Aan en de niet actieve ketelvolgorde met Uit weergege- ven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.17 Onderste modulatiegrens instellen Met deze parameter wordt de onderste modulatiegrens voor de volgordewisseling vastgelegd (zie hfst. 6.7.14). Condensatieketels worden uitgeschakeld als de modu- latiegrens onderschreden wordt. Als er nog maar één condensatieketel in werking is, heeft de onderste modulatiegrens geen invloed meer.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.18 Bovenste modulatiegrens instellen Met deze parameter wordt de bovenste modulatiegrens voor de volgordewisseling (zie hfst. 6.7.14) vastgelegd. Condensatietoestellen worden ingeschakeld als de mo- dulatiegrens overschreden wordt. De ingestelde waarde wordt pas overschreden als alle condensatieketels in werking zijn.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.19 Spertijd instellen De spertijd verhindert dat andere condensatieketels ingeschakeld worden bij kort- stondige sterke warmtevragen. Instelbereik 00min - 30min Bij instelling 0 wordt de spertijd op 30 seconden vastgelegd. Deze minimale spertijd verhindert dat meerdere ketels gelijktijdig gestart worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.20 Regeldifferentieel instellen Bij gebruik van een hydraulische evenwichtsfles De gewenste systeemtemperatuur Gew.temp (zie hfst. 6.7.44) plus de ingestelde regeldifferentieel Regeldifferentieel geven de regeltemperatuur. De regel- temperatuur dient voor de temperatuurbegrenzing van de condensatieketels. Als de vertrektemperatuur van een condensatieketel in de buurt komt van de regeltempera- tuur, wordt het vermogen van die condensatieketel verlaagd.
Pagina 83
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Instelbereik: 5.0K - 20.0K ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Cascade drukken. ✓ Het menu Cascade wordt weergegeven. ▶ Met de draaiknop andere pagina's weergeven. ▶ Op functietoets Regeldifferentieel drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.21 1/P factor vermogenregelaar instellen Met deze parameter wordt de regeling van de installatie geoptimaliseerd. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe sneller de regeling plaatsvindt. Een te laag ingestelde waarde heeft sterke schommelingen van de regelaar tot gevolg.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.22 I-factor vermogenregelaar instellen Met deze parameter wordt de regeling van de installatie geoptimaliseerd. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe sneller de regeling plaatsvindt. Een te laag ingestelde waarde heeft sterke schommelingen van de regelaar tot gevolg.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.24 Minimale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Minimale vertrektemperatuur op de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar se- cundair (voeler B22). Bij warmtevraag verwarmt de cascade minstens tot de ingestelde temperatuur. Bij vermogensturing op afstand via ingang N1 legt de ingestelde temperatuur de mi- nimale vertrektemperatuur voor 3 V resp.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.25 Maximale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Maximale vertrektemperatuur op de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar se- cundair (voeler B22). Bij warmtevraag verwarmt de cascade maximaal tot de ingestelde temperatuur. Bij vermogensturing op afstand via ingang N1 legt de ingestelde temperatuur de maximale vertrektemperatuur voor 10 V resp.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.26 Temperatuurverhoging buffervat instellen Met deze parameter worden vermogenverliezen gecompenseerd. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Buffervat drukken. ✓ Het menu Buffervat wordt weergegeven. ▶ Op functietoets Buffer verhoging drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.28 Warmwatervariante instellen Parameter WW-variante wordt enkel bij installaties met buffervat weergegeven. Instelbereik Even- Waterverwarmer na de evenwichtsfles geïnstalleerd wichts- fles Waterverwarmer na de platenwarmtewisselaar geïnstalleerd Waterverwarmer na het buffervat geïnstalleerd Buffer- ▶...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.29 Normale gewenste warmwatertemperatuur instellen Met deze parameter wordt de gewenste warmwatertemperatuur voor de warmwa- terlading ingesteld. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Warm water drukken. ✓ Het menu Warm water wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.31 Maximale warmwatertemperatuur instellen Met deze parameter wordt het instelbereik van Normaal WW gew (parameter 572 ) begrensd (zie hfst. 6.7.29). Verbrandingsgevaar door heet water Watertemperatuur boven 60 °C kan verbrandingen tot gevolg hebben.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.32 Warmwater-schakeldifferentieel instellen Met de instelling van de warmwater-schakeldifferentieel wordt vastgelegd vanaf wel- ke afwijking tussen gewenste en reële waarde de waterverwarmer weer opgewarmd wordt. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.33 Warmwaterverhoging instellen Een warmwaterlading is enkel mogelijk als de keteltemperatuur hoger ligt dan de ge- wenste warmwatertemperatuur. De keteltemperatuur (vertrek) voor de warmwaterla- ding wordt bepaald door de gewenste warmwatertemperatuur en de warmwater- verhoging.