3
Aanbouw en installatie
3.1
Eisen aan de tractor
Controleer vóór de aanbouw van de bedieningsunit of uw tractor aan de volgende
eisen voldoet:
Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als
meerdere gebruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, ver-
lichting).
Het toerental van de aftakas moet op 540 omw/min worden ingesteld en wor-
den aangehouden (basisvoorwaarde voor een correcte werkbreedte).
Bij tractoren zonder lastafhankelijke versnellingsbak moet de rijsnelheid door
een juiste versnellingsbakoverbrenging zo gekozen worden, dat deze overeen-
komt met een aftakastoerental van 540 omw/min.
Een 7-polige stekkerdoos (DIN 9684-1/ISO 11786). Via deze stekkerdoos
ontvangt de bedieningsunit de impuls voor de actuele rijsnelheid.
Het 7-polige stopcontact voor de tractor en de rijsnelheidssensor zijn verkrijg-
baar als uitbreidingsset (optie), zie Speciale uitrusting.
3.2
Aansluitingen, contactdozen
3.2.1
Voeding
Via de 3-polige voedingscontactdoos (DIN 9680/ISO 12369) wordt de bedie-
ningsunit van de tractor van stroom voorzien.
Afb. 3.1:
PIN-bezetting contactdoos
Aanbouw en installatie
LET OP
LET OP
[1] PIN 1: wordt niet gebruikt
[2] PIN 2: (15/30): +12 V
[3] PIN 3: (31): massa
3
17