Inhoudsopgave
Advertenties
5.4
Strooien met automatische bedrijfsmodus (AUTO km/h + AUTO kg)
Massastroomregeling met de functie M EMC
De meting van de massastroom geschiedt afzonderlijk aan weerszijden van de
strooischijven, opdat afwijkingen van de opgegeven strooihoeveelheid onmiddel-
lijk gecorrigeerd kunnen worden.
De functie M EMC vergt de volgende machinegegevens voor de massastroom-
regeling:
Toerental aftakas
Type strooischijf
Er is een toerental van de aftakas tussen 450 en 650 rpm mogelijk.
Het gewenste toerental dient tijdens de strooiwerkzaamheden constant
(+/- 10 rpm) te blijven. Hiermee kunt u een hoge kwaliteit van de regeling
verzekeren.
De leegloopmeting is alleen mogelijk wanneer het daadwerkelijke toerental
van de aftakas met maximaal +/- 10 rpm afwijkt van de invoer in het menu
Aftakas. Buiten dit bereik is de leegloopmeting onmogelijk.
Voorwaarde voor strooiwerkzaamheden:
De bedrijfsmodus AUTO km/h + AUTO kg is actief (zie
modus, pagina
1. Het reservoir met meststof vullen.
2. Meststofinstellingen uitvoeren
3. Toerental van de aftakas in het dienovereenkomstige menu invoeren.
Zie ook „Aftakas" op pagina
4. Het gebezigde type strooischijf in het dienovereenkomstige menu selecteren.
Zie ook „Type strooischijf" op pagina
5. Aftakas inschakelen.
6. Aftakas op het ingevoerde toerental van de aftakas instellen.
Het venster Leegloopmeting verschijnt op het display.
Ingesteld strooitoerental
Actueel toerental aftakas
Afb. 5.4:
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2
60).
Strooihoeveelheid (kg/ha)
Werkbreedte (m)
Leegloopmeting
Leegloopmeting nodig!
Strooitoerental instellen,
constant houden.
Informatievenster leegloopmeting
48.
47.
5
4.7.2: AUTO/MAN-
95
Advertenties
Inhoudsopgave
