Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Termen Gebruikt In Maaihoogtetabel - Toro 03623 Gebruikershandleiding

Edge series dpa maai-eenheid met 8 en 11 messen en messenkooi van 13 cm
Verberg thumbnails Zie ook voor 03623:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk
ondermes het best geschikt is voor de gewenste
maaihoogte.
Ondermes
Lage maaihoogte (optioneel)
EdgeMax® lage maaihoogte
(model 03623)
Uitgebreide lage maaihoogte
(optioneel)
Uitgebreide EdgeMax® lage
maaihoogte (optioneel)
EdgeMax® (model 03621)
Standaard (optioneel)
Heavy-duty (optioneel)
*Bij grassoorten voor het warme seizoen is
mogelijk het ondermes met lage maaihoogte
nodig voor 12,7 mm en minder.
1. Hoogte snijplaatlip
Termen gebruikt in
maaihoogtetabel
Maaihoogte-instelling
Dit komt overeen met de gewenste maaihoogte.
Basisinstelling maaihoogte
Dit is de hoogte waarop de bovenrand van het
ondermes is ingesteld boven een gelijk oppervlak dat
de onderkant van zowel de voor- als de achterrol
raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte
zal de effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van
Ondermes/maaihoogtetabel
Onderdeelnr.
110-4084
137-0832
120-1640
119-4280
137-0833
108-9096
110-4074
Figuur 18
Hoogte ondermeslip
5,6 mm
5,6 mm
5,6 mm
5,6 mm
6,9 mm
6,9 mm
9,3 mm
het type gras, het seizoen en de toestand van de
grond. De instelling van de maai-eenheid (agressiviteit
van maaien, rollen, ondermessen, gemonteerde
werktuigen, gazoncompensatie-instellingen enz.)
heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte.
Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met
de Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste
basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.
g006510
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van de
maai-eenheid heeft een duidelijke invloed op de
prestaties van de maai-eenheid. De agressiviteit van
de maaistand slaat op de hoek van het ondermes ten
opzichte van de grond
De beste instelling van de maai-eenheid hangt af
van de gazonomstandigheden en de gewenste
resultaten. Ervaring met het maaien van uw gazon
bepaalt de beste instellingen. U kunt de agressiviteit
van de maaistand aanpassen gedurende het gehele
maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve
instelling beter geschikt voor grassoorten voor het
warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras),
terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen
(bentgras, blue grass, ryegras) een normaal tot
hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid
doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in
het ondermes trekt.
14
Maaihoogte
6,4 tot 12,7 mm
6,4 tot 12,7 mm
6,4 tot 12,7 mm
6,4 tot 12,7 mm
9,5 tot 38,1 mm*
9,5 tot 38,1 mm*
12,7 tot 38,1 mm
(Figuur
19).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

03621Reelmaster 5010 series403470001

Inhoudsopgave