De Studiobeam Tour Q4 LED kan in de bedieningsmodus aangestuurd worden door de controller, of zonder
controller in stand-alone modus.
Bedieningspaneel
A. LCD-display
B. MODE-knop
DMX-bedieningsmodus
De fixtures worden individueel
de controller.
De fixtures reageren op het DMX-signaal uit de controller. (Als u het DMX-adres selecteert en opslaat, toont de
controller de volgende keer het opgeslagen DMX-adres.)
DMX-adrestoewijzing
Met het bedieningspaneel op de voorkant van de Studiobeam kunt u het DMX-fixtureadres toewijzen. Dit is het
eerste kanaal waarmee de Studiobeam zal reageren op de controller. Merk op dat het apparaat beschikt over 6
kanalen als u de controller gebruikt. Zorg dat u de DMX-adressen goed instelt als u meerdere LED Studiobeams
gebruikt. Het DMX-adres van de eerste Studiobeam dient daarom 1(2001)te zijn, ; het DMX-adres van de tweede
Studiobeam dient 1+6=7 (2007); te zijn, ; het DMX-adres van de derde Studiobeam dient 7+6=13 (2013), te zijn.
Zorg dat er geen overlappende kanalen optreden, om elke Studiobeam correct aan te kunnen sturen. Als er
twee of meer LED Studiobeams eenzelfde adres hebben, zullen deze gelijktijdig werken. Zie de instructies onder
"Adres toewijzen" voor adresinstellingen.
Gebruik:
Nadat u een adres hebt toegewezen aan alle Studiobeam-fixtures, kunt u beginnen deze te gebruiken via uw
verlichtingscontroller.
Opmerking: Na het inschakelen detecteert de Studiobeam automatisch of er DMX 512-data ontvangen wordt.
Als er geen dataontvangst via de DMX-ingang is, gaat de LED op het bedieningspaneel niet knipperen. Het
probleem is mogelijk:
• De XLR-kabel van de controller is niet aangesloten op de ingang van de Studiobeam.
• De controller is uitgeschakeld of defect, de kabel of de aansluiting is defect of de signaalkabels in de
invoerstekker zijn omgewisseld.
Opmerking: U moet een XLR-eindplug (met 120 Ohm) in de laatste fixture plaatsen voor goede
gegevenstransmissie over de DMX-datalink.
C. Omhoog-knop
D. Omlaag-knop
aangestuurd via een datalink en aangesloten op
10
Afb. 6