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.34 Maximale warmwaterlaadtijd instellen De instelling werkt enkel bij warmwaterlading met alle toestellen (warmwatervoeler B23 aangesloten) en als de parameter WW-werking op de WCM-FS op Voor- rang staat. Om de afkoeling van de verwarmde ruimte bij lage buitentemperaturen en grote warmwaterafname te verhinderen, kan de warmwaterlading in de tijd beperkt worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.35 Maximaal vermogen warm water instellen Deze parameter werkt enkel bij warmwaterlading met alle toestellen. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Warm water drukken. ✓ Het menu Warm water wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.36 Legionellenbeschermingsfunctie instellen Het warme water wordt op de ingestelde dag tot op de ingestelde gewenste antile- gionellentemperatuur (parameter 580 )opgewarmd, hierbij wordt het sanitaire water thermisch gedesinfecteerd. De legionellenbeschermingsfunctie is ook in de wer- kingsstand standby en tijdens het vakantieprogramma geactiveerd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.37 Gewenste antilegionellen-temperatuur instellen De gewenste antilegionellentemperatuur is de desinfectietemperatuur, waarop de waterverwarmer tijdens de legionellenbeschermingsfunctie opgewarmd wordt. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Warm water drukken. ✓...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.39 Circulatie bij legionellenbeschermingsfunctie instellen Instelbereik De circulatiepomp loopt tijdens de hele legionellenbeschermings- functie. Bij lange leidingswegen is deze instelling niet geschikt. De circulatiepomp loopt op het einde van de legionellenbescher- mingsfunctie voor de onder parameter 583 ingestelde tijd (zie hfst.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.40 Circulatietijd instellen De parameter bepaalt de looptijd van de circulatiepomp. ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Warm water drukken. ✓ Het menu Warm water wordt weergegeven. ▶...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.41 Datum, tijdstip en zomertijdomschakeling instellen ▶ Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). ▶ Op functietoets Tijdstip-datum drukken. ✓ Het menu Tijdstip-datum wordt weergegeven. ▶ Op functietoets Datum drukken. ✓ De parameter Datum wordt weergegeven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.7.44 Systeeminfo opvragen Parameter Parameter Beschrijving Buiten Informatie buitentemperatuur / weersafhankelijke regeling actueel Actuele buitentemperatuur Berekeningsgrootte van de weersafhankelijke regeling gedempt Weersafhankelijke regeling met invloed van de gebouwconstructie gemengd Gew.temp Gewenste systeemtemperatuur...
Pagina 105
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Foutenhistoriek Foutmeldingen van de eBUS-deelnemers worden enkel weergegeven als ze minstens 15 minuten duren. Tot 10 foutmeldingen resp. verholpen fouten worden met foutbron, foutcode, datum en tijdstip in de foutenhistoriek van de WCM-FS opgeslagen. Als de foutmelding verdwijnt, dan wordt dat met foutcode 00 in de foutenhistoriek op- geslagen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening 6.8 Reset Met een reset worden alle instellingen op fabrieksinstelling teruggezet. Volledig toestel ▶ Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. ▶ Functietoets 4 ingedrukt houden en weer aanschakelen. ✓ EEPROM-reset verschijnt kort EEPROM-Reset ▶...
Pagina 107
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Stookkring#1 ▶ Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. ▶ Menutoets stookkring#1 ingedrukt houden en weer aanschakelen. ✓ EEPROM-SK verschijnt kort. EEPROM SK ▶ Taal instellen. ▶ Stookkring#1 (WCM-KA) activeren (zie hfst. 6.6.2). Taal...
Pagina 108
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 6 Bediening Cascade ▶ Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. ▶ Menutoets cascade ingedrukt houden en weer aanschakelen. ✓ EEPROM-KA verschijnt kort.. EEPROM KA Het toestel wordt opnieuw geconfigureerd. 15.Mei 13 11:44 -weishaupt- Systeemstart WCM-KA 266...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling Het menu inbedrijfstelling verschijnt automatisch: ▪ Na de eerste inbedrijfstelling. ▪ Na reset volledig toestel. ▪ Na reset SK#1-regelaar. 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 eBUS adresseren Condensatieketels De condensatieketels moeten volgens vermogen in stijgende alfabetische volgorde #A, #B, #C, #D geadresseerd worden. In dit geval de condensatieketel met het kleinste vermogen met adres #A adresseren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 eBUS-energiebalans eBUS-voedingen van de condensatieketels moeten bij te hoog stroompeil gedeac- tiveerd worden en bij te laag stroompeil geactiveerd worden. De WCM-EM regelt de eBUS-voeding automatisch. ▶ Alle WCM-FS en WCM-EM van de eBus loskoppelen (klemmen losmaken).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 7 Inbedrijfstelling 7.2 Inbedrijfstellingsstappen 7.2.1 Taal instellen De taal wordt weergegeven: ▪ Bij de eerste inbedrijfstelling. ▪ Na reset volledig toestel (zie hfst. 6.8). ▪ Na reset stookkring#1 (zie hfst. 6.8). ▶ Met de draaiknop de taal instellen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Cascademanager WCM-KA 3.0 7 Inbedrijfstelling 7.2.2 Stookkring#1 activeren ▶ Regelvariante voor de stookkring#1 vastleggen (zie hfst. 3.3). Pompstookkring via WCM-KA regelen Als de pompstookkring via WCM-KA geregeld wordt, moet de stookkring#1 in de WCM-KA geactiveerd worden.g ▶